zondag 14 augustus 2011

Quanta costa la casa - 2

Een vorige keer hebben we het gehad over de vraag hoe je voldoende zekerheid hebt dat je niet te veel betaalt als je in Italië een huis koopt. In deze bijdrage gaan we wat nader in op factoren die van invloed zijn op de hoogte van de (vraag)prijs.
In essentie is dat in Italië niet anders dan in Nederland. In Nederland is een standaard makelaarsantwoord op de vraag wat de drie meest bepalende factoren zijn voor de prijs van een huis: “locatie, locatie, locatie”. Voor Italië geldt voor een belangrijk deel hetzelfde. In het berggebied waarin wij als Droomhuis Italië actief zijn kunnen we dan ook bijvoorbeeld zeggen dat de prijs van woningen in de vallei van de Taro gemiddeld hoger is dan die van de vallei van de Ceno of van andere kleinere valleien. Tevens geldt dat huizen dichter bij Parma of dichter bij de zee (met name net over de grens met Ligurië) duurder zijn.

Waarom? Meestal door de aanwezigheid en kwaliteit van voorzieningen in de omgeving en door de bereikbaarheid. Een belangrijke factor voor bereikbaarheid is hier de afstand tot de oprit naar de snelweg A15. Soms door het prijsopdrijvende effect van de zee. Huizen met zeezicht zijn duurder, zogezegd, zelfs al is de zee mijlenver weg.

Andere factoren die van invloed zijn zetten we hieronder op een rijtje. Sommige van deze factoren zijn meer algemeen van aard, en niet altijd 1-op-1 vertaalbaar naar een specifieke situatie, en andere meer individueel. We kunnen de volgende factoren noemen:
  • Grootte. Deze factor heeft weinig toelichting nodig. Een groot huis is gemiddeld duurder dan een klein.
  • Vrijstaand of niet. Een huis in een dorpje (borgo) is gemiddeld goedkoper dan een vrijstaand huis.
  • Staat van onderhoud. Het te kopen huis kan variëren van een ruïne tot een paleisje, en ruïnes zijn gemiddeld goedkoper dan paleisjes. Maar daar staat tegenover dat we uit ervaring weten dat, als je naar de totale kosten kijkt, het gemiddeld goedkoper is om opgeknapt te kopen dan zelf op te knappen.
  • Positie van de verkoper. Over de psychologische insteek van de verkoper hebben we het de vorige keer al gehad. Andere aspecten van meer financiële aard zijn:
    • Hoe hard heeft de verkoper het geld nodig?
    • Hoe snel wil de verkoper van het huis af?
    • Zijn er hypotheken die moeten worden afgelost?
    • Wil de verkoper het geld dat hij in (recente) verbouwingen heeft gestopt terug zien?
  • Eigen plannen na de overdracht. Wat een huis echt gaat kosten is ook heel sterk afhankelijk van de plannen die je er mee hebt als de overdracht eenmaal heeft plaatsgevonden. Wil je (ingrijpend) gaan verbouwen dan kunnen de kosten snel oplopen, zeker als je van plan bent het kluswerk uit te besteden. Het is dan ook verstandig dat in het kostenplaatje mee te nemen en te zorgen dat ruimte aanwezig is voor noodzakelijk verander- en verbeterwerk. Anders gaat het huis ook nog veel hoofdpijn kosten.
  • Bijkomende kosten. Dit zijn de zogenaamde kosten koper. Gemiddeld zijn die ongeveer 10%, zo is onze ervaring. Maar de afwijkingen naar onder en naar boven kunnen op individuele basis aanzienlijk zijn.

Onderhandelen of niet?

Er is bijna altijd ruimte voor onderhandeling, maar het is lastig daarvoor ‘harde’ algemene regels te geven. Op grond van onze kennis weten we vaak waar de onderhandelingsruimte zit, en of je er veel mee kunt. Soms, bijvoorbeeld bij een gewild en scherp geprijsd object, heeft het weinig zin de onderhandeling te zoeken en is snelheid veel belangrijker. Soms heeft het geen zin, omdat de verkoper gewoon een bepaalde prijs wil hebben en anders niet verkoopt. Proberen kan echter bijna altijd en zeker moet je informeren wat hier handig en haalbaar is.

Ook aan koperskant bestaat in Italië de tactiek van niet-onderhandelen. Dan roep je gewoon: Zo-en-zoveel heb ik over voor het huis en kijk je wat er gebeurt.

Wat naar onze ervaring niet kan is onderhandelen naar aanleiding van geconstateerde gebreken. De prijs waarover je onderhandelt is de prijs voor het huis zoals het is. Je kunt dus niet bijvoorbeeld zeggen: “We zijn het wel eens geworden over het feit dat € 100.000 een redelijke prijs is, maar nu constateer ik dat de elektrische installatie moet worden verbeterd en dat was me eerder niet verteld. Dus er moet nog € 5.000 van de prijs af.” Ook het concept van verborgen gebreken die op kosten van de verkoper mogen worden hersteld is in Italië geen gemeengoed. Wil je niet te veel betalen voor een huis, dan kan het dan ook heel verstandig zijn om vooraf een bouwkundige (geometra) een inschatting te laten maken over de toestand van het huis en de kosten om het op te knappen.

zondag 7 augustus 2011

De bubbelende wijn van La Chiara: nog veel beter dan Lambrusco

Nadat we op 11 mei jongstleden een uitspraak gedaan hebben over Lambrusco als het nieuwe prosecco, hebben we nu nog veel beter nieuws. Bij onze omzwervingen rond het plaatsje Gavi, zoals bekend epicentrum van de prettig wegdrinkende Gavi-wijn stuitten we op een bubbelvariant die nog veel lekkerder is, uno spumante molto fragrante con decisa freschezza gustativa, Dit soort prachtige omschrijvingen bedenken we niet zelf. We schrijven ze gewoon over, maar alleen als ze waar zijn.

Het bezoeken van wijnboerderijen en –bedrijven is de laatste jaren een hobby van ons geworden, zeker nu we wat beter de weg weten in Zuid Piemonte. Daar komt heel veel lekkere wijn vandaan, die we dan ook dozenvol mee naar Nederland nemen. In de zomer richten we ons natuurlijk vooral op wit, en dan kom je al snel in de streek rond Gavi terecht, waar met behulp van de cortesedruif de Gavi del Comune di Gavi wordt gemaakt.

Wijnbedrijven zijn er in  soorten en maten. Je hebt grootse comglomeraten die over de hele wereld exporteren en tegelijkertijd voor het winkelend publiek een punta di vendita openhouden. Meestal zijn er gelukkig wel enige personeelsleden aanwezig die zichtbaar trots zijn op de producten van hun bedrijf en je graag een aantal wijnen laten proeven. En dan niet in lullig plastic, zoals ons een aantal jaar geleden in de Loirestreek overkwam (waar we trouwens na één bekertje zo ongeveer de pittoreske caveau werden uitgekeken), maar in echte glazen van kloek formaat waarin de wijn goed tot zijn recht kan komen.

Nog leuker zijn de kleinere familiebedrijven, waarin je de eigenaar in werkmanskleren op het erf (of in de cantina) tegenkomt. La Chiara is zo’n azienda agricola, zo’n veertig jaar geleden door de vader van meneer Bergaglio op drie hectaren begonnen en sindsdien doorgegroeid naar de dertig hectaren die het bedrijf nu groot is. Het voortbestaan van het bedrijf is verzekerd, meldde meneer Bergaglio trots, nu zowel zoon als dochter te kennen hebben gegeven in de wijn verder te willen. Ook de jongste generatie kwamen we tegen (met zijn moeder), maar dat was om te melden dat er een kappersbezoek voor hem op de planning stond. Als je nog in een wandelwagentje zit is wijn maken vermoedelijk niet helemaal het eerste waaraan je denkt.

“Kennen jullie Fausto Coppi?” wordt ons na de vierde wijn gevraagd. Domme vraag natuurlijk. Wie kent Fausto Coppi nu niet? De campionissimo, uit de streek rond Gavi afkomstig. In het nabijgelegen Novi Ligure is een museum aan hem gewijd. Wie kent Fausto Coppi nu niet? In de hedendaagse bestseller van Niccolò Ammaniti Ik haal je op. Ik neem je mee subtiel als inspiratiebron voor de jonge hoofdpersoon ingeweven in het verhaal (“Fausto Coppi was de beste wielrenner ter wereld. De snelste. Maar vooral de sterkste. Hij werd nooit moe. Hij was een meester. En hij gaf nooit op. Hij gaf zich nooit over. Nooit. En jij bent Fausto Coppi.” – pp. 312-313). “Nou, die man die daarnet wegging, is zijn kleinzoon.” We voelen ons even prettig opgenomen in de marge van het heldendom.

Maar we zijn er natuurlijk voor de wijn. Allereerst de fruitige en sprankelende Gavi zelf, jeugdig fris, met veel vruchten en een licht zuurtje (potverdorie, dat lijkt wel wijnjournalistenjargon, straks gaan we het over proefnotities hebben), maar niettemin een subliem product, gegeven het feit dat je van cortesedruiven heel gemakkelijk iets waterigs en onbestemds kunt maken. Heel bijzonder is ook de Groppella, die een jaar lang in eiken vaten is gerijpt (je moet maar durven met fris wit) en dus duidelijke tinten van vanille vertoont.

En dan natuurlijk de spumante, nog steeds gemaakt van 100% cortese volgens de methode champenoise, maar door de gebruikte druif oneindig veel fruitiger dan prosecco (of champagne, for that matter). Dat is echt het ultieme terrasdrinken. Meteen naar vragen, als de zon weer eens een keertje goed schijnt en de rieten stoelen staan uitgestald. Of het beschikbaar is, is een andere vraag, want meneer Bergaglio produceert er maar een paar duizend per jaar. Gelukkig hebben wij een vriendin die een doosje mee naar Nederland heeft genomen.

Als je trouwens in de buurt bent: het adres is Località Vallege 24-2 in Gavi (Al) 15066. Website www.lachiara.it. Dan kun je je eigen ultieme terrassensatie vormgeven.