zondag 27 februari 2011

Veldwerk

Omdat de Second Home beurs in Utrecht er aan zit te komen en we als Droomhuisitalie voeling moeten houden met de markt zijn we de afgelopen dagen even naar Italië heen en weer gewipt. Resultaat: twee keer op voor dag en dauw. Maar belangrijker nog: twee dagen prachtig weer zonder een wolkje aan de lucht en twee dagen lang heerlijk gegeten en gedronken.

Je beleeft nog eens wat als je om 7:10 uur van Schiphol wilt vertrekken. De eerste trein uit Alkmaar bijvoorbeeld. Wat een persoonlijke bejegening! Controle van de kaartjes al voordat we instappen. De enige passagiers in de hele trein. Van Alkmaar tot Zaandam rijden over het verkeerde (linker) spoor zonder botsing. Kortom: de hele Nederlandse infrastructuur voor ons alleen.

Maar dat zijn natuurlijk randverschijnselen van betrekkelijk belang. Veel interessanter is het gegeven dat de Italiaanse banken het gevoel van crisis een beetje achter zich hebben gelaten en weer iets willen doen met al dat geld dat ze nog steeds in kas hebben. Hypotheken verstrekken, bijvoorbeeld. Ze hebben namelijk in de gaten gekregen, zo vertelden onze Italiaanse makelaarsvrienden, dat particuliere leners in het meer dan overgrote deel van de gevallen gewoon de rente en aflossing betalen en dat het dus eigenlijk heel fijne klanten zijn die je maar beter aan boord kunt hebben. Kom daar in Nederland maar om! Hoe dan ook: ze struikelen nu over elkaar heen met pakkende aanbiedingen om binnen een week een hypotheek voor je te regelen. Wie meer wil weten kan eens online zijn licht opsteken op http://www.mutuionline.it/ om een indruk te krijgen wat de mogelijkheden zijn.

Goed nieuws natuurlijk voor wie een huisje in Italië overweegt. De markt is intussen behoorlijk uit zijn winterslaap gekomen en dus kan het heel aantrekkelijk zijn om eens tot oriëntatie over te gaan. Bijvoorbeeld door langs te komen op de Second Home beurs die van 18 tot en met 20 maart in de Jaarbeurs in Utrecht wordt gehouden. We zijn daar namens Immobiliare Valtaro present en voor gratis toegangskaarten kun je contact met ons opnemen.

[Gratis toegangskaarten Second Home beurs]

zondag 20 februari 2011

Parlare

Er wordt wel eens gezegd dat de Italiaanse taal niet moeilijk is. Dat wordt dan bijvoorbeeld gebaseerd op de opvatting dat je in het Italiaans de woorden uitspreekt zoals ze geschreven staan. Dat is, zeker in vergelijking tot het Frans, een op zichzelf plezierig feit, maar in de praktijk heb je er niet zoveel aan. Alsof het leven bestaat uit het voorlezen van gesproken Italiaanse teksten!

Een veel grotere kern van waarheid schuilt in het feit dat Italianen in de praktijk een stuk menselijker omgaan met vreemdelingen die hun taal proberen te spreken dan Fransen. Twee oprecht geprobeerde Italiaanse woorden, en ze vinden het gemiddeld al prachtig. Parli bene l’italiano. Si, veramente! Kom daar maar eens om bij een model-fransoos. Die gaat immers uit van de granieten waarheid dat God de wereld heeft geschapen ter verspreiding van de eer en glorie van de civilisation française in het algemeen en de franse taal in het bijzonder. Als er geen perfect Frans jouw mond verlaat, wordt er niet eens geluisterd.

Zo zie je maar, taal is ook een sociaal proces. Net zoals alles wat in Italië door de mond gaat een sociaal proces is. Maar we gaan het dit keer niet over eten en drinken hebben.

Dit sociale proces heeft vele eigenaardigheden en bijzonderheden. Zo is daar de eigenaardigheid om lange woorden te breien door persoonlijke en meewerkende voornaamwoorden aan de werkwoordsvorm vast te knopen. Een interessante variant van de razionalizzazione (ook al zo'n bekbreker) van de taal. En wat te zeggen van de exotische werkwoordsvormen die zelfs in de subtiliteiten van de Nederlandse taal geen gelijke kennen. Hoe zo simpel? Maar gelukkig te vermijden door blije en goed begrepen vakantiecommunicatie met behulp van enkelvoudige zinnen in de indicativo presente.

Lastiger is dat natuurlijk met het leggen van de juiste klemtoon. Een klemtoon kun je niet verbuigen. Een klemtoon ligt goed of niet. Vooral bij geografische aanduidingen (plaats- en streeknamen, en zo) is het voortdurend feest. Bij Venezia ligt de klemtoon op ne, maar bij Veneto op Ve. Logisch toch?

 
Ook heel apart is de Italiaanse gewoonte om in principe geen samengestelde klinkerklanken te hanteren (of is juist onze gewoonte apart om het wel te doen?). Je wordt helemaal blij van de manier waarop ze ok zeggen als ze bedoelen dat het in orde is (okee dus). Dat klinkt als o-ka-i. En een in de tweede wereldoorlog zwaar gebombardeerde boomtown aan de benedenloop van de Magra dient aangeduid te worden als Aa-oel-la (Aulla, dus).

Bij onze Italiaanse vrienden veroorzaakte het onlangs enig onbegrip toen we meldden dat we mensen kenden in Foini. Dat had helemaal niets te maken met het feit dat Foini een rotgat is, maar alles met het feit dat we even vergaten dat het hier om Fo-ie-nie handelde. Hoe dan ook: het is op zich leuk om je te realiseren dat er op deze wijze Italiaanse woorden bestaan van drie lettergrepen met vier letters (ciao). Italianen kunnen best lekker zuinig zijn met letters, als ze maar willen. Maar daar staat weer tegenover (totaal irrelevant maar eveneens grappig) dat ze nooit de Nederlanders zullen overtreffen in het maken van woorden met acht medeklinkers achter elkaar (angstschreeuw).

Laten we het erop houden dat Italiaans een klinkertaal is, en Nederlands een medeklinkertaal. Voor nu is dat een mooie constatering om mee te besluiten, maar over taal is vast veel meer te vertellen.

Daarom tot slot een vraag: wat, lieve lezers, is jullie favoriete Italiaanse woord? Schrijf het ons, dan zullen we bij gelegenheid daar eens een verhaaltje aan wijden.

vrijdag 11 februari 2011

Tiepolo op de vlakte

In de donkere wintermaanden, ver weg van het zonnige Italië, valt het vullen van een blog niet altijd mee. De dagen zijn kort en weinig opwekkend. Het energieniveau vertoont dezelfde eigenschappen. Vragen naar de zin van het bestaan en van alles wat zich daarin voordoet komen te pas en te onpas (meestal het laatste) hinderlijk voor het geestesoog zweven. Dat ook de Po-vlakte er in deze periode van het jaar behoorlijk mistroostig (of is het misttroostig? nou ja, in ieder geval mistig) uit kan zien is daarbij een schrale troost. De inspiratie is, kortom, wel eens ver te zoeken.

Gelukkig liepen we onlangs digitaal tegen het feestelijke feit aan dat Giambattista Tiepolo ook in het midden van de Po-vlakte zijn sporen heeft nagelaten. Big deal, zult u misschien denken, maar wij worden er toch behoorlijk door geënthousiasmeerd. Dat zit ongeveer zo:

Een van de mooie dingen van Italië vinden wij de Italiaanse schilderkunst. Kunst en cultuur, je kunt er ons elk moment van de nacht voor wakker maken! Die afwijking hebben meer mensen, probeer in de zomermaanden maar eens een museum binnen te komen met HEEL BEROEMDE KUNST. In het algemeen zijn we vooral gek op de vroeg- en hoogrenaissancistische schilderkunst en fronsen we al weer een beetje de wenkbrauwen bij de overmatig druk gemodelleerde spierpartijen van Michelangelo (over de toppe aansteller!). Maar ja, een mens wordt ouder en wijzer, en plotseling was daar een aantal jaren geleden, in ons geval, een predilezione, om niet te zeggen een ernstige fascinazione voor voornoemde Giambattista.

Om een lang verhaal kort te maken: sinds die tijd rekenen we ons tot het selecte (een vermoedelijk niet bestaande) genootschap van Tiepolisti, die als ultiem doel hebben om al het werk van de meester op locatie te bewonderen en oculatief op te slurpen. Vandaar de opwinding, die lichte kriebel in de nek, bij de ontdekking van het bescheiden en o zo gewone dorpje Verolanuova ergens diep in de provincie Brescia. Het vakantiegevoel sloeg weer meteen toe bij de opening van het fraaie fotoalbum dat de streek-VVV op internet voor ons allen beschikbaar heeft gesteld. De Pianura Bresciana is echt een onontdekt pareltje met grote ansichtkaartkwaliteit! Dat je zo leuk kunt fietsen en paardrijden langs het schattige riviertje de Oglio!

Echter, alle opwinding terzijde, de meester roept. En wel vanuit de Basilica Romana Minore San Lorenzo Martire. Een hele mond vol, maar daar staat tegenover dat ook de schilderijen van Giambattista in de kerk van een fors formaat zijn. Het zijn er twee, en ze gaan zo’n 10 meter de hoogte in.

In het ijverige boek vol letters en plaatjes dat professor Levey aan Tiepolo heeft gewijd en dat gelukkig op de flaptekst voor een triomf wordt versleten wordt het doek Het verzamelen van het manna (zie plaatje) voor het beste van de twee gehouden. Op grond van het beschikbare bewijsmateriaal neigen we ertoe de professor gelijk te geven. Het is een bont tafereel waarin een zorgvuldig geënsceneerde schare op de begane grond op allerlei manieren bezig is het manna tot zich te nemen, terwijl vanuit de hoogten enkele hemelse creaturen bezig zijn met de distributie ervan. Dramatisch vormgegeven bomen zorgen ervoor dat de aspecten van hemel en aarde scenisch met elkaar worden verbonden. Op het plaatje is dat allemaal niet zo goed te zien, maar tien strekkende meter biedt ruimte voor een heleboel pakkende details! Laat dat maar aan Tiepolo over. Ergens tussen hemel en aarde resideert op een soort natuurlijk podium Mozes, die als een manager avant la lettre leiding lijkt te willen geven aan het distributieproces en sterk de indruk wekt dat door zijn persoonlijke interventie het gewenste resultaat is bereikt.

Voor wie niet kan wachten tot een reisje naar Verolanuova mogelijk is: je kunt ook virtueel door de kunst in de kerk heen. En als je het helemaal levensecht toeristisch wilt maken druk je eerst de toeristenfolderplattegrond van de kerk af. Dan loop je zomaar de kans om op een grauwe winterdag een authentiek vakantiegevoel te ervaren. Drink na afloop een glaasje wijn op het terras van je bankstel.

Noot: De biografische en picturale hoogtepunten van Tiepolo zijn te vinden op de Italiaanse Wikipedia. Voor een uiterst beknopte samenvatting kun je op de Nederlandse versie terecht.