zondag 9 oktober 2011

sTOM sTOM

Wat we in Nederland met het maggiwoord TOMTOM zijn gaan aanduiden wordt in Italië neutraal en feitelijk de navigatore genoemd. Dat verandert overigens niets aan het gebruik van het apparaat, zou je denken, maar toch (zo is onze ervaring) moet je er in Italië een beetje mee oppassen. De rechtlijnigheid van de navigatore verdraagt zich immers niet altijd met de feitelijke onbestemdheid waarmee in Italië de zaken geregeld zijn.

Een eerste grappige indicatie van dit gegeven kregen we toen we op een grote doorgaande weg die (naar het aantal verzakkingen te oordelen) al een aantal jaren in gebruik was het advies kregen om de afrit te nemen en tweehonderd meter verderop de oprit. Terwijl je ook gewoon (zoals goed te zien was) de weg kon blijven vervolgen. Ergens in een vervlogen verleden had een bureaucraat vermoedelijk vergeten het betreffende viaduct gereed te melden.

Foutje! Kan gebeuren. Maar na een toeristisch tripje waarin we voor de aardigheid eens probeerden via de kortste route van A naar B te komen begonnen we de indruk te krijgen dat er meer aan de hand was. En dat we hier te maken zouden kunnen hebben met een (systematisch) semantisch principe. In termen van taalkundig betekenis geven zou je kunnen volhouden dat als een navigatore voor autoverkeer bedoeld is het verstandig is om wegen zodanig te kwalificeren dat je wegen waarop je fatsoenshalve met een auto kunt rijden onderscheidt van (laten we zeggen) wegen die met een tractor genomen kunnen worden. In Italië vinden ze dit soort gedachten een beetje begripsmatige haarkloverij en is een weg een landschappelijke entiteit die ooit als zodanig is aangeduid. Niet wat je ermee kunt, maar wat is geldt hier als leidend principe.

Toen we onze ervaring met de kortste route aan Italiaanse vrienden meldden kwamen dan ook meteen de verhalen los. Zoals het verhaal over een smalle onverharde weg die eindigde in een grote stapel hout, zodat de chauffeur drie kilometer hotsend en botsend achteruit moet rijden. De consistentie van de verhalen levert het volgende advies: DE OPTIE KORTSTE ROUTE DIENT TE WORDEN AFGERADEN.

Dat ook de optie ‘snelste route (vermijd tolwegen)’ niet zonder gevaren is leerden we enige tijd later weer toen we vanuit het dorpje Piverone (gelegen aan het meer van Viverone, subtiel onderscheid moet er zijn) naar het schilderachtige plaatsje Magnano wilden. Een ritje van niks. De berg op en je bent er. Een deel van het probleem had vermoedelijk te maken met de manier waarop Italianen wegomleggingen aangeven (of eigenlijk niet aangeven) maar dat een navigatore dan zo gemakkelijk de kluts kwijtraakt kan toch niet de bedoeling zijn.

Hoe dan ook, op een gegeven moment bevonden we ons op een weg die vermoedelijk nog door de Romeinen was aangelegd en die in een recenter verleden geschikt gemaakt was voor crossmotoren. Deze weg had eveneens de neiging in toenemende mate door struweel te worden ingesloten en daarbij ook aan keikwaliteit in te boeten. Echt een uitdaging voor motorcrossers. Een tijdje durfden we de uitdaging nog wel aan, want na 650 meter (en tien minuten later: 500 meter) zouden we het eind van de weg bereiken, maar toen we ons realiseerden dat het einde van de weg eigenlijk helemaal niets zei over de kwaliteit van de volgende weg besloten we dat het tijd werd onze nederlaag te erkennen en om te keren. Gelukkig deed zich nog een soort van mogelijkheid voor om te keren, want de kwaliteit van ons achteruit rijden is Hollands en heeft tamelijk veel ruimte en comfort nodig. Het was een paar minuten keien ruimen (eco-fitness!), maar toen konden we onze draai van 180˚ goed maken.

Ook hier, vermoedden we, was weer sprake van semantiek. Je zou kunnen zeggen dat de feitelijke hoedanigheden van een weg een zekere invloed zouden moeten hebben op de normsnelheid die je met betrekking tot die weg dient aan te houden. Maar een andere benadering is natuurlijk dat je ook uit kunt gaan van de snelheid die je mag halen, vanuit de gedachte dat, als deze snelheid op zich tot onverantwoorde situaties aanleiding zou kunnen geven, er vast wel een andere maximumsnelheid was vastgesteld. En uit hoofde van de laatste redenering is er niets op tegen om uit te gaan van een snelheid van 90 kilometer op een keiig bospad. Zo kom je ook bij de optie ‘snelste route’ op originele resultaten.

Nog geheel verward wendden we ons na deze ervaring tot de klassiek Italiaanse oplossing om het maar even na te vragen bij de balie van het hotel. Toen bleek inderdaad dat de weg van Piverone (bij het stoplicht naar rechts) naar Magnano simpel bergop was (en bij de rotonde in Zimone links langs de kerk). En mochten we verdwalen of anderszins in het donker de weg kwijtraken (op de terugweg kwamen we nog een paar reeën tegen), dan moesten we maar bellen voor verdere aanwijzingen. Als het echt helemaal mis ging, dan werden we opgehaald. Dat is dan wel weer aardig, die geweldige Italiaanse servicegerichtheid. Echt navigatore-ultra.

zondag 2 oktober 2011

Doe het zelf

Nederland is, gemiddeld gesproken, ongetwijfeld de onbetwiste koploper van de DOE-HET-ZELF. Ongeveer in elke plaats vliegen de bouwmarkten je om de oren. In Italië is eveneens sprake van een stijgende trend, maar daar loopt de FAI-DA-TE nog behoorlijk achter. Vaak is daar de insteek ook nog meer die van vrolijke huisvlijt in plaats van die van stoere constructie. Zoals overal treedt ook op dit vlak overigens vervlakking op en is er sprake van een pan-Europese samenvloeiing richting Lifestyle.

Bovenstaande intro zou aanleiding kunnen geven tot interessante en wijsneuzige cultuurhistorische beschouwingen, maar dat is niet de bedoeling van deze eenvoudige blog. Waar we echter wel op willen wijzen is het feit dat Nederland op één aspect van het doe-het-zelven heel erg achterloopt op Italië, en dat is het doe-het-zelven op het gebied van de insectenbestrijding.

Neem bijvoorbeeld wespen (vat dit niet letterlijk op, want dat doet behoorlijk pijn) die nog tot de late zomer bijzonder hinderlijk aanwezig kunnen zijn. In Nederland geeft de aanwezigheid van wespen meteen aanleiding tot professionele paniek. Als wij ons bij het waarnemen van wespen wenden tot het wereldwijde web dan treffen we daar ogenblikkelijk de site http://www.wespenbestrijding.nl/ die ons alarmerend bericht: “Bij het ontdekken van een wespennest is het belangrijk dat u rustig reageert en het professioneel, door een wespenbestrijder, laat verwijderen. Wespenbestrijding kunt u namelijk niet zelf doen. Zelf aan wespenbestrijding doen is gevaarlijk.”

Vermoedelijk kun je er dood aan gaan als je even niet oppast. We zijn immers een heetgebakerd volk en het hoofd koel houden is voor ons alleen weggelegd na deugdelijke training en certificering.

Op het Italiaanse platteland is de benadering een totaal andere. Daar is de verhouding tot de kleine, felle stekertjes er een van sportiviteit, en kan de wedstrijd gewonnen worden met behulp van de superspuitbus, te verkrijgen in elke fai-da-te en betere ferramenta. Een kloek exemplaar van dertig centimeter hoog, met een spuitbereik (zo juicht de wervende tekst op het ding) van wel vijf meter! Echt het betere spuitwerk. Vijf meter is overigens enigszins optimistisch berekend, maar het spuit wel als een tierelier.

Dan begint de jacht. Allereerst dient de vraag beantwoord waar zich het nest bevindt. Wij bestrijden alleen direct rond het huis, en de gaten in de muren van natuursteen zijn een favoriete nestplaats voor de wesp. Hoewel de kleine krengen overal weten in te kruipen als je even niet oplet. Ook in het meterkastje van de gastank zijn we ze regelmatig tegengekomen.

Vervolgens wordt het juiste tijdstip bepaald. Maximum impact bereik je vlak voor zonsondergang als de hele familie zich in het nest verzamelt. Maar te laat is ook niet goed, want dan zie je te weinig.

Tenslotte kies je positie. Belangrijk is in dit kader de vrije vluchtroute. Als je verkeerd spuit kan enige agressie ontstaan en dan moet je weg kunnen komen. Met de agressie valt het in het algemeen reuze mee, want de hersenkwaliteit van wespen is niet van een zodanig niveau dat ze een direct en oorzakelijk verband leggen tussen de giftige vloeistof die hen treft (of net mist, want als je raak schiet liggen ze meteen op apegapen) en het feit dat op enkele meters afstand van het nest een menspersoon met een langwerpig object staat. Je doet er echter goed aan ze in zo’n geval niet te gaan naderen, want op de een of andere manier zijn ze behoorlijk op hun privacy gesteld en dat moet je respecteren.