Nu de wintertijd is
aangebroken, de wind door de bomen jaagt en de kachels loeien is het tijd om
weg te mijmeren. Naar toen het zomer was, de vogeltjes kwinkeleerden, de dagen
maar niet schenen te eindigen. En nog zo wat van die dingen. Nog net geen memento mori. Maar wel een fikse scheut
ijdelheid van het bestaan. Vergankelijkheid der dingen. Anders gesteld: we gaan
het over hout hebben.
Hout, het edele natuurproduct. Hout, de natuurlijke
warmtebron. Inhoud (of: inhout) van talloze kachels de hele winter door. In
ieder geval op het Italiaanse platteland. Op het juiste moment ingeslagen en
opgeslagen. En in de zomer vakkundig kachelklaar gemaakt, op niet te missen
wijze. We spreken echter in raadselen. Dus laten we een simpel en rechtlijnig
verhaal vertellen.
Dat gaat ongeveer als volgt: We gaan terug naar de zomer. Het is zelfs midden in de zomer en de
temperatuur haalt met gemak de dertig graden. Gelukkig koelt het 's nachts goed
af. De bossen, die op vijftig meter van ons huis beginnen, en die zoals het
gezegde luidt eeuwig zingen gonzen van het leven. Of in ieder geval van het
geluid. Het geluid van zaag en kloof. En dat in een mechanische variant die ’s
morgens voor dag en dauw al kan beginnen.
Het bos is namelijk het terrein van stoere houthakkers.
Normaal gesproken zie je ze niet, want ze hakken het hout ver weg. Ver van
wegen, straten en lanen, diep verscholen in het woud. Dan plotseling, aan het
begin van de zomer, duiken ze op, in de vorm van tractorberijders die met bakjes
vol stammetjes op de raarste plaatsen opduiken en langs de kant van de weg
kunstige rijen gekapt hout beginnen achter te laten. Houtwallen van tientallen
meters lang. Hout dat tot doel heeft in houtkachels te belanden en dat daartoe
afgevoerd gaat worden naar centra van bebouwing, bewoning en beschaving.
Let wel: we zien hier even af van de kleinschalige variant
waarin plattelandsmensen idyllisch hun eigen wintervoorraad bij elkaar kappen
en hakken. Noeste handarbeid voor de eigen haard. Laatste resten van autarkie,
aangevuld met een periodiek bezoek aan de supermercato
in de stad. Dat bestaat ook, maar het gaat vergezeld van semi-industriële
houtblokproductie, uitgevoerd door specialisten. En dat zullen we weten ook.
Vandaag hebben de specialisten domicilie gekozen op enkele
honderden meters van ons huis, pal naast een indrukwekkende hoeveelheid hout.
Het zijn er drie en ze kennen een strikte arbeidsdeling. Nummer 1 reikt stammen
aan, nummer 2 zaagt op kachellengte en nummer 3 klooft om er helemaal hapklare
brokken van te maken.
Hun fabriekje bestaat uit een grappig autootje
waarop een lintzaag en een kloofbijl gemonteerd zijn. Om de productie af te
voeren zijn een transportband en een indrukwekkende vrachtauto (met aanhanger)
meegenomen. IJverig als ze zijn, beginnen ze vroeg, als het nog lekker koel is.
Vandaag ontwaken en ontbijten we op het ritme van een harde mechanische groove. Dit keer even geen vogelgefluit.
Nu maar hopen dat ze na een ochtend hard werken de tijd gaan nemen voor een
uitgebreide pranzo om de hete uren
van de dag door te komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten