
Tien
minuten later bevinden we ons in het proeflokaal van de firma Viotti om ons
nader te verdiepen in de hoedanigheden van de albarossa, een wijndruif die in
1938 ontstaan is uit een kruising van nebbiolo- en barberadruiven. We zijn weer
eens op wijnexcursie, en de albarossa is de grote onbekende die we vandaag een beetje
willen gaan doorgronden. Dat we voor het verkeerde gebouw stonden ligt niet aan
ons (vinden we). Moet je maar niet met koeienletters Viotti Vini op de oude wijnschuur zetten, terwijl het huidige
onderkomen (aangegeven met een naambordje van bescheiden dimensies) aan de
andere kant van de straat ligt.
Onze
gids is Guido Viotti, naar eigen opvatting vermoedelijk de beste man om ons
hierbij te begeleiden. Gun hem de eer om de ‘ontdekker’ van de albarossa te
zijn, of in ieder geval de man die in 2000 de druif aan de proefvelden van de
universiteit van Turijn ontrukte om er onder productieomstandigheden wijn van
te gaan maken. In Turijn had de druif sinds het eerder genoemde 1938 een
sluimerend bestaan geleid in een beschermd academisch milieu.
Speelde
toeval hierbij een rol? Of bestaat toeval niet? Het verhaal is hier dat in het
jaar 2000 Guido zijn wijnbedrijf wilde uitbreiden maar geen toestemming kreeg
om extra areaal van de bekende ‘grote’ druivensoorten aan te planten. Dan maar
op zoek naar soorten die wel waren toegestaan en in Turijn op de albarossa
gestuit. “Het was niet een heel erg voor de hand liggende keus,” vertelt Guido
(die naast een passie voor wijn eveneens een passie voor praten heeft), “want
de albarossa is een beetje een onooglijk druifje dat per kilo druif relatief
weinig wijn geeft. Beduidend minder dan andere soorten. Maar ik wilde wel eens
proberen wat er gebeurde als ik wat stokken aanplantte. Al na een paar jaar kon
ik mijn eerste wijn produceren en die beviel me wel. Dus ik ging verder en de
resultaten waren zodanig dat op dit moment ook een aantal grote producenten de
albarossa in het assortiment heeft.”
Maar
pas op! Niet alles wat albarossa heet is ook daadwerkelijk albarossa. Omdat het
een tamelijk weerbarstige druif is nemen producenten regelmatig hun toevlucht
tot het bijmengen van barbera of nebbiolo om de gewenste smaak te realiseren.
Guido is echter albarossapurist, en zijn albarossa is dan ook albarossa in purezza. Ook anderszins is
hij een tamelijk eigenzinnige teler, want uit de albarossadruif weet hij ook
een drinkbare rosé te wrochten, terwijl hij eveneens een droge wijn met een
volwassen alcoholpercentage uit de bracchettodruif perst. Bracchetto, was dat
niet dat zoete wijntje met kinderalcoholpromillage uit Acqui Terme?
Dan
zijn we toe aan proeven, want Guido trekt met plezier alle soorten wijn voor
ons open. Omdat de albarossa nog een kwartiertje op adem moet komen in de fles
voor hij in het glas mag gaat zijn conference intussen onverdroten verder.
Verhalen en beschouwingen, of een combinatie van beide. Dat zijn dochter Bianca
op dit moment ergens in de buurt van Calabria verblijft om een partij van 600
flessen albarossa in houten kistjes op te sporen die door een ingenieur uit
Turijn voor zijn bruiloft waren besteld maar nooit zijn aangekomen. Bianca is
de zevende generatie Viotti die in de wijn is gegaan en is afgestudeerd als
sommelier. Zelf heeft hij een bedrijfseconomische achtergrond. “Die partij had
een week geleden al moeten aankomen. Zo gaat dat in Calabria. Maar het laatste
nieuws is dat ze de zending op het spoor is gekomen.”
Van
een keukentafelgehalte is zijn observatie dat er slechts twee soorten wijn
bestaan: wijn die je lekker vindt en wijn die je niet lekker vindt. Ja, dank je
de koekoek, Guido, maar omdat je niet voor het kopen in de winkel alle flessen
kunt opentrekken is het toch wel handig om er iets genuanceerder naar te
kijken, en een beetje te begrijpen wat de eigenschappen van druif en wijn zijn
en of ze je bevallen. Dus proeven we aandachtig, en komen we tot de conclusie
dat de albarossa kan worden gekarakteriseerd als un vino impegnativo. Geen slobberwijntje, kortom, maar een wijn met
een stevige geur, een stevige smaak, en een afdronk die lang blijft hangen. Dat
hakt er behoorlijk in. Langzaam en aandachtig drinken. Ideaal voor
winteravonden bij een knapperend houtvuur. Een mooie conclusie om een uur of
elf in de ochtend te trekken, bij een buitentemperatuur van ruim dertig graden.
Maar je moet er wat voor overhebben.
Dan
hebben we het ook nog over de groeimarkten. Guido verkoopt graag aan
particulieren. Die kopen wel niet zo heel veel tegelijk, maar hij maakt er
graag zijn flessen voor open. Ze betalen tenminste meteen. Het grotere nieuwe verkoopwerk
vindt plaats in Rusland en China. Rusland en China, zijn dat niet dure flessen
kopers van grote namen zonder aandacht voor de inhoud? Wat moeten die met un vino impegnativo van een obscure
druif? Is hier sprake van een marketingmirakel? Voor de verspreiding, zo
blijkt, wordt meegelift op de verkoopkanalen van Lamborghini. Wordt hier
gebruikgemaakt van een bedrijfseconomisch persoonlijk netwerk? Enige concessies
aan de lokale smaak dienen wel te worden gemaakt. China wenst geen reguliere artistieke
etiketten, ontworpen door de bevriende kunstenaar Walter Pozzebon, maar gaat
voor poenerige etiketten van porselein. “Je moet het maar mooi vinden,” grapt
Guido. “Die krengen kosten twee euro per stuk en moeten met de hand op de fles
worden geplakt. Tweeduizend flessen, wat een werk!”
Gewapend
met deze insiderinformatie, een paar dozen wijn en een potje Mostarda d’Albarossa di Guido (16 uur
pruttelen!) verlaten we het pand. Voor de liefhebbers van nog meer detail: kijk
eens op de website http://www.viottivini.it/index.php
(ook Engelstalig).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten