zondag 1 juni 2014

La Superba

Hoewel we als Droomhuis Italië een verstandige afstand proberen te bewaren van de waan van de dag en tijdloos proberen te rapporteren over de Italianità, blijken we ons op sommige momenten toch op de snelweg van het tijdgebonden rumoer te bevinden. Onbedoeld, zullen we maar zeggen. En dan moet je wat. Bijvoorbeeld ergens iets van vinden en meedraaien in de rondedans van de meningen.

Zo hadden we, om bij ons laatste verblijf in Italië iets te lezen te hebben, een spontane greep gedaan naar het werkje La Superba van Ilja Leonard Pfeijffer. Ging daar een overwogen keuzeproces aan vooraf (je kunt tenslotte niet alle boeken meenemen uit de boekhandel)? We zullen het niet mooier maken dan het is: we laten ons bij onze keuze regelmatig leiden door het feit dat het boek in Italië speelt. Of van Italiaanse afkomst is. Op deze wijze hebben we een Italiaans bibliotheekje bij elkaar gesprokkeld en op locatie weggelezen. 


En dit werk speelt zich af in Genua, La Superba (dat was ons vanaf de omslag al duidelijk). Een intrigerende stad, we zijn er nog niet zo lang geleden geweest, en weer eens wat anders dan dat platgetreden Firenze. Dat het boek als hoofdpersoon een grote dikke schrijver heeft in wie we moeiteloos de contouren van de heer Pfeijffer zouden kunnen vermoeden werd ons pas al lezende duidelijk. Maar ach, in het Italiaanse zijn we tolerant en grootmoedig.

Wie schetst onze verbazing dat het werk, ongeveer op het moment dat we de laatste bladzijde omsloegen, er met zo'n beetje de belangrijkste prijs uit de Nederlandse letteren vandoor ging, de Libris literatuurprijs? Een gedreven jury had een keuze gemaakt uit zes veronderstelde meesterwerken, en La Superba schitterde van al dit goud het meest. Wij hadden ons beperkt tot het kopen van slechts één boek, en daarbij meteen de juiste keuze gemaakt. Je hebt het in je, of niet.

En wat hadden we dan wel gelezen? De jury, onder leiding van meesterlezer Paul Witteman, vatte het als volgt samen: ‘een belangrijke roman met universele zeggingskracht, die de komende jaren vele nieuwe lezers verdient, ook buiten ons eigen taalgebied. Behalve een ode aan Genua en zijn bewoners, is La Superba in de eerste plaats een indrukwekkende ode aan de verbeelding.’ Dat leidde bij ons, op basis van wat we net zelf onder ogen hadden gehad, tot enige verwarring. Er gingen gedachten door ons heen als: Geen wonder dat Paul op televisie een stapje terug heeft moeten doen. Of: Als dit boek de hoofdprijs wint staat het er met de Nederlandse letteren niet al te best voor.


Want, om er geen doekjes om te winden: La Superba mist te veel om voor indrukwekkend door te kunnen gaan. Het is onevenwichtig en slechts hier en daar groots. In zijn behandeling van seksualiteit maakt de schrijver het pijnlijk duidelijk dat hij het niveau van een zeventienjarige puber niet heeft weten te ontgroeien. Soms is het vertelde irrelevant, bijvoorbeeld in het breed uitgesponnen intermezzo over de Britse alcoholist Don die een gelukkige verdrinkingsdood sterft in een continu stromende hoeveelheid gin. Soms is het heel slechte vertelkunst, zoals in het intermezzo van de Afrikaanse vluchteling. Die vertelt zijn dramatisch levensverhaal (tenminste, dat is de bedoeling), maar je hebt voortdurend het gevoel dat je terecht bent gekomen in een saai maar uiterst ordelijk hoorcollege van een middelmatige en ongeïnspireerde academicus.

Het leukste zijn eigenlijk de anekdotische passages, zoals de twee hilarische pagina's waarin het verschil tussen Nederlandse en Italiaanse cameramannen wordt uitgelegd. Of de beschrijving van het televisiegenre Ik vertrek, waarin mensen het roer omgooien en in verre landen de weg kwijtraken. Dan toont de schrijver zijn kunnen, om vervolgens weer kopje onder te gaan in de zelf opgelegde plicht om een heel boek vol te krijgen. Knap overigens (we zijn niet te beroerd om ook dat tolerant en grootmoedig toe te geven) hoe de laatste anekdote vele pagina's verder op het eind weer opduikt als spiegel om de eigen ondergang van de grote, dikke, als schrijver opgevoerde hoofdpersoon te reflecteren.

Dat weet het boek als geheel echter niet te redden. In Nederland is dat vervolgens geen bezwaar. Lees er de recensies maar op na. De dikke prijs zij de heer Pfeijffer van harte gegund.

En zo zijn we in deze simpele blog eens een keertje lekker actueel uit onze slof geschoten. En weet u nu wat wij vinden van La Superba (en ook een beetje van de Libris literatuurprijs). Maar wat vindt u? Reageer, want ook dat is modern en actueel.

3 opmerkingen:

  1. Ik zat me al af te vragen of ik de enige in Nederland ben die dit boek niet goed genoeg vind om de Libris literatuurprijs te winnen. Heel mooi omschreven in dit Blog, ik vond het bagger, een worsteling om er door heen te komen. Alle goede recensies ten spijt maar bij bol.com heeft het slechts 1 ster van mij gekregen, Julie

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Terecht die librisprijs. Wat een virtuoos schrijver. Het engagement spat ervan af, uitdagend onsamenhangend of beter...heerlijk ontregelend, bevrijdende stijl die je meevoert in de vooral liefdevolle en respectvolle beschrijving van de (mede) bewoners van Genua aan de zelfkant van de maatschappij. Een aanklacht tegen het huidige vluchtelingenbeleid en wat dat betekent voor de vluchteling als individu die door het schrijven van Pfeijffer een gezicht krijgt. Het haalt je als lezer uit je comfortzone en inspireert tot nieuwe gedachtes in essentie m.i. de bedoeling van literatuur. Direct het andere boek van Pfeijffer, brieven uit Genua, besteld.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Zo zie je maar hoe verschillend we tegen de dingen aan kunnen kijken. Ilja zal blij zijn met de laatste reactie. Mooi om te lezen is zijn brief aan Europa. Zie http://www.vpro.nl/programmas/via-genua/lees/boekfragmenten/brief-aan-europa.html. Eens latinist, altijd latinist. Of zoiets.

    BeantwoordenVerwijderen