zondag 29 juni 2014

De situatie met het water

Onze toenmalige kroonprins leerde al van zijn vader dat er met water drie dingen zijn. Het is te veel, te weinig of te vuil. Combinaties van deze drie (niet alle combinaties, overigens) zijn ook mogelijk. Dat maakt wel duidelijk dat je er bovenop moet zitten. En zo was het watermanagement geboren.

In het dorp waar wij ons eerste huisje hadden gekocht was Gianni verantwoordelijk voor het watermanagement. Dat had heel erg te maken met het feit dat hij de enige permanente bewoner van het dorp was. Mario was eveneens goed op de hoogte, maar hij was er meestal alleen in het weekeind, en een halve week op water moeten wachten is geen haalbare optie.

Watermeter zonder rekening: als de radertjes draaien weet je
dat het water stroomt.
In dit kader dient gememoreerd dat het dorp was aangesloten op een eigen bron. Geen bijzonder fenomeen, want de Italiaanse Apennijnen staan stijf van het water en op de gekste plaatsen borrelt het op. Een eigen bron betekent dat je nooit waterrekeningen krijgt (voordeel!), maar dat je er wel zelf voor moet zorgen dat het water blijft stromen. Ook dat laatste is overigens met de Italiaanse waterleveranciers niet per se een nadeel. De servicetijden kunnen er aanmerkelijk door verkort worden.
Milieuvriendelijk beheer: zolang de waterleiding niet kapot is
hoeft er niets aan te gebeuren.
Het had wel voor een situatie gezorgd dat de kwaliteit van het waterleidingwerk een pragmatisch samenstel was van enigszins los gestructureerde elementen van wisselende kwaliteit. De oorspronkelijke ruim bemeten serbatoio pal achter ons huis had een capaciteit van zo’n 8000 liter, maar was buiten gebruik gesteld toen de constructie scheuren begon te vertonen. Van reparatie was uiteindelijk afgezien, omdat dat blijkbaar toch wel heel erg moeilijk was. Het tragische verscheiden van een dorpsbewoner die in het vat bezig was en er niet meer uit kon komen leek daar iets mee te maken te hebben. Het fijne van het verhaal zijn we nooit te weten gekomen.

Beginpunt van het canale di Mario
Hoe dan ook: het probleem was opgelost door hoger op de helling een tweetal nieuwe waterreservoirs te installeren. Die hadden weliswaar een veel kleiner volume, maar zolang je niet urenlang met zijn allen aan het douchen sloeg (of soortgelijke waterintensieve handelingen wenste te verrichten) was er niet veel aan de hand. Mario die wat hoger op de berg zijn woning had, had daarbij gezorgd voor een eigen reservoir dat via een aftakking van de waterleiding, in de volksmond bekend als het canale di Mario, werd gevoed.

In onze eerste Italiaanse zomers kwam het een paar keer voor dat midden op de dag de waterdruk helemaal wegviel. Op die momenten bleek Gianni’s oude moeder aan watermanagement te doen en was ze ’s morgens de moestuin gaan bewateren zonder bij vertrek de kraan te sluiten. Dat gaf mooie tomaten, drijvende sla en een tuin waar je pas twee dagen later weer goed in kon, maar ons ongemak was meestal na een half uurtje verholpen.

Toen enkele jaren later het water langduriger wegviel en geen aanstalten maakte om terug te keren begrepen wij dat er iets anders aan de hand moest zijn. Hier waren de watermanagementkwaliteiten van Gianni vereist. De laadbak van de tractor werd volgestopt met onduidelijk, maar vermoedelijk uiterst bruikbaar materiaal, en zo reden we de berg op. Dat wil zeggen: Gianni reed, en wij liepen er als ongeschoold manusje van alles leergierig achteraan. Al snel bleek dat we aan reverse engineering gingen doen. Van onder tot boven gingen we de bekende knelpunten langs om te kijken waar zich waterstremmingen voordeden.

Watermanager in actie. Niet voor een gat te vangen!
Het onderste reservoir stond zo goed als leeg en werd nauwelijks gevoed. De put halverwege het weiland waar de oude en nieuwe bron samenkwamen en je erg op moest passen voor adders gaf hetzelfde beeld. Het bekende zwakke punt op het hoger gelegen bospad, waar ooit bij een aardverschuiving de leiding was geknapt vertoonde geen bijzondere sporen en evenmin een aanwezigheid van water. Dit was een eerste belangrijk signaal in de ogen van de watermanager: het probleem had te maken met de nieuwe bron, en het feit dat we zo weinig water hadden werd veroorzaakt door het feit dat alleen de oude bron nog leverde. Voor de zekerheid (en om alle andere mogelijke verklaringen uit te sluiten) werden de leidingen die we hadden opgegraven nog maar even doorgeblazen door de leiding met een poetslap aan te sluiten op de uitlaat van de tractor en daarna stevig gas te geven. Ogen, oren, neus en keel kregen het bij die handeling even stevig te verduren. Die avond hebben we voor de zekerheid alleen flessenwater gebruikt om te koken en thee en koffie te zetten.

Vanaf dat moment schakelde de watermanager over op een tactiek van forward engineering en gingen we linea recta naar de nieuwe bron. Die bleek geheel in de bebossing verdwenen en enigszins lastig te traceren, maar ook daar weet een bergtractor wel raad mee. In no time was een ruim zoekgebied van struweel ontdaan en konden we op zoek naar de bovenste put die het aan de oppervlakte opborrelende water opvangt en het leidingensysteem instuurt. Toen we daar konden constateren dat de bron nog steeds stroomde en een gemiddelde productie te zien gaf van vijf liter water per minuut kenden we de aard van het probleem: een verstopping ergens in de eerste 250 meter van de leiding.

Het spreekwoordelijk lek is
boven water!
Hoe stel je vast waar zich in die 250 meter precies de verstopping bevindt? Ook daarvoor had de watermanager een oplossing. Je zaagt gewoon om de zoveel meter de leiding door en kijkt wat je tegenkomt. Gelukkig was het de eerste keer, twee meter van de serbatoio, al raak en zagen we de verstopping met eigen ogen in volle glorie de boel verstoppen. Wortels van de planten rondom de put waren op zoek naar water binnengedrongen en het filter om de leiding schoon te houden was er niet helemaal tegen bestand gebleken. Jaar na jaar hadden minuscule wortelhaarvaten zich vermenigvuldigd tot een solide soort van kabel die de leiding stukje bij beetje totaal had gevuld en afgesloten.


De boosdoener is gearresteerd en afgevoerd.
Toen was het alleen nog zaak om de wortel uit de leiding te krijgen en dat was ouderwets wrik- en trekwerk dat na een half uurtje wel klaar was. Dat we daarna moesten constateren dat we in de voorraad van de watermanager geen verbindingsstuk aantroffen om de doormidden gezaagde leiding te herstellen was slechts een detail dat wachtte op de middagopening van de Ferramenta in het nabijgelegen dorp. ’s Avonds konden we gewoon weer onder de douche.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten