Carpi is op dit
moment weliswaar een goed bewaard geheim, maar het is de vraag hoe lang dit nog
zo zal blijven. Rustig ligt het nu nog een beetje te suffen in de Po-vlakte,
een paar kilometer boven Modena, maar in schoonheid steekt het zijn grote broer
naar de kroon. Wie in de buurt is moet snel maar een kijkje gaan nemen.
Wij stootten bij toeval op Carpi. Dat had te maken met het
feit dat we ook eens Modena wilden bezoeken, de bakermat van de balsamico. Dat werd een beetje
vervreemdende ervaring. Met Modena is op zich niets mis, maar we kwamen
eigenlijk nergens balsamico tegen.
Geen enkel klein, fijn winkeltje in de binnenstad dat ons naar binnen wilde
lokken om tegen een pakkende, pittige prijs culinair uit ons dak te gaan en
minstens dertig jaar oude hemelse aceto van
een unieke soort aan te schaffen.
In slechts twee obscure winkeltjes troffen we een kleine
selectie in de etalage aan, met het verzoek daarvan geen foto’s te maken.
Selfie met balsamico, het blijft een
gemiste kans. Heel anders was dat toen we een paar jaar geleden in Rome over de
markt van het Campo de’ Fiori liepen.
Daar werden we bijkans (in overdrachtelijke zin) doodgegooid met leukige en,
qua prijs, op Amerikaanse toeristen afgestemde flesjes van het spul, zorgvuldig
van smaak ontdaan door de brandende zon die er al maanden op moeten hebben
geschenen. Ware balsamico gedijt het
best op stoffige en schemerige zolders.
Maar daar gaat het hier niet om, want we willen het over
Carpi hebben. Carpi is niet van gisteren, want het schijnt wortels te hebben in
de prehistorie. In de middeleeuwen kwam er echt de vaart in en ontstond het
ruim bemeten Piazza dei Martiri met
het daaraan gelegen Palazzo dei Pio,
genoemd naar het geslacht dat in de periode 1319 tot 1525 in Carpi de baas
speelde.
Dat paleis is echt een plaatje. Een gravure die daar ergens
is opgehangen laat zien hoe het in lang vervlogen dagen als vesting met
slotgracht en al Hollywood- (of Disneyland-?) kwaliteit lag uit te stralen.
Nu
is het onderdeel van de stad geworden, maar het is nog steeds imposant en
indrukwekkend met zijn Passerino
Bonaccolsi toren, de renaissancevoorgevel, de Galasso Pio toren, de uurwerktoren uit de 17e eeuw, het centrale
binnenplein naar een ontwerp van Bramante en de kapel met
fresco's van Bernardino Loschi en Vincenzo Catena.
Op een ander binnenplein is
een fors monument opgetrokken dat de Jodenvervolging van de Tweede Wereldoorlog
gedenkt. Dat lijkt, gezien de eigen Italiaanse positie in de tweede
wereldoorlog, misschien een beetje hypocriet, maar in het licht van het feit
dat zich in de directe omgeving indertijd het concentratiekamp van Fossoli bevond, van waaruit Italiaanse joden (onder
hen bevond zich Primo Levi) naar de Duitse vernietigingskampen werden gestuurd,
ook wel weer begrijpelijk.
Carpi is ook de geboorteplaats van de filmregisseur Liliana
Cavani, vooral bekend van de ontregelende en diepzwarte film The Night Porter (Il portiere di notte), waarin ze op indringende wijze duidelijk
maakt dat ook na het einde van de oorlog
de vernietiging van menselijkheid en menselijke waardigheid doorettert.
Maar daar is gelukkig weinig van te merken als bij ons
bezoek op het Piazza dei Martiri de
wekelijkse markt plaatsvindt, veel leuker dan die toeristenmarkt in Rome, met
echte Italianen die echte dingen kopen voor echt gebruik.
Het verhindert
weliswaar het zicht op de monumentale bebouwing, maar maakt de hele boel wel
een stuk levendiger. En een leuke markt verlaten we altijd, zo materieel zijn
we ook wel weer ingesteld, met een aantal leuke dingetjes.
Het zicht op de Duomo,
waar in 1514 mee begonnen werd en die in 1774 barok werd voltooid, wordt
overigens eveneens onttrokken door schuttingen. Daar kunnen we dus niet in.
Verder rondkijkend in Carpi valt ons de aanwezigheid van een groot aantal
bouwkranen en steigers op. Heel monumentaal Carpi lijkt aan een fikse
opknapbeurt te worden onderworpen. Dat zou je kunnen toeschrijven aan het feit
dat de stad bij de aardbeving van 2012 flink werd toegetakeld, maar de
voortvarendheid waarmee de boel wordt opgeknapt en verfraaid is daarmee niet afdoende
verklaard.
Daarom ontwikkelen wij een andere en veel uitdagender
theorie: Hier is sprake van een grootse poging om Carpi op de kaart te zetten.
Het zou ons niets verbazen als over een paar jaar, wanneer de steigers zijn
afgebroken en de bouwvakkers zijn vertrokken, de grote sprong voorwaarts wordt
gemaakt. Carpi wordt Europese culturele hoofdstad van het jaar 2019. Officieel
staan Matera en Plovdiv nog op de agenda, maar dat gaat binnenkort veranderen. Mark our words!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten