zondag 20 juli 2014

Het nieuwe lezen heeft geen woorden nodig

Dat tegenwoordig alles BELEVING is lijkt ook tot Italië doorgedrongen. U kent dat wel, als gewoon niet meer genoeg is en je hoe dan ook, wat je ook aan het doen bent, zult GENIETEN tegen de klippen op. Of tot je erbij neervalt. Zodat je (evenals de rest van de planeet) unieke ervaringen opdoet die niemand je ooit nog kan afnemen. Die je dan via sociale media ter plekke aan iedereen rondtoetert.

In Nederland heeft, zoals we uitgebreid in het nieuws hebben kunnen meebeleven, de belevingseconomie ook het boekenvak in een klemmende houdgreep genomen. Eerst werd, om de onomkeerbare opkomst van het internetwinkelen te weerstaan, een aantal kwaliteitsboekhandels geketend in een onbegrijpelijk verband dat Selexys (of zoiets) werd genoemd. Welke gek verzint zo’n naam? Toen daar niemand meer boeken wilde kopen werd de vlucht naar voren gekozen door samen te gaan met De Slegte, bastiljon van traditie en onveranderlijkheid. Maar om te voorkomen dat het mogelijk publiek overmand zou worden door weemoed werd dat gerealiseerd onder de naam Polare. Polare klinkt als een speciaalzaak in koelkasten en vrieskisten. Wederom: welke gek verzint zo’n naam? Hoe het allemaal afliep is genoegzaam bekend.

Wie denkt dat in een traditioneel denkend land als Italië het boeken kopen aan de terreur van de gezelligheid is ontkomen komt echter bedrogen uit. Dat denken wij althans, na ons recente bezoekje aan de provinciehoofdstad Parma. We koesterden nog het beeld van de boekenzaak Fiaccadori (vanaf 1829), een boekenzaak zoals een boekenzaak door de schepper bedoeld is. Afgeladen met boeken. Boeken keurig in het gelid in boekenkasten van de vloer tot het plafond. Boekenkasten met zo’n verrijdbaar laddertje, zodat ook de bovenste planken bereikt kunnen worden. Waar een orde heerst die voor een gewoon sterveling nauwelijks is te bevatten, maar waar het deskundig personeel wel raad mee weet. “Hebt u voor mij het verzameld werk van Leopardi?” zou hier een vraag kunnen luiden. Of misschien ook: “Welke gebonden editie van De kartuize van Parma zou u me kunnen aanraden?” En hup, daar schiet het laddertje twee meter naar rechts, en een kwiek baasje, vanaf het allereerste begin reeds bij de zaak in dienst, klimt naar boven om met minstens tien verschillende edities weer af te dalen.

Maar Fiaccadori moet vrezen voor zijn leven, want vijfhonderd meter verderop heeft de gerenommeerde keten Feltrinelli onder de joyeuze naam la Feltrinelli de boekhandel van de toekomst geopend. In een majestueus pand, ruim en licht, met zware tekenen van zorgvuldige restauratie en doorspekt met industriële details. 

Een terrasje voor de deur, en een uitgebreide bar die de voorste helft van de begane grond bezet. Je moet goed zoeken voor je de eerste boeken tegenkomt, tussen de e-readers door. En gedurende de gehele rondgang over de drie ruime verdiepingen blijf je in onzekerheid of je nu in een boekhandel bent beland, of bij een traiteur. Het is, kortom, allemaal zo modern en helemaal van deze tijd dat een licht gevoel van ontregeling voortdurend op de loer ligt.



De eerste keer dat wij er kwamen vertrokken we dan ook met een ambachtelijk vervaardigd taartje en een mooi vormgegeven stukje hoogwaardige chocolade. We gingen later die dag op bezoek en we hadden nog een aardigheidje nodig voor de gastvrouw, vandaar.


zondag 6 juli 2014

Slow food in razende vaart

Soms zie je het pas als je het door hebt. Of zoiets. En soms loop je per ongeluk (of eigenlijk: per geluk) tegen iets aan. Dat overkwam ons recentelijk toen we een middagje Parma deden en daar de Strada Farini doorliepen om eens een kijkje te nemen bij de Citadella di Parma. U weet wel, dat onneembare fort aan de zuidrand van het centrum van Parma dat mogelijk zo’n prominente rol vervult in de roman De kartuize van Parma van Stendhal. Of niet, want een romanschrijver blijft een romanschrijver. Misschien heeft hij alles verzonnen. En veel is er overigens niet meer van over, van die citadel, want tegenwoordig is het een parkje waar kinderen kunnen trampolinespringen.

Maar daar gaat het nu niet over. En wat volgt is evenmin verzonnen. Het was warm, het zonnetje scheen, en we kregen, staande voor de deuren van een ijssalon, spontaan zin in een lekkere gelato. Geheel toevallig (toeval bestaat niet?) bleken we beland voor de deuren van GROM (il gelato come una volta) waaraan het zonnige tijdschrift Italie Magazine een aantal maanden geleden een juichend artikel heeft gewijd. “We rekenen af, lopen naar een nabij­gelegen parkje om er eens goed voor te gaan zitten en al na de eerste hap weten we: dit is ijs zoals het bedoeld is.” Dat soort proza dus. En ook: “In een filmpje voor een Italiaans programma op Rai Uno is te zien hoe het duo een aardbeiensorbet maakt. Guido snijdt twee aardbeien doormidden, roemt de textuur van de ene aardbei en kraakt die van de andere af. Niet alleen de ­buitenkant, ook het hart van de vrucht is voor hen een belang­rijk selectie­criterium.” We blijven niet citeren, maar het punt is –lijkt ons– wel gemaakt. Hier worden nieuwe dimensies toegevoegd aan kritische, onafhankelijke journalistiek.

Maar ook daarover willen we het eigenlijk niet hebben. Het is nog steeds zonnig, en we hebben nog steeds zin in een ijsje. We lopen dus naar binnen, vervoegen ons aan de kassa en bestellen due coni van het middelste formaat. We willen klasse, en gaan niet op een paar centen kijken. Misschien is eveneens onbewust de waarschuwing van de scherpzinnige reporter van het Magazine in ons achterhoofd blijven hangen: “Het zal geen verbazing wekken dat deze duurzame productie van ijs gepaard gaat met een stevig prijskaartje.” Onbekommerd trekken we evenwel onze portemonnee en bestellen twee ijsjes voor € 2,70 het stuk. Ronduit stevig, maar we geven geen krimp.

Duurzaam? Prijskaartje? Voor het goede begrip van wat nu gaat volgen moeten we nog even kwijt dat GROM werkt volgens de filosofie van de slow food beweging. Het brede, moderne verbond dat zich inzet voor het gebruik van de allerbeste producten zonder smaak- en conserveermiddelen, zorgvuldig bereid, en vaak met een lange bereidingstijd. Lekker langzaam dus, net zoals je een ijsje moet eten. Likken met kleine bescheiden likjes. Likje voor likje voor likje.

Voor ons dure geld mogen we drie smaken kiezen. En die worden vervolgens zorgvuldig op onze hoorntjes geladen, totdat een uitzakkend torentje ontstaat van zo’n tien centimeter hoog. Een halve kilo ijs per persoon, zo voelt het een beetje aan. En het is warm, en het ijs heeft een gezonde behoefte om te gaan smelten. En alras beginnen straaltjes gesmolten lekkernij een weg te zoeken naar beneden, geheel conform de wetten van de zwaartekracht.

Het moet gezegd: heerlijk ijs. Maar nog nooit hebben we zo hard moeten werken om onze ijsconsumptie niet te laten ontsporen in een grote zoete kledderbende. Het smelttempo is likkenderwijs eigenlijk niet bij te benen. Slow gelato wellicht, maar keihard beulen om het spul naar binnen te krijgen. Een race tegen de klok!

Welke les kunnen we hieruit leren? Slow food en slow eating (of: licking) zijn niet hetzelfde. Onze tip derhalve: ga naar GROM, voor het geld hoef je het niet te laten. Maar neem het kleinste ijsje dat er is. Of neem een bakje in plaats van een hoorntje. Het slow-gevoel is wellicht minder, maar het gemak vermoedelijk groter.


Heel verliefde stelletjes met een goed ontwikkelde fijne motoriek kunnen een groter ijsje delen door de delicatesse gezamenlijk en van twee kanten tegelijkertijd te benaderen. Dat geeft meteen aanleiding tot tedere momenten als er lippen moeten worden schoongehouden. Romantiek wellicht, zoals het bedoeld is. Ondersteund door de beste natuurlijk ingrediënten. Maar altijd de vaart er in houden!