Omdat
we graag tot de kern van de Italiaanse wijn wensen door te dringen (en,
vooruit: omdat we wijn ook heel erg lekker vinden) waren we recent op een
zomerse middag naar het gebied gegaan iets ten noorden van Asti, waar je het
beste terecht kunt voor Grignolino en Ruché. Lekkere lokale druivensoorten waar
je mee thuis kunt komen (mits vakkundig bewerkt en in flessen gestopt).
Het weer werkte
alleen niet helemaal mee. We waren vertrokken met lichte bewolking (ideaal
reisweer), maar op de ringweg rond Asti pakten zich donkere wolken samen en na
een minuutje of tien kwamen we in een verschrikkelijk noodweer terecht. Met
bakken uit de hemel. Bliksemflitsen links en rechts. Zo heftig dat we het een
prettige gedachte vonden even te parkeren. Op dat moment leek ons het geplande
bezoek aan het Castello di Gabiano,
waar ze niet alleen lekkere wijn hebben, maar je ook zo leuk in de kasteeltuin
kunt wandelen, niet meer helemaal zinvol.
Kort en goed: we
besloten onze rondreis drastisch in de korten en alleen nog even langs te gaan
bij de Cascina Tavijn in het verder onbeduidende plaatsje Scurzolengo. Want
daar, zo hadden we in onze wijnbijbel (de dikke Slow Wine gids) gelezen, was de jonge Nadia Verrua zo goed met wijn
bezig, dat de Slow Wine het voor de
eerste keer in zijn bestaan aangedurfd had een Ruché het erepredicaat vino slow toe te kennen. Een Ruché
overigens die ook al is opgemerkt door een Nederlandse importeur van
kwaliteitswijnen (Complimenti!, Ton)
en op zijn site wordt omschreven als “een zeer bijzondere druif, waarvan de
productie laag ligt. Dat geeft een exclusief karakter aan een bijzondere wijn.
Eentje met een ingetogen intensiteit en een juiste balans.” En: “Intens aroma met veel florale tonen, vooral rozen maar
ook pruimen en kaneel. In de mond zeer sappig met weer veel florale tonen en
zoete specerijen. Mineralige lange afdronk.” En stond bovendien niet de Grignolino d’Asti van
Nadia op de shortlist van de online wijngids van de Espresso (http://speciali.espresso.repubblica.it/_viniditalia2017/index.html)? Allemaal goede redenen, dus.
Om half drie
stonden we daarom, terwijl de hemel nog wat nadrupte voor het hek van de Cascina. Samen overigens met een meneer
uit Turijn die voor hetzelfde doel gekomen was. De meneer uit Turijn had zijn
komst keurig van te voren afgesproken, en wij waren (zoals gebruikelijk) weer
volledig op de bonnefooi gekomen, maar dat maakte geen verschil. De moeder van
Nadia maakte het hek open, ging vervolgens telefoneren om uit te zoeken waar
haar dochter uithing, en verdween tenslotte in de Panda om haar te gaan halen.
In de tussentijd babbelden wij wat met de meneer uit Turijn, die de grote stad
had verlaten om een aantal adressen langs te gaan waar biologische wijn wordt
geproduceerd. Hij bleek recent in Nederland ter zijn geweest, voor het huwelijk
van zijn zoon (of was het dochter?) die met een Nederlandse (Nederlander?) was
getrouwd en hij had zich erg verbaasd over het ontbreken van zwaar tralie-,
hang- en sluitwerk op vrijstaande woningen en het ontbreken van gaten in het
asfalt.
Nadat hij met een
doosje biologische wijn was verdwenen kon Nadia haar volledige aandacht op ons
richten. Of liever: wij op haar. Want hoewel ze in onze bijbel bloemrijk
omschreven wordt als Una persona
incantevole, calma e schietta, sempre serena, di disarmante umiltà e rara
sensibilità stond ze, naar onze bescheiden en anekdotische mening, toch
lichtelijk in de hyper-stand. Dit bedoelen we niet zo negatief als het
misschien overkomt, je kunt het ook bevlogen noemen, maar de verhouding tussen
haar zendingsdrang en ons bevattingsvermogen was een beetje zoek. We deden
ongelooflijk ons best om haar te volgen, maar we kunnen helaas niet zeggen dat
er veel is blijven hangen.
Wel werd ons
duidelijk dat Nadia een grote passie heeft voor wijnmaken en oude zekerheden
zonder probleem overboord gooit. Biologisch produceren. Op zoek naar
mogelijkheden om het gebruik van sulfieten te beperken of overbodig te maken. Slimme
manieren bedenken om nieuwe varianten van bubbelwijn (kroonkurkmachine
aangeschaft!) te ontwikkelen. Nieuwe, uiterst artistieke etiketten, want het oog
wil ook wat. Het aloude familiebedrijf is, kortom, zwaar op de schop genomen.
Gedurende het
college kwamen we het hele gezin tegen. Moeder, vader, oma, twee dochtertjes.
Alleen een echtgenoot zagen we niet voorbijkomen, en daar zijn we natuurlijk
niet naar gaan vragen. Met die twee kleine rondklauterende meiden (zomervakantie)
was het al gezellig genoeg.
Toen we op het punt
kwamen dat we wat doosjes mee wilden nemen, leerden we de wijze les dat juli
mogelijk niet de beste maand is om wijn aan te schaffen. De voorraad is dan al
voor een groot deel verdwenen (dat heb je met een klein familiebedrijf) en in
ons geval was de fameuze Ruché niet meer leverbaar. Het is zelfs denkbaar dat
hij nooit meer leverbaar zal zijn en dat het vernieuwende wijnmaken de traditionele
DOCG-productie met herkenbare etiketten naar de schroothoop der geschiedenis
heeft verwezen. Waar we dus mee thuiskwamen was een ter plekke van etiketten
voorziene partij Teresa, die zonder
omhaal en simpelweg wordt aangeduid als vino
rosso. Maar wel een pittige meid met een stevig alcoholpercentage. Voor
wijn die ook als zodanig als Ruché herkenbaar is, zullen we nog een keertje op
pad moeten. Wat natuurlijk geen onaantrekkelijk vooruitzicht is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten