Normaal gesproken houden we als Droomhuis Italië een
prettige distantie tot de actualiteit en de waan van dag, maar soms voelen we
toch een noodzaak om ergens iets van te vinden. Vandaag werden we opgeschrikt door
het nieuws dat het Italiaans er in Amsterdam binnenkort mee ophoudt.
Strikt genomen is
dat een lichte vorm van overdrijving (populisme, demagogie), maar we zijn dan
ook danig van ons stuk gebracht door het voornemen van de Universiteit van
Amsterdam (UvA) om de studie Italiaans als zelfstandige studie op te doeken. Dat
is, zo meldt ons Het Parool, in ‘houtskoolschets’-vorm uitgelekt. Zelfs de
wijze van formulering van dit nieuws draagt bij aan onze ambivalentie (wie
schetst onze verbazing?), want houtskool lekt in de regel niet. Daar hebben we
vloeistoffen voor.
Voordat we echter
in beeldspraak kopje onder dreigen te gaan (nog meer beeldspraak!) ondernemen
we niettemin een poging de feiten op een rijtje te krijgen. Ook ontmoedigend
nieuws krijgt onze journalistieke geneigdheid er niet onder. Als we het correct
formuleren heeft de Faculteit der
Geesteswetenschappen van de UvA het voornemen om de kleine talenstudies op te heffen,
waarbij de opleidingen Arabisch, Hebreeuws, Servisch-Kroatisch, Tsjechisch,
Pools, Italiaans, Scandinavisch en Nieuw-Grieks als zelfstandige studies verdwijnen.
Dat werpt een aantal vragen op, zoals:
- Wat kwalificeert een
taal als kleine taal? Anders gesteld: hoe groot moet je zijn als taal om in
Amsterdam zelfstandig te blijven?
- Is hier sprake van
koude sanering, of biedt de alma mater
een alternatief?
- Als Italiaans in
Amsterdam wordt gemarginaliseerd, naar welke enclaves van verlichting kunnen de
studieuze liefhebbers van la bella lingua
dan nog uitwijken?
Wat de omvang van
het Italiaans betreft is het een algemeen bekend feit (want ontleend aan Wikipedia)
dat wereldwijd ongeveer 63 miljoen Italiaans sprekenden rondlopen. Dat betreft dan
wel uitsluitend mensen die het Italiaans verdomd goed machtig zijn, want de
welwillende amateurs waartoe we ook onszelf rekenen zijn in dit getal niet
opgenomen. Amsterdam trekt dus wel een grote broek aan: op deze manier
lijken alle argumenten aanwezig om bij tegenvallende belangstelling ook het
Nederlands als zelfstandige studie op te heffen.
Er gaat ook iets
voor in de plaats komen, zo wordt beloofd. Het Italiaans zal nog als regiostudie en minor kunnen worden gevolgd. Los van het
feit dat hier belachelijk en onbegrijpelijk universitair jargon wordt gebezigd
is dit natuurlijk een huiveringwekkend toekomstbeeld. Italiaans wordt dan net
zo iets als Fries en Limburgs. De ‘provincialen’ uit Rome, Milaan en Napels
zullen het Amsterdams universiteitsbestuur dankbaar zijn.
Voor studenten
lijkt niets meer te resten dan zelf uit te wijken naar de provincie. Naar het
schijnt bevinden zich ook studies Italiaans in Leiden
en Utrecht.
En Groningen heeft, als bijna alle hoop vervlogen lijkt, nog iets grappigs als een
brede
studie Europese talen en culturen (ETC) waarin je ook Italiaans mag
spreken.
In het kader van de
vlucht vooruit kiest faculteitsdecaan Frank van Vree ook nog eens voor een
persoonlijke aanval op de studenten door ze te beschuldigen van luiheid. Studenten
studeren gemiddeld slechts 26 uur per week (wie heeft de stopwatch vastgehouden
om het feit te registreren?), terwijl er 42 uur voor staat gepland. Ze
gebruiken de rest van hun tijd om andere vakken te volgen of om zich buiten hun
studie te ontwikkelen. Dat is inderdaad een sluitend bewijs voor verregaande
luiheid.We zien de beteuterde bureaucraat
helemaal voor ons. Ontwikkeling buiten de studie, het zou verboden
moeten worden! Boekhoudkundig is de opleiding helemaal volgepland met een
gemiddelde studiebelasting van 60 EC per studiejaar. Dat is academisch jargon
voor 1680 studie-uren per jaar. Studenten mogen 12 weken per jaar op vakantie.
En dan slagen die verdomde studenten er in om met een gemiddelde werkweek van
drie dagen die twaalf weken ook te pakken. Een nachtmerrie.
Uit eigen
ouderlijke ervaring zijn we bekend met het fenomeen. 50% van onze eigen kleine
steekproef studeerde ooit op de UvA en slaagde geesteswetenschappelijk op soortgelijke
manier. Psychologie is makkelijk als avondstudie te doen naast een baan, mocht
dat nodig blijken. De andere 50% diende in Delft technisch georiënteerd stevig aan
te poten. Dat verschil echter, beste Frank, is de regelrechte consequentie van
de stompzinnige manier waarop in Amsterdam het onderwijs is georganiseerd. En
misschien ook wel van de docenten die het allemaal al snel mooi genoeg vinden.
Hand in eigen boezem, misschien?

En bovendien (laten
we wel wezen): Is de ontspannen houding van de studenten ten aanzien van de
zogenaamde studielast niet tevens een mooi en treffend voorbeeld van de
bijzonder Italiaanse attitude van il dolce
far niente? Die studenten, beste Frank, zijn eigenlijk verdomde goed bezig
zich de wezenskenmerken van de Italiaanse mentalità
eigen te maken. Ze studeren geen Italiaanse cultuur. Ze leven Italiaanse
cultuur. Zegt immers jouw
eigen digitale studiegids niet treffend: "Italië is een goede voedingsbodem voor creativiteit"?