zondag 24 november 2013

Water

De Taro is een heel brede rivier, op de meeste plaatsen. En ook de andere waterstromen in de omgeving hebben er een handje van: heel veel bedding en heel weinig water. Dat is tenminste het zomerse beeld dat we tegenkomen als we in de streek verblijven. Honderden meters stenen en ergens halverwege een paar meter lekker koel water om pootje in te paden. En op sommige plaatsen poelen waar het allemaal wat dieper is en iedereen verkoeling zoekt.

Soms regent het, of sneeuwt het in de winter, en dan moet er tijdelijk even wat bruin water worden afgevoerd naar de Po. Maar nog steeds, zo lijkt het, is er heel veel strekkende meter bedding voor het af te voeren water. Misschien een goed idee om eens recreatief te gaan bouwen in de uiterwaarden?

Streng verboden, want er zijn ook plaatsen waar de rivier wat smaller is. Vlak onder Borgotaro bevindt zich de kunstmatige waterval (laten we het stoer een barrage noemen) die bekend staat als de Diga. Waterbouwkundig verantwoord, en soms moet er enig onderhoud worden verricht. Cementsilootje geplaatst, gereedschap aangevoerd en een schaftkeet neergezet voor de werkende interne mens. Normaal ziet de Taro bij de Diga er (zelfs in de winter) ongeveer zo uit:

 

Maar als het een beetje stevig doorregent in de herfst is het andere koek. Dan krijg je watereffecten die als spettacolare worden beoordeeld. De You Tube opname van 3 november laat het zien. Een beetje vroeg voor de tijd van het jaar. Het onderhoudsmateriaal bleek niet bestand tegen het wassende water en ging op weg naar zee. Zo viel een project van vijfhonderdduizend euro in het water. We hopen maar dat de firma Gabelli een beetje goed verzekerd is.

Een weekje later waren we zelf in de buurt en passeerden we de Diga. In de herfst moeten we namelijk onze jaarlijkse verzekering op orde brengen. De situatie was weer helemaal kalm. Niets meer aan de hand, geen vuiltje aan de lucht. Wat snel stijgt kan ook snel dalen.

maandag 4 november 2013

Warm de winter door

Nu de wintertijd is aangebroken, de wind door de bomen jaagt en de kachels loeien is het tijd om weg te mijmeren. Naar toen het zomer was, de vogeltjes kwinkeleerden, de dagen maar niet schenen te eindigen. En nog zo wat van die dingen. Nog net geen memento mori. Maar wel een fikse scheut ijdelheid van het bestaan. Vergankelijkheid der dingen. Anders gesteld: we gaan het over hout hebben.

Hout, het edele natuurproduct. Hout, de natuurlijke warmtebron. Inhoud (of: inhout) van talloze kachels de hele winter door. In ieder geval op het Italiaanse platteland. Op het juiste moment ingeslagen en opgeslagen. En in de zomer vakkundig kachelklaar gemaakt, op niet te missen wijze. We spreken echter in raadselen. Dus laten we een simpel en rechtlijnig verhaal vertellen.

Dat gaat ongeveer als volgt: We gaan terug naar de zomer. Het is zelfs midden in de zomer en de temperatuur haalt met gemak de dertig graden. Gelukkig koelt het 's nachts goed af. De bossen, die op vijftig meter van ons huis beginnen, en die zoals het gezegde luidt eeuwig zingen gonzen van het leven. Of in ieder geval van het geluid. Het geluid van zaag en kloof. En dat in een mechanische variant die ’s morgens voor dag en dauw al kan beginnen.

Het bos is namelijk het terrein van stoere houthakkers. Normaal gesproken zie je ze niet, want ze hakken het hout ver weg. Ver van wegen, straten en lanen, diep verscholen in het woud. Dan plotseling, aan het begin van de zomer, duiken ze op, in de vorm van tractorberijders die met bakjes vol stammetjes op de raarste plaatsen opduiken en langs de kant van de weg kunstige rijen gekapt hout beginnen achter te laten. Houtwallen van tientallen meters lang. Hout dat tot doel heeft in houtkachels te belanden en dat daartoe afgevoerd gaat worden naar centra van bebouwing, bewoning en beschaving.


Let wel: we zien hier even af van de kleinschalige variant waarin plattelandsmensen idyllisch hun eigen wintervoorraad bij elkaar kappen en hakken. Noeste handarbeid voor de eigen haard. Laatste resten van autarkie, aangevuld met een periodiek bezoek aan de supermercato in de stad. Dat bestaat ook, maar het gaat vergezeld van semi-industriële houtblokproductie, uitgevoerd door specialisten. En dat zullen we weten ook.

Vandaag hebben de specialisten domicilie gekozen op enkele honderden meters van ons huis, pal naast een indrukwekkende hoeveelheid hout. Het zijn er drie en ze kennen een strikte arbeidsdeling. Nummer 1 reikt stammen aan, nummer 2 zaagt op kachellengte en nummer 3 klooft om er helemaal hapklare brokken van te maken.

Hun fabriekje bestaat uit een grappig autootje waarop een lintzaag en een kloofbijl gemonteerd zijn. Om de productie af te voeren zijn een transportband en een indrukwekkende vrachtauto (met aanhanger) meegenomen. IJverig als ze zijn, beginnen ze vroeg, als het nog lekker koel is. Vandaag ontwaken en ontbijten we op het ritme van een harde mechanische groove. Dit keer even geen vogelgefluit. Nu maar hopen dat ze na een ochtend hard werken de tijd gaan nemen voor een uitgebreide pranzo om de hete uren van de dag door te komen.

zondag 27 oktober 2013

Een blik op het verleden

Omdat wij van Droomhuis Italië nog ouderwets opgegroeid zijn met kaarten om onze bestemming te bereiken is de wereld voor ons een plat vlak met een fijnmazig net van wegen en plaatsen. Heel anders, kortom, dan een wereld die zich op de voorruit van de auto bevindt en die voornamelijk uit een rechte lijn bestaat tot de afslag die we na vierhonderd meter moeten nemen.

Daarom hebben we (in ieder geval de helft van ons) iets met kaarten en atlassen. We duiken erin. We dromen erbij weg. We kunnen er uren mee bezig zijn.

Het is echter niet onze bedoeling om in dit bericht met al te veel zelfontboezemingen te komen. Dat is niet helemaal onze stijl. Nee, we willen simpelweg verwijzen naar de eeuwenoude Orteliusatlas (in 1571 gepubliceerd in Antwerpen) die de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag recent heeft verworven. Een fantastisch mooi oud boek, en even fantastisch via internet door te bladeren. Leve de verworvenheden van de digitale ontsluiting! Dat staat weer garant voor urenlang kijkplezier nu de wintertijd is ingegaan.

Zeemonster voor de kust van Brazilië
Op de site van de Koninklijke Bibliotheek is de atlas via de volgende ontsluitingspagina te vinden: http://www.kb.nl/bladerboeken/atlas-ortelius. Via de handige index kom je meteen op een kaart naar keuze. Je kunt echter ook via de bladerversie door de atlas heen gaan bladeren. Echt heel mooi gedaan.

Al bladerend kom je zeemonsters tegen voor de kust van Brazilië, of je krijgt een indruk hoe Nederland er eind zestiende eeuw bijlag. Wij zijn natuurlijk vooral geïnteresseerd in ons eigen stukje Italië.

Detail van kaart 61 van de Orteliusatlas van het hertogdom Milaan

Dat blijkt zich te bevinden op het grondgebied van het hertogdom Milaan (kaart 61), waarbij het feit dat het noorden zich plotseling in het oosten bevindt voor een licht gevoel van ontregeling zorgt. Daar valt echter aan te wennen. En dan kunnen we op zoek naar ons eigen plekje. We ontwaren de Val de Tarro, en het wonderbaarlijke feit dat de Alseno Fluvius niet bij Fornono (alweer Freudiaans!) in de Tarro stroomt, maar rechtstreeks bij Zibello de Padus bereikt. Mooie boel, dat rivieren zo van route kunnen veranderen.

Nog zoiets: het plaatsje Solignano heeft zich twee rivierdalen naar het westen (het noorden?) verplaatst. Gelukkig bevindt zich het trotse Bardo waar wij het zouden verwachten. En ook Borgo bevindt zich honkvast aan de Tarro in de buurt van de Monte Borgalla vanwaar we in Lunezana al snel Pontremulo bereiken.

Hoe langer we blijven kijken, hoe meer grappige details ons opvallen. Maar dat laten we verder geheel over aan de nieuwsgierigheid van de lezer.

zondag 20 oktober 2013

Slag bij Fornovo

Ook op het gebied van historie hebben de valleien van de Taro en de Ceno de geïnteresseerde bezoeker wel het een en ander te bieden.  Op 6 juli 1495 was het slaperige stadje Fornovo voor even een brandpunt in de wereldgeschiedenis en het decor van grootse, zij het bloederige gebeurtenissen.

Hellemonster (links onder) verslindt zondaars
Je zou het vandaag niet meer zo zeggen. Fornovo ontbeert immers een stoer kasteel zoals Bardi. Dat wordt overigens meer dan gecompenseerd door de wekelijkse mercato op dinsdag, wanneer de markt de hele dorpskern overneemt en het echt een drukte van belang is van burgers, boeren en buitenlui. En je hebt natuurlijk de romaanse kerk die onderdeel uitmaakt van de aloude Via Francigena. Het meest bloederig, zo leert ons de Wikipedia, zijn de bas-reliëfs op de voorgevel. Een hellemonster dat zondaars binnenslikt. Twee duivels die met hun blaasbalgen het vuur aanwakkeren onder een grote ketel vol zondaars. Een gierigaard die gebukt gaat onder het gewicht van zijn schatten. Ora et labora. Memento mori. Dat soort dingen. Maar wapengekletter is niet meteen iets dat je met Fornovo associeert.

Toch was het raak, die zesde juli 1495. Met een beetje plunderen op internet valt er het volgende over te melden. Trouwens: de schrijver Ross King heeft er in zijn in 2012 verschenen boek Leonardo en het laatste avondmaal smakelijk over geschreven. De slag duurde nog geen kwartier, zo weet hij te melden, maar de verliezen (vierduizend doden) waren zo verschrikkelijk dat het de bloedigste veldslag was die in twee eeuwen op Italiaanse bodem was uitgevochten. Daarna kwam er een propagandaoorlog op gang die vele malen langer duurde.

Hoewel we als eenvoudige blogschrijvers niet de bedoeling hebben om geschiedenisles te geven toch maar enige nadere info: De achtergrond was dat de Fransen hun invloed in Italië wilden uitbreiden en om die reden gewapend in Italië aan het rondtrekken waren en dat een bont gezelschap van Italianen, Spanjaarden, de Duitse keizer en de Roomse paus, verenigd in de Heilige Liga daar niet zo'n trek in had. Dat werd dus bonje in de velden ten noorden van Fornovo. In de Galleria delle Carte Geografiche  van de Musei Vaticani is daar nog een fresco aan gewijd, waarop Fornovo abusievelijk als Fornono (freudiaans!) vermeld staat.


Wie was de winnaar? Daar ging de propagandaoorlog over. Van de vierduizend doden waren er slecht duizend aan Franse kant, dus je zou zeggen... Maar er was ook de omstandigheid dat het leger van de liga, onder de bezielende leiding van condottiere Francesco Gonzaga van Mantua, zwaar aan de winnende hand was, totdat het zooitje ongeregeld dat hem ter beschikking stond de rijke oorlogsbuit bij de Fransen ontdekte en aan het plunderen sloeg. Als je huursoldaat bent zijn de prioriteiten altijd duidelijk.

Laten we zeggen: het duel eindigde in een gelijk spel. Het eind van het liedje was dat Karel VIII van Frankrijk zich terug trok uit Italië, zonder iets gewonnen te hebben. Door de oorlog had de Franse koning grote schulden, waardoor hij tot zijn dood in 1498 niets meer bereikte. En, zou Johan Cruijff gezegd kunnen hebben, niet winnen is eigenlijk een vorm van verliezen. 

Andrea Mantegna (ca. 1495) Madonna van de overwinning
Tot dat briljante inzicht kwam ook Francesco Gonzaga. Die gaf de begenadigde schilder Andrea Mantegna opdracht een groot schilderij te maken, getiteld Madonna van de Overwinning, waarop de Maagd de knielende Francesco in privé audiëntie ontvangt. Aanval is de beste verdediging. Om het forse werk te huisvesten werd de Joodse Mantuese burger Daniele da Norsa dringend geadviseerd ("ophangen kan ook") zijn joodse huis af te breken en te vervangen door een mooi christelijk kerkje. Zo meldt althans collega blogger Chaim Revier. Het schilderij hangt nu in het Louvre, want Fransen kunnen slecht tegen hun verlies en kwamen driehonderd jaar later (Napoleon!) toevallig nog eens langs Mantua.

Maar laten we ons niet verleiden tot al te boude uitspraken over nationale volksaard. Tegenwoordig zijn we allemaal Europeanen. Laten we dat maar voor ogen houden als we weer in de buurt van Fornovo zijn. Op dinsdagochtend is er markt. Een aanrader. Plunderen niet nodig.

zaterdag 5 oktober 2013

Japie


Zoals De la Fontaine in zijn morele fabels al memoreerde hoef je van een krekel niet al te veel activiteit te verwachten. Ze weten met elkaar wel een wonderbaarlijke hoeveelheid herrie te produceren, maar daar houdt het wel zo'n beetje mee op. Voor de rest voltrekt zich het rijke leven van krekels in het verborgene.
 
Op onverwachte momenten komen we wel eens een Japie tegen. Omdat we in Italië verblijven, bekijken we de wereld een beetje in Pinokkio-termen. Japie wil meestal wat wij niet willen. Ons huis betreden, bijvoorbeeld, op een moment dat het bedtijd dreigt te worden. En daar dan plaats te nemen op een muur in de slaapkamer, het hoofdeind van het bed binnen springbereik.
 
Dit keer heeft een Japie rond mezzogiorno in het volle zonlicht plaatsgenomen op een stukje betonijzer dat in de tuin gebruikt wordt om plantjes te ondersteunen. En daar begint hij uitgebreid niets te doen. Hij zit stil. En dat weet hij bewonderenswaardig lang vol te houden. Zonder enig probleem laat hij zich uitgebreid bekijken. We halen het fototoestel erbij. Ook dat vindt hij best.
 
Als we een uur later terugkomen is hij nog steeds op precies dezelfde plaats bezig met dolce far niente. Na drie uur heeft hij zich tien centimeter verplaatst en een verticale positie op het betonijzer ingenomen met het hoofd naar beneden. Alle bloed stroomt zo naar de hersenen om de kwaliteit van het denkproces te verhogen.
 
Tegen de avond blijkt hij te zijn vertrokken. Ongetwijfeld op weg naar soortgenoten voor het dagelijkse (of eigenlijk avondlijke) portie lawaaitoeteren dat op een ondefinieerbaar maar specifiek moment, als zon en maan in de juiste constellatie staan, plotseling zal ophouden. Het enige beeld dat ons nog rest is dat op de foto. We kijken er nog eens goed naar. We vergroten het ook maar eens uit. En dan blijkt Japie in het diepst van onze gedachten opeens het voorkomen te hebben van een prehistorisch monster dat je maar beter niet tegen kunt komen.
 

En dat geldt dan voor het groene exemplaar. Een paar dagen later komen we een bruin exemplaar tegen. En dan blijkt het met de afstotelijkheid altijd nog een graadje erger te kunnen.
 

zaterdag 28 september 2013

Area servizio

Omdat we deze zomer voor de verandering eens besloten hadden niet via allerlei handige zijroutes Italië te betreden maar gewoon de Koninklijke weg te nemen, gingen we dus op herhaling via de A9 van Como naar Milaan. Dat beviel goed, overigens, want het was woensdagavond en de weg was rustig. En verbreed tot twee maal drie rijstroken. We misten eigenlijk alleen de pittoresk krappe bocht waarop je vroeger bij Lainate de A8 opgeslingerd werd, vanuit bijna stilstand meteen op de linkerrijbaan met rechts drie rijen voortrazend verkeer. Dat is nu West-Europees veranderd in een ruime bocht waarbij je keurig rechts uitkomt.

Maar dat is niet het thema van deze aflevering, want eigenlijk willen we het over koffie hebben. Of misschien wel enige bijna antropologische opmerkingen plaatsen over culturele diversiteit. Hoe dan ook: als we na een lange reis vanuit Nederland eindelijk in Italië zijn gearriveerd hebben we altijd erg veel trek in een echt lekker kopje koffie en houden we halt bij de eerste de beste koffietent.

Zo ook deze keer bij de Area servizio Lario ovest. Normaal zou je zeggen: bij de autogrill langs, maar laat nou net Lario ovest aan een concurrent vergeven zijn. Nu is de Italian way op punten wat anders dan, laten we zeggen, de manier waarop in Nederland de dingen geregeld zijn. In Nederland heb je bij tankstations langs de snelweg altijd eerst de pomp om de auto te voeden, en daarna kom je pas als mens aan de beurt. In Italië gaat mens voor auto en is de volgorde andersom: eerst de bar/ristorante om de inwendige mens te laven en dan pas is de auto aan de beurt. We mogen dan wel vinden dat Italianen behoorlijk autogek zijn, maar hieruit spreekt toch een juist gevoel voor verhoudingen.

Wie vaker in Italië is geweest is bekend met het fenomeen dat je voor een kopje koffie eerst bij de Cassa de bestelling afrekent en daarna met het bonnetje in de hand aan de bar de bestelling plaatst. In Lario ovest ziet de opmerkzame beschouwer echter scheuren in deze strenge orde der dingen. Bleke noorderlingen uit verre streken (Engels, Amerikaans, dat soort volk) , vers in Italië gearriveerd (eerste pomp na de grens!) lopen enigszins verwilderd rond. Met verbijstering proberen ze de vreemde zeden van dit zuidelijk volk te doorgronden. Waarom wordt mij niet gewoon een kopje koffie geserveerd? Waarom zijn de kopjes zo klein? Dat soort dingen.

Zelf hebben we onze koffie al ontvangen. Het koffiesysteem langs de snelwegen is snel en efficiënt. En ook voor vreemdelingen die het allemaal niet zo goed snappen schiet de behulpzame Italiaanse volksaard te hulp. Of de geachte vreemdeling wellicht caffè americano blieft? Verdomd, naast het blinkende espressoapparaat staat een laf potje filterkoffie. Gespannen kaken ontspannen zich. Je hoort de opluchting de ademhaling binnensluipen. Alleen nog even bij de cassa een bestelling plaatsen, geachte vreemdeling. En denk eraan: vraag om caffè americano. Dat is de speciale koffieservice van Lario ovest. Nu maar hopen dat bij de volgende stop de beginnerschrik er een beetje af is en er overgegaan kan worden op echte koffie. Als dan the heartland of tourism, Toscane bereikt is zijn de zorgen echt voorbij. Als je daar als buitenlander om caffè vraagt moet je nog wel eens uitleggen dat je toch echt espresso bedoelt.

Aan de andere kant is het ook weer zo dat een echte koffiedrinker zich tamelijk ontheemd voelt bij het betreden van een Starbucks. Daar is koffie in essentie een flauwe smoes om allerlei zoete rommel in grote bekers te gieten. In Italië heb je er gelukkig weinig mee te maken, maar in Nederland rukken ze onweerstaanbaar op, vooral op knooppunten van openbaar vervoer.

Bij het betreden van een Starbucks voelt de koffiedrinker zich bijna een antropoloog op bezoek bij een exotische stam met vooralsnog onverklaarbare religieuze gebruiken. We proberen het eens bij de vestiging op Den Haag Centraal. Wat opvalt is het grote aantal personeelsleden en het ontstellend lage tempo waarmee de bestellingen worden afgehandeld. Als je een trein wilt halen moet koffiedrinken hier resoluut worden ontraden. Voor de mens zonder haast: de espresso is goed te drinken, we hoeven wat dat betreft niet overdreven snobistisch uit de hoek te komen en neer te kijken op de Amerikaanse cultuurbarbarij die overal rommel van maakt.


De naam is bijna goed,
maar het is de intentie die telt.
2E staat voor dubbele espresso
Maar het proces van het afhandelen van een bestelling is regelrechte derde wereld kwaliteit. Ontroerend (wat een persoonlijke aandacht!) is dat het kind achter de kassa mijn naam wil weten. Dat is nodig om de bestelling te realiseren. De naam wordt vervolgens met een viltstift op een bekertje geschreven. Toch leuk dat in het digitale tijdperk het schrijven zo gestimuleerd wordt. Het bekertje wordt overgedragen aan een collega. Die zet het neer in de buurt van de koffiemachine. Vervolgens is een team van twee drie minuten bezig om de dame voor mij van een bekertje te voorzien. En dan is daar eindelijk de koffie, verpakt in het persoonlijke bekertje met de waarschuwende tekst Careful, the beverage you’re about to enjoy is extremely hot.

Onbedoelde humor, gezien het tempo van bereiden. En het slaat ook helemaal nergens op, blijkt bij het drinken. Gelukkig wordt de boodschap pas gelezen als de koffie al lang en breed op is (of kort en smal, want espresso blijft tenslotte espresso). Maar het geeft wel aanleiding tot overpeinzing. Wat passen NS en Starbucks toch goed bij elkaar. Ze bezigen beide dezelfde taal. Hitte is bij Starbucks even snel extreem als noodweer bij de NS.

zaterdag 21 september 2013

De kracht van drie



Het is een ontegenzeggelijk feit dat Italiaanse wegbegeleiders erg hechten aan het getal drie (3). Drie behoort nog tot het domein van de suggestiviteit, van kwalitatieve duiding van omvang, lengte of volgordelijkheid (een, twee, drie, klaar) zonder de koele redelijkheid van het exacte getal. Drie geeft indicatie en gevoel zonder de dringende impuls om naar het meetlint te grijpen.
 
Zoals bekend geven verkeersborden vaak een indicatie van een bijzondere gesteldheid. Een sierlijk springend hert bevroren in een waarschuwende driehoek. We voelen wat het aanduidt: de kans dat bij het berijden van het na het bord volgende weggedeelte het elegant springend zoogdier met een plof op de motorkap belandt en aldus aanzienlijke schade aanricht, dan wel ongelukken veroorzaakt.
 
Meteen dringt de vraag zich op hoe lang wij op onze hoede moeten zijn voor dergelijk ongerief. Ondanks het feit dat het gedrag van de Italiaanse bambi's maar moeilijk voorspelbaar is wensen we een vorm van geruststelling. Met fijn gevoel voor psychologie vertelt het onderbord er dan bij dat deze specifieke situatie van noodzakelijke alertheid een drietal kilometers zal duren. Nu weten we waar we aan toe zijn.
 
Soortgelijke vormen van Beruhigung treden ook op in de situaties waarin sprake is van bovengemiddelde bochtigheid, dan wel van hobbels of vergelijkbare niet optimale asfaltkwaliteit. Ook in deze gevallen is sprake van situaties van attentie die drie kilometer duren. Om tegemoet te komen aan de spanningsboog van de gemiddelde automobilist wordt de melding overigens na gemiddeld een kilometer herhaald. Maar ook hierbij wordt consistent gemeld dat de situatie zich de komende drie kilometers zal voordoen. U snapt het bedoelde effect: het gaat niet om het verschaffen van exacte informatie, maar om het overbrengen van urgentie. Wij wegberijders dienen in de juiste state-of-mind te worden gebracht.
 
Dat alles aan maat gebonden is bewijst wel het feit dat zelfs bij waarschuwingsborden waarbij sprake is van tuimelende rotspartijen (caduta massi) het onderbord met de drie kilometers aanwezig is. Hier zien we dat zelfs bij een clash aan prioriteiten het metrische aspect een grote invloed heeft. Drie kilometer kans op een rotsblok op jouw voertuig is weliswaar erg veel voor de mentale weerbaarheid van de gemiddelde automobilist (hartfalen, doorrijfobie), maar de kans dat het rotsblok valt terwijl de argeloze rijder in zijn geest al was teruggekeerd naar een staat van vrij ademhalen en luchthartigheid moet hoe dan ook vermeden worden.






 
 

vrijdag 13 september 2013

Second home


Het zal niemand verbazen als wij op deze plaats verklappen dat we het de afgelopen paar jaar als Droomhuis Italië nogal rustig hebben gehad. De markt lag, om het simpel te zeggen, behoorlijk op zijn gat. Dat je dan ook weer aan andere dingen toekomt is vervolgens mooi mee genomen, maar daar willen we het in dit bericht niet over hebben.
 
Waarover dan wel? Over ons vermogen om in een glazen bol te kijken en vervolgens de toekomst te voorspellen? Daarover koesteren we in het geheel geen illusies. We hebben geen behoefte om ons in het valse koor van zelfverklaarde deskundologen te scharen en te gaan verklaren dat de bodem bereikt is en het daarom de beste tijd is om in te stappen. Deskundologen zeggen altijd dat het nu het beste moment is om in te stappen en aan die flauwekul doen wij dus niet mee. We zijn maar eenvoudige helpers en begeleiders, en de lezers van dit blog zijn mans (mens?) genoeg om hun eigen oordeel te vormen.
 
We houden het daarom simpel en zeggen op deze plaats gewoon maar even wat ons opvalt.
  • Economisch gesproken lijkt er weer enig vertrouwen te ontstaan. Dat zuigen we niet uit onze duim, maar dat merken we aan verzoeken om informatie die we ontvangen. Daar zit weer beweging in. Het is allemaal nog voorzichtig en pril, maar het lijkt erop dat mensen hun droom om een tweede huis in Italië te verwerven weer een beetje uit de ijskast aan het halen zijn.
  • Dat is in lijn met andere indicaties die de laatste maanden steeds meer in de media opduiken. Aandelen die in de lift lijken te zitten (aandelen hebben de neiging een beetje voor te lopen op de echte economie). Beginnende groei in naburige landen als Duitsland. En nog wat van die dingen. Van onze eigen regering hoeven we het niet zo te hebben, naar het lijkt, maar dat maakt in de praktijk gelukkig weinig uit.
  • De banken blijven zeurpieten en zuurpruimen eerste klas. Ze blijven (ook in Italië) moeilijk doen bij vragen over hypotheken. Anders gesteld: zonder eigen geld in de portemonnee red je het niet. Maar er bestaan nog steeds mogelijkheden voor aanvullende financiering.
  • Er zit een grote bult in het aanbod. De laatste tijd is er veel bijgekomen en weinig afgegaan. Iedereen die regelmatig rondneust op sites van Italiaanse makelaars kan dat zelf constateren. Als koper heb je de woningen voor het uitkiezen.
 
Over dat laatste nog even wat meer, en dan toegespitst op het stukje aarde waar wij het beste kijk op hebben, de valleien van de Taro en de Ceno. Dat is nog steeds of the beaten track en ver van alle toeristische excessen. Nooit het terrein geweest van projectontwikkelaars en troosteloze, nooit afgebouwde vakantiegetto’s. Met vakantiewoningen voor eigen gebruik (in de regel dan, want we kennen een paar mensen die succesvol ook aan andere vakantiegangers verhuren). En in toenemende mate met een heel betaalbaar aanbod, want er lijkt de laatste tijd een kentering te zijn ontstaan in de prijsstelling van plattelandshuisjes (rustici in pietra). Lang is die prijs aardig op niveau gebleven, niet omdat er daadwerkelijk zoveel verkocht werd, maar omdat de noodzaak om voor een lagere prijs te verkopen niet direct aanwezig was. Dat is nu aan het veranderen. Niet voor alle huizen, maar wel voor een groeiend aantal. Gevolg: een deel van het aanbod is nu scherp aan de prijs, en wie daar oog voor heeft kan voor weinig geld iets moois aanschaffen.
 
Home, sweet second home, kortom. Of, zoals al jaren ons motto is: Uw droomhuis in Italië is dichterbij dan u denkt!!! Op onze virtuele second home beurs http://www.droomhuisitalie.nl/ is het allemaal goed te volgen. En wie daarna nog vragen heeft kan altijd bij ons terecht via info@droomhuisitalie.nl.

zaterdag 7 september 2013

Fette

Omdat de helft van Droomhuis Italië stamt uit een traditioneel ontbijtend gezin is er sprake van een levenslange betrokkenheid bij ontbijtkoek en beschuit op de vroege morgen. Zo’n gewoonte slijt niet meer, en dat eist enig passen en meten tijdens het Italiaans verblijf.

Traditioneel wil niet zeggen dat er geen ruimte is voor ontwikkeling. Het witte beschuitje margarine suiker van de jaren vijftig is vervangen door een variant met jam. Het volkoren en veelgranen beschuit heeft zijn intrede gedaan. Maar niettemin…. Geen ontbijt compleet zonder ontbijtkoek (what’s in a name?) en beschuit. In deze volgorde, en dat luistert nauw.

Nu zal het de Italië-ganger niet zijn ontgaan dat ontbijtkoek en beschuit van nature niet in Italië voorkomen. Je zou ze kunnen omschrijven als exoten die geen deel uitmaken van la vita Italiana. En wat doe je dan? Hoever gaat het vermogen tot aanpassen? Gaan we in Rome doen wat de Romeinen doen? Voor ontbijtkoek heeft altijd gegolden: importeren of negeren. Voor beschuit kon ter vervanging gegrepen worden naar de fette biscottate.

Als je de emotie uitschakelt zou je fette biscottate ergens best wel kunnen beschouwen als een vorm van beschuit. Er kleven echter twee nadelen aan: ze zijn niet rond en ze zijn te dun. Daar heeft de eetbeleving onder te lijden. Het vult de mond onvoldoende en het smeert minder lekker in de hoekjes. Het feit dat ze tegenwoordig in allerlei gezonde en vezelrijke varianten als huismerk te verkrijgen zijn kan dat onvoldoende compenseren.

Maar gelukkig is Italië een modern land met een open attitude naar aanpalende culturen. Dus hebben nu de Fette Biscottate Olandesi de schappen van de supermercato bereikt. Speciaal in Nederland met puik 00-meel gemaakt voor de Italiaanse markt. Voor deze blog schaften we een pak aan en probeerden we het uit. Kraken ze zoals ze smaken? Kraken ze überhaupt (of per se)? Is hier sprake van een diep ontroerende ontbijtbeleving?


Laten we het simpel zeggen: de test leverde geen tienen of zelfs maar dikke voldoendes op. Waar de echt-Nederlandse beschuit voornamelijk wordt aangeprezen met termen als ‘bros’ (in sommige varianten worden zelfs rozijnen verstopt, het moet niet gekker worden), kiest de Italiaanse variant voor het luxe gevoel van ultieme zachtheid. Elke verwijzing naar vezel is verwijderd door het gebruik van superfijn dubbelgemalen meel. Elke noodzaak tot kauwen is verdwenen. In de mond valt de fetta spontaan uiteen tot een zeer fijn poeder dat voornamelijk veel vocht nodig heeft voor de doorslik. Zo valt de dag niet goed te beginnen. Dan liever de dunne rechthoekigheid van de Italiaanse variant. Met een beetje aandacht komt de jam ook best in de hoekjes terecht.

zondag 25 augustus 2013

Spettacolare!


Het is één ding als de kinderen een weekje naar Italië komen overvliegen en dan van de autonoleggio de beschikking krijgen over een kakelbonte kanariegele Sponge Bob auto (type Fiat 500L, inderdaad veel groter dan een reguliere Fiat 500). Maar een helicopter die zo ongeveer in je achtertuin komt landen, dat is toch wel het betere werk!
 
Het gebruik van de Sponge Bob Special Edition kent verschillende voordelen. Je vindt hem altijd terug op de parkeerplaats en je hebt altijd veel bekijks. Mensen stoten elkaar aan. Kinderen wijzen je gillend na. Er wordt gezwaaid en gelachen. De mogelijk toekomstige schoondochters gingen door het leven als Special Sponge Bob Promogirls (mooie prijzen te winnen als je meedoet aan onze actie!). Spettacolare!, had iemand op de bestofte achterruit geschreven. Altijd heb je vrienden zo.
 
De helicopter had een serieuzere achtergrond. En die heeft te maken met het feit dat in ons dorp een huisje pittoresk over de weg heen is gebouwd. Daardoor kent de doorgaande weg een smal en duister poortje waar je goed moet opletten. Als je met een auto met caravan ons dorp wilt passeren dan moet je overigens al eerder opletten en vervolgens besluiten ons dorp niet met auto met caravan te willen passeren. Enkele jaren geleden kwam een Nederlander daar pas op ons dorppleintje achter,  het keren nam ongeveer een half uur in beslag. Maar dat is een ander verhaal.
 
Dit keer was sprake van een clubje hardrijdende fietsers dat vermoedelijk iets te laat was gaan remmen. Daardoor was er een gaan stuiteren en vervolgens hard met zijn hoofd tegen het asfalt terecht gekomen. Het zag er ernstig uit. De hulpdiensten werden massaal ingeschakeld. Een ambulance kwam met gillende sirene aangesneld. En tezelfder tijd werden we eveneens het geluid van wentelwieken laag boven het dorp gewaar. Ook de jongens en meisjes van de I-NOST kwamen met hun forse Agusta Westland AW139 reddingshelicopter to the rescue. Maar waar landt je zo'n ding? Dat was dus, met veel geraas en turbulentie, op het stukje vlak land pal naast onze tuin.
 
Bezig met de landing
Mission completed & up in the air
Omgewaaid tuinmeubilair
 
Een half uur later was de rust weergekeerd, maar niet nadat bij het opstijgen ons tuinmeubilair was omgewaaid. Alleen de carabinieri bleven nog wat langer achter om de burocratische details helder te krijgen.
 
En voor wie het passeren van de Sponge Bob Special Brand Mobile te snel ging: hierboven zie je nog even de details om mee te doen aan de prijsvraag. De Promogirls wensen je veel succes. De sluitingsdatum is 21 november 2013.

vrijdag 16 augustus 2013

Bar Gina

Als we in het pittoreske plaatsje Sassello belanden mogen we in de zomer graag een ijsje eten in de Bar Gina aan de Via G.B. Badano. Daar bevindt zich immers de vermoedelijk oudste werkende persoon van Italië, de legendarische Gina zelve, die als een absolute vorstin over de ijsafdeling heerst.

Zodra wij Gina ontwaren gaat onze fantasie met ons op de loop. Haar leeftijd is naar menselijke maatstaven niet meer te meten. Het heeft er alle schijn van dat ze de wederwaardigheden over de slag bij Marengo van ooggetuigen zelf heeft vernomen. Het is niet uitgesloten dat ze nog de hand van Garibaldi heeft gekust voor diens ballingschap in Caprera. Hoe dan ook: we praten over de waarachtige leeftijd der sterken. Er is sprake van mythologische dimensies. En ook het verstrekken van ijs heeft iets mythologisch.

In de ijshoek van Gina zijn wetten van kracht die in de Europese Unie verder onbekend zijn. Ook regels hebben geen gedurigheid en kunnen op strikt willekeurige momenten ingaan en vervallen. Soms lijkt het een wonder dat überhaupt sprake kan zijn van het verstrekken van ijs.

Zo lijken de opvoedkundige aspecten van de detailhandel de handel zelf in de schaduw te stellen. Dat doet zich vooral voor als kinderen een ijsje proberen te krijgen. Het gaat te ver om te beweren dat ze bij dit soort pogingen afgebekt worden, maar ze worden wel persistent opgevoed alvorens ze hun ijsje in ontvangst mogen nemen. Dat kan met alles te maken hebben. Met de wijze waarop en de volgorde waarin ze hun bestelling plaatsen. Met de combinatie van smaken die ze in hun cono wensen. Met de manier waarop ze hun geld op de toonbank leggen. Noem maar op.

Wat dat laatste betreft: we weten nog steeds niet wat nu de voorkeur verdient. Dat we eerst bij de kassa afrekenen en met een bonnetje in de hand tot bestelling overgaan. Of dat we eerst bestellen en daarbij meteen gepast geld op de toonbank leggen.

Dan is er ook altijd de prettige spanning met betrekking tot de vraag tot welk resultaat onze bestelling precies gaat leiden. We zijn er namelijk niet helemaal zeker van dat er een lineair verband bestaat tussen de smaken die we opgeven en de smaken die we krijgen. Gina lijkt er een vorm van vrije interpretatie op na te houden om tot de keuze van juiste ijsbak te komen. Laten we het er op houden dat het resultaat in minimaal vijftig procent van de gevallen aantoonbaar correct is.


Maar een kniesoor die daar op let. Liever verbazen we ons over de bewonderenswaardige wijze waarop Gina geen werkdag lijkt over te slaan. Nooit lijkt ze enige pauze te nemen of behoefte te hebben aan een stoeltje om op uit te rusten. En bovendien blijft het Italiaanse ijs altijd lekker. En tenslotte, laten we wel wezen, bij onze bestelling is het nog nimmer voorgekomen dat Gina de behoefte had om met haar vingers het handmatig vervaardigde product een beetje bij te werken.

donderdag 8 augustus 2013

Parmezaanse kaas

Het in stukken opdelen van grote Parmezaanse kazen gebeurt met heel kleine mesjes. Geen constatering, zo vinden we bij Droomhuis Italië, die het leven ingrijpend gaat veranderen, maar toch leuk om te weten. En om mee te maken, zoals ons laatst overkwam bij de kaasstal op de markt van Bardi.

Nu weten we meteen ook waarom eerlijke stukken Parmezaan altijd een golvende zijkant hebben. Daaraan herkent men het ambachtelijk kwaliteitsproduct. Grote kaasfabrieken met grote messen snijden recht en saai, maar bij het handmatige werk wordt het in belangrijke mate aan de kaas zelf overgelaten om in delen uiteen te gaan. En daarbij ontstaan, als in een Italiaans landschap, enige hobbels en kronkels. Parmezaan, zo juicht een on-line verkoper van kaasmesjes in diverse talen, wordt niet gesneden maar geopend. Poëtische beelden dringen zich op. De kaas ontwikkelt bijna menselijke dimensies.

DE KUNST VAN HET KAASOPENEN gaat ongeveer als volgt in zijn werk. De kunst dient met een zekere sprezzatura te worden uitgevoerd, want de markt is een arena, een schouwtoneel, dus een en ander dient in de volle openbaarheid te worden uitgevoerd. Het is immers ook een vertoning die klanten naar je kraam moet lokken. “O, wat een geweldig mooie Parmezaanse kaas heb ik hier. Kijk eens mensen, 24 maanden oud. Wat een beauty die ik nu ga openen.” Eerst flink thuis oefenen, voordat het theater in de openbare ruimte wordt opgevoerd. Maar dat is de familie Ferretti (vendita ingrosso e dettaglio, en aanwezig op alle markten in de wijde omgeving) wel toevertrouwd.

Allereerst wordt de kaas overdwars gehalveerd. Op strategische plaatsen op de middellijn wordt het mesje tot het heft de kaas ingestoken. Drie keer boven. Drie keer onder (wat natuurlijk, als je de kaas omdraait, op dat moment ook weer boven is). Één keer op elke kopse kant. Daarna worden, als bij het snijden van tegels die gehalveerd moeten worden, met een lichte kras de aangebrachte incisies met elkaar verbonden. Dan een lichte, snelle beweging en de kaas is in twee delen uiteengevallen. Parmezaanse kaas is brokkelig en blijft niet krampachtig aan zichzelf vastzitten.

Daarna gaat de apertura op ongeveer dezelfde wijze verder, totdat hanteerbare brokken zijn ontstaan voor thuisgebruik in de particuliere keuken. Wij staan erbij en kijken ernaar. En we krijgen een stukje aangeboden, zodat we zelf kunnen proeven hoe lekker de kaas wel niet is. En nog een stukje, want iedereen in de kraam is hartstikke trots op die geweldig lekkere kaas.

maandag 29 juli 2013

Incontri

Omdat wij in Italië een voormalige watermolen betrokken hebben (ex mulino del grano, want ooit werd er meel vermalen) hebben we een bijzondere affiniteit met het koekjes- en banketmerk Mulino Bianco. Met een beetje goede wil is bovendien vol te houden dat ook onze molen op enig moment wit is geweest, terwijl het waterrad er lustig op los waterraderde en op deze wijze de grondstoffen voor de pasta produceerde.


Daarom trekken we de producten van Mulino Bianco met enige graagte uit de schappen van de supermercato. Mulino Bianco is, als onderdeel van Barilla, niet alleen groot en machtig, maar ook nog eens bijzonder sympathiek en goed voor het milieu. Op deze wijze eten we mee aan een betere wereld!

Het is allemaal zo verantwoord dat je er tranen van in de ogen krijgt. Lees de achterkant van het zakje Incontri, waarop de Impegno per un Mondo Buono (de Opdracht voor een Betere Wereld; met gebruik van HOOFDLETTERS, want de zaak moet niet onderschat worden) staat afgedrukt. We gaan er eens even uitgebreid voor zitten.

 
De Impegno kent drie pijlers: simpele recepten, kwaliteitsingredienten en respect voor het milieu. WAT ER NIET IS: geen kleurstoffen, gehydrogeneerde vetten en e-nummertjes. WAT ER WEL IS: enkel uitzonderlijke grondstoffen, zorgvuldig gekozen en gecontroleerd. WAT WE DOEN: proberen om het verbruik van water en energie te beperken.

Zoals gezegd: tranen in de ogen. We vergeten spontaan dat de verantwoorde uitspraken op geen enkele wijze concreet worden gemaakt. Er wordt wel van alles geprobeerd, maar wat is het resultaat? Hoeveel procent minder water en energie? Zo lijken het wel de milieupretenties van de VS.

We geloven, omdat het zo lekker is. Niet voor niets hebben we een aantal jaar geleden de Incontri 'misschien wel het lekkerste koekje ter wereld' genoemd en kwamen we steevast terug in Nederland met een paar pakken in de bagage. Niet voor niets werd op een vorige versie van de verpakking beeldend uitgelegd dat je met een sinaasappel, een glas melk en drie Incontri een geweldige start van de dag kon maken. Ziekten verdwijnen. De ogen gaan stralen. Het hart gaat sneller kloppen. Zoiets dus.

Wie echt wil weten hoe lekker de Incontri zijn, kan contact opnemen met ons kwaliteitspanel: Anna en Jonas. Zij hebben indertijd zonder aanzien des persoons geoordeeld. Gebruik voor contact de reageerknop hieronder.