Als je op het
platteland van Italië een huis koopt, heb je een goede kans dat je er een
aantal fruitbomen bij krijgt. In een boerentuin is weinig te vinden dat er
gewoon voor het mooi is geplant, dus ook de bomen in de tuin hebben het nuttige
en productieve doel om bij te dragen aan de voedselproductie.
Dat kan aanleiding
geven tot dilemma’s, bijvoorbeeld als je als blije koper plotseling de
beschikking krijgt over een boomgaard met vijftig perzikbomen die in de loop
van de zomer allemaal vol blijken te hangen met goed eetbaar fruit. Als je het
dan niet kan aanzien dat al die perziken nodeloos op de grond gaan vallen is
het hard werken geblazen. En meer fruit eten dan vermoedelijk menselijk
mogelijk is.
Meestal beperkt
zich het bomenbezit tot enkele bomen en een fruitproductie die is toegesneden
op de menselijke maat. Dan nog is een zekere selectiviteit niet ongewenst, want
we hebben het in ons geval geprobeerd met appels en peren waaraan op geen
enkele wijze enige eer te behalen viel. Niet te eten, kortom. En evenmin geschikt
om te worden veranderd in appelmoes of stoofpeer.
Met de pruimen
hebben we het beter getroffen. Hoewel het onderscheid tussen prugne en susine
nooit helemaal duidelijk is geworden hebben we er al jaren goede ervaringen mee
en zijn we iedere zomer wel een aantal uren bezig met ontpitten, koken en in
potjes stoppen. Dat levert een uiterst smakelijke pruimensaus op die het goed
doet in toetjes. We gaan bescheiden om met de geleersuiker, zodat het geen jam
wordt en de smaak zijn frisheid blijft behouden.
Kersen is een
verhaal apart. kersen hebben namelijk een bijzonder slecht gevoel voor timing. In
de meivakantie zien we de veelbelovende kersenbloesem de bomen aantrekkelijk
wit kleuren. In de zomer, als we een tweede keer komen, kunnen we de
kersenpitten van het terras vegen. Bovendien is dan de boom een tamelijk
deprimerende verschijning geworden die met slap afhangende blaadjes de hele
zomer staat uit te stralen dat het werk erop zit en de beste tijd alweer achter
ons ligt.
Dit jaar zijn we
echter eind mei al aangekomen en voor het eerst zien we nu de kers zoals de
kers bedoeld is. Vol aantrekkelijk fruit dat met de dag roder en gezonder oogt.
De eerste geplukte kersen smaakten bovendien meer dan prima. Bovendien is het
ons ook mogelijk de zoete kers (ciliegia)van haar bittere zusje de
amarena te onderscheiden, omdat de amarena in het rijpingsproces een aantal
weken achter de ciliegia aanhobbelt. Allemaal goed nieuws dus. Niets dat ons
tegenhoudt om dit keer eens goed met de kers aan de slag te gaan.
lekker veel kersen |
Toch kennen ook wij
onze dilemma’s. Want het zijn wel lekker veel kersen, maar hoe krijgen we ze
allemaal als frisse kersensaus onze potjes in? Of, want daar gaat het
natuurlijk om: hoe krijgen we de pitten er uit? Voor het ontpitten van pruimen
draaien we onze hand niet meer om, maar (zo wees een kleine test uit) het
ontpitten van kersen is andere koek. En tenslotte: hoe krijgen we de kersen op ordentelijke
wijze de boom uit? Want (om in jargon te blijven) we hebben niet bepaald te
maken met laagstamfruit. Onze kersenboom
is van een zodanig indrukwekkend formaat dat de meeste kersen niet bepaald voor
de plukkende hand liggen. En stevig schudden, wat bij rijpe pruimen tot een
behoorlijk resultaat leidt, maakt op een boom met een stam van vijftig
centimeter dik geen grote indruk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten