zaterdag 4 juni 2016

Eindelijk kersen!



Als je op het platteland van Italië een huis koopt, heb je een goede kans dat je er een aantal fruitbomen bij krijgt. In een boerentuin is weinig te vinden dat er gewoon voor het mooi is geplant, dus ook de bomen in de tuin hebben het nuttige en productieve doel om bij te dragen aan de voedselproductie.

Dat kan aanleiding geven tot dilemma’s, bijvoorbeeld als je als blije koper plotseling de beschikking krijgt over een boomgaard met vijftig perzikbomen die in de loop van de zomer allemaal vol blijken te hangen met goed eetbaar fruit. Als je het dan niet kan aanzien dat al die perziken nodeloos op de grond gaan vallen is het hard werken geblazen. En meer fruit eten dan vermoedelijk menselijk mogelijk is.

Meestal beperkt zich het bomenbezit tot enkele bomen en een fruitproductie die is toegesneden op de menselijke maat. Dan nog is een zekere selectiviteit niet ongewenst, want we hebben het in ons geval geprobeerd met appels en peren waaraan op geen enkele wijze enige eer te behalen viel. Niet te eten, kortom. En evenmin geschikt om te worden veranderd in appelmoes of stoofpeer.

Met de pruimen hebben we het beter getroffen. Hoewel het onderscheid tussen prugne en susine nooit helemaal duidelijk is geworden hebben we er al jaren goede ervaringen mee en zijn we iedere zomer wel een aantal uren bezig met ontpitten, koken en in potjes stoppen. Dat levert een uiterst smakelijke pruimensaus op die het goed doet in toetjes. We gaan bescheiden om met de geleersuiker, zodat het geen jam wordt en de smaak zijn frisheid blijft behouden.

Kersen is een verhaal apart. kersen hebben namelijk een bijzonder slecht gevoel voor timing. In de meivakantie zien we de veelbelovende kersenbloesem de bomen aantrekkelijk wit kleuren. In de zomer, als we een tweede keer komen, kunnen we de kersenpitten van het terras vegen. Bovendien is dan de boom een tamelijk deprimerende verschijning geworden die met slap afhangende blaadjes de hele zomer staat uit te stralen dat het werk erop zit en de beste tijd alweer achter ons ligt.

Dit jaar zijn we echter eind mei al aangekomen en voor het eerst zien we nu de kers zoals de kers bedoeld is. Vol aantrekkelijk fruit dat met de dag roder en gezonder oogt. De eerste geplukte kersen smaakten bovendien meer dan prima. Bovendien is het ons ook mogelijk de zoete kers (ciliegia)van haar bittere zusje de amarena te onderscheiden, omdat de amarena in het rijpingsproces een aantal weken achter de ciliegia aanhobbelt.  Allemaal goed nieuws dus. Niets dat ons tegenhoudt om dit keer eens goed met de kers aan de slag te gaan.

lekker veel kersen
Toch kennen ook wij onze dilemma’s. Want het zijn wel lekker veel kersen, maar hoe krijgen we ze allemaal als frisse kersensaus onze potjes in? Of, want daar gaat het natuurlijk om: hoe krijgen we de pitten er uit? Voor het ontpitten van pruimen draaien we onze hand niet meer om, maar (zo wees een kleine test uit) het ontpitten van kersen is andere koek. En tenslotte: hoe krijgen we de kersen op ordentelijke wijze de boom uit? Want (om in jargon te blijven) we hebben niet bepaald te maken  met laagstamfruit. Onze kersenboom is van een zodanig indrukwekkend formaat dat de meeste kersen niet bepaald voor de plukkende hand liggen. En stevig schudden, wat bij rijpe pruimen tot een behoorlijk resultaat leidt, maakt op een boom met een stam van vijftig centimeter dik geen grote indruk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten