donderdag 30 september 2010

Castello di Belgioioso revisited in cyberspace

Je hebt de echte wereld, en je hebt zijn digitale variant (cyberspace, second life, of hoe je het ook wilt noemen) waarin alles virtueel is, en anders, en totaal afwijkend van wat je zelf hebt waargenomen. De moderne mens stapt niet meer in zijn auto om een kasteel te bezoeken, maar neemt de kortste route om het allemaal te bekijken via streetview op Google Maps, waar je op een zonnige dag op je gemakje langs het Castello di Belgioioso kunt scrollen.

Op het wereldwijde web is het Castello trouwens geen vervallen tent waar de luiken van afvallen en de muren op het punt staan te desintegreren, maar een droomkasteel dat de stoutste verwachtingen overtreft. Dat moeten we tenminste afleiden uit de schitterende website waarin de voortreffelijkheden van het Castello worden aangeprezen. Het Castello di Belgioioso blijkt niet alleen een centrum van kunst en cultuur vol met interessante manifestaties om je vingers bij af te likken, maar het is zelfs meer dan dat, en wel “een droom van oudsher, waar de tijd heeft stilgestaan: de somptueuze salons van het kasteel zijn de ideale locatie om te trouwen”. En dat lijkt (virtueel!) niets te veel gezegd. In een slide-show met prachtige foto’s zien we hoe het huwelijk zich voltrekt. De jaguar die zachtjes komt aanrijden. De bevallige bruid, licht huiverend door het droomdecor. De rijke dis. Het uitgelezen gezelschap bruiloftsgasten. Te veel om op te noemen. Te mooi om waar te zijn.

Nu snappen we ook waarom in het echte leven het Castello voor ons gesloten bleef: we waren niet sprookjesachtig genoeg. En we weten eveneens wat je moet doen om toegang tot het luxe interieur te verkrijgen: gewoon even willen gaan trouwen als je in de buurt bent en een uitstapje wilt maken. Een kleine moeite met een rijke beloning.

zondag 5 september 2010

Castello di Belgioioso

Al jaren worden we door grote panelen langs de kant van de A21 (Brescia – Turijn) gewaarschuwd voor de onverbiddelijke schoonheid van het Castello di Belgioioso. Als ik me niet vergis zijn de Fransen begonnen met het plaatsen van informatieve borden langs de autoroutes om de jakkerende cultuurbarbaren te wijzen op de unieke kwaliteiten van de franse culture (La Picardie: ses cathedrales). Langzamerhand heeft heel Europa deze eigenaardigheid overgenomen en word je bijvoorbeeld in Noord Holland verteld dat een deel van Nederland onder de zeespiegel ligt (Laag Holland). Alles om te voorkomen dat de vermoeide automobilist in slaap sukkelt.

Om verder afdwalen te voorkomen: Grote borden langs de snelweg zeggen niet met zoveel woorden dat we te maken hebben met unieke ervaringen die we niet mogen missen. Er staat niet geschreven: U RIJDT NU IN DE DIRECTE OMGEVING VAN HET KASTEEL VAN BELGIOIOSO DAT VAN EEN ZODANIGE SCHOONHEID IS DAT U HET DE REST VAN UW LEVEN ZULT BETREUREN ALS U NIET DE MOEITE HEBT GENOMEN EVEN DE SNELWEG TE VERLATEN EN HET KASTEEL TE GAAN BEKIJKEN, ZODAT U LATER OP UW STERFBED BIJ HET HERINNEREN VAN DE DINGEN WAARVAN U INTENS SPIJT HEBT MET PIJN IN HET HART NIET HOEFT TE OVERPEINZEN DAT U ONACHTZAAM VERZUIMD HEBT HET KASTEEL MET EEN BEZOEKJE TE VEREREN. Maar een plaatje zegt meer dan duizend woorden, en als grote panelen langs de snelweg geplaatst worden met een attractieve gevel en het onderschrift: Castello di Belgioioso heb je de neiging te denken dat dat niet zonder reden zal zijn.

Dus nemen we (na voor de zoveelste keer het bord in de berm te hebben waargenomen en de gedachte te hebben voelen opkomen dat we toch eens een keer…) de afslag Broni-Stradella en bereiken via een gedateerde brug die zowel de Po als de Ticino overspant het plaatsje Belgioioso. Het kasteel kijkt ons treurig langs de kant van de weg aan. Vanuit de auto oogt het vermoeid en licht de dagen zat. Eveneens verbergt het succesvol zijn ingang. Het pleintje voor (of achter) het kasteel huisvest een keur aan horecagelegenheden, zodat niettemin de indruk gehandhaafd blijft dat velen ons voorgingen en nog meer ons zullen volgen. In de uitnodigend ogende bar Bar Sunny Place worden driftig de ramen van het overdekte terras geboend, en een jongedame met een rugloos hemdje meldt ons dat ze helaas chiuso is maar de bar tien meter verderop (Da Silvie/Ginny) vermoedelijk aperto. Na een kopje koffie vertelt Silvie/Ginny ons dat het kasteel nu dicht is, en eigenlijk altijd dicht is, behalve wanneer er bij uitzonderlijke gelegenheden sprake is van een mostra (tentoonstelling).

Teleurgesteld verlaten we de bar en besluiten we (nu we er toch zijn) tot een inspectie van het exterieur. En om iedereen die na ons de A21 berijdt dezelfde teleurstelling te besparen: druk elke neiging tot remmen de kop in en ga verder. Het is allemaal helemaal niks en diep droevig. Treurig en vervallen: Afbladderende luiken. Muren die ook niet meer weten hoe ze hun naderend einde kunnen verhullen. Voormalige fonteinen waarin klimop de overhand heeft gekregen. En tot slot Chinese leeuwen in de tuin, alsof we hier te maken hebben met een plattelandsvestiging van Kantonees specialiteitenrestaurant De Lange Muur. En over eten en drinken gesproken: het enige onderdeel van het gebouw dat niet is gegrepen door aftakeling is het in de kelders gelegen Ristorante Dal Pescatore (Antichi Sapori Mar Mediterraneo).

Snel ontvluchten we de troosteloze bende en haasten ons naar Pavia dat tien kilometer verderop ligt. Een verademing! Niet zozeer vanwege de bekende ponte coperto (overdekte brug) over de Ticino. Die is niet zo bijzonder, want de oude brug is in de tweede wereldoorlog gebombardeerd en wat er nu ligt is een replica uit de jaren vijftig. Maar wel om de prachtige en machtige universiteitsgebouwen en de malle middeleeuwse torens die we vooral kennen van San Gimignano in Toscane. En, omdat ook Pavia aan de Via Francigena ligt (half Italië ligt tegenwoordig – in de tijdgeest van ongedefinieerde spiritualiteit en de behoefte aan wandelen om dichter bij de menselijke essentie te komen – aan, bij, op weg naar, of in de richting van de Via Francigena!) zeker om de beeldschone uit de kluiten gewassen romaanse kerken die enkele meters onder het huidige straatniveau liggen, waarbij je de voordeur niet bereikt door een trapje op te lopen, maar door een trapje af te dalen en die daarmee de indruk wekken dat de mensheid met al zijn activiteit voortdurend bezig is de aarde groter te maken.

Zo is daar de Basilica di San Pietro in Ciel d’Oro uit de twaalfde eeuw, genoemd door Dante, Petrarca en Boccaccio (de grote drie van de veertiende eeuwse Florentijnse dolce stil nuovo), waarin niet alleen het pompeuze marmeren graf van de heilige Augustinus te zien is (met daarachter een stukje van het achthoekige mozaiek uit de kathedraal van Hippo waar de heilige in 395 door de beminde gelovigen werd vastgehouden tot hij ermee instemde om hun bisschop te worden, wat hij dan wel weer tot 430 bleef), maar eveneens (in de crypte) de heilige martelaar Severinus Boetius begraven ligt die in 525 door de barbaarse koning Theodoric een wrede dood werd ingejaagd. En er is ook de adembenemende zandstenen Basilica di San Michele met zijn rijkbewerkte crypte en zijn door de eeuwen heen verweerde en langzaam verdwijnende externe ornamentatie. Dat krijg je als je een zachte steensoort gebruikt om te gaan beeldhouwen! Als was het een uiterst subtiele verwijzing naar de onbestendigheid van het aardse leven en de noodzaak van een leven na dit leven (Marmor, Stein und Eisen bricht, aber unsre Liehiebe nicht. Alles, alles….  ). Je zou er bijna katholiek van worden.

En, o ja: Pavia heeft ook nog een kasteel: het Castello Visconteo, waarin een stelletje musea is gehuisvest. Dit keer een tip top verzorgd kasteel, groot en indrukwekkend. Misschien wel een kleine omweg waard…