De stelling dat wilde zwijnen het in Italië
niet gemakkelijk hebben kan op zich niet onredelijk worden genoemd. Er wordt
wat afgejaagd. Daar staat echter tegenover dat ook jagers (althans naar eigen
zeggen) het evenmin gemakkelijk hebben in deze economisch barre tijden. Als we
onze vrienden Rietje en Willem mogen geloven (inside information!) wordt het aanhouden van een jachtvergunning
door het jagersvolk in toenemende mate onbetaalbaar geacht. Hier draait wederom
de perfide staat (DIEVEN!) de eerlijke geweerdrager minimaal één poot uit. Dat
sentiment laten we maar voor wat het is. Al denken we wel dat ook het bezit van
een stel jachthonden niet geheel zonder kosten zal zijn.
We
moeten echter niet denken dat de jacht zonder meer een wreed tijdverdrijf is
waarin de wet van de jungle telt. Ook hier is sprake van normen en waarden, van
regels en van verantwoord gedrag. Er dienen tenslotte geen onschuldige
slachtoffers te vallen. Dat zal vermoedelijk de aanwezigheid verklaren van de prachtige
nieuwe bordjes die we eind april in de bossen rondom ons huis aantroffen. Ruim
op tijd nu we nog een hele zomer voor de boeg hebben. Je kunt als
verantwoordelijk jagersvolk niet vroeg genoeg met waarschuwen beginnen.
Een
gewaarschuwd mens telt voor twee! Met ons vieren hebben we de tekst goed op ons
in laten werken: “Attentie? Mogelijke jacht op zwijnen aan de gang. Vanaf de
derde zondag van september voor twee opeenvolgende weken op donderdag en zondag
en vervolgens, tot de derde zondag van december, op woensdag, zaterdag en
zondag. Wees, voor uw veiligheid, voorzichtig en draag kleding met een hoge
zichtbaarheid.”
Duidelijk
is dat we komende herfst in ieder geval altijd vier van de zeven dagen veilig
zijn rondom ons huis. Maar wanneer begint de jacht nu eigenlijk precies? Telt,
als vanaf de derde zondag van september voor twee opeenvolgende weken op
donderdag en zondag gejaagd mag worden, de derde zondag van september dan mee,
of wordt pas na de derde zondag op donderdag begonnen? En wat is er mis met de
donderdag dat deze dag maar twee keer bruikbaar is?
Van
een meer speculatief karakter is de vraag of zwijnen door dit soort
mededelingen zouden kunnen zwijnen als ze konden lezen. Dit soort ideeën opent
nieuwe perspectieven op het gebied van de evolutie van deze zoogdiersoort.
Lezende zwijnen die een beslissend voordeel ontwikkelen ten opzichte van de
niet lezende soortgenoten. En dus (survival
of the fittest) een grotere kans hebben om te overleven. Wat vervolgens
leidt tot het ontstaan van een steeds intelligentere zwijnenpopulatie die op
enig moment ook de ratio van de jacht aan de orde zal gaan stellen. Als mensen
immers jagen op zwijnen, wat verhindert dan het feit dat zwijnen jagen op
mensen? In die zin valt de klacht van de jagers dat ze het niet gemakkelijk
hebben wel te begrijpen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten