zaterdag 28 november 2015

Bellavita


Omdat we als Droomhuis Italië een uitdaging niet uit de weg gaan, dachten we dat de Bellavita Expo wel iets voor ons zou zijn. Het kostte enige moeite om ons in het profiel van de gewenste professionele bezoeker te persen, maar met een portie doorzettingsvermogen kregen we de gratis toegangsbewijzen te pakken. Daarom stonden we, na betaling van een uiterst volwassen parkeertarief, op een zonnige zondagochtend in een prettig aangeklede hal van de Amsterdamse RAI.

Bellavita houdt zich, naar eigen zeggen, bezig met the excellence of Italy. Daar kunnen we natuurlijk alleen maar blij mee zijn. Om dat duidelijk te maken worden er beurzen georganiseerd (dit jaar voor het eerst in Amsterdam) om excellente Italiaanse producten aan de Nederlandse professionele man te brengen. Dat is in ons geval niet gelukt, want wij doen iets met huizen en niet met eten en drinken, maar smakelijk en gezellig was het wel.

Dat betekende: ons al etend en drinkend een weg langs de stands banen. En daarbij wel een beetje letten op de juiste volgorde, dus niet meteen beginnen bij de afdeling wijnen. Daar was trouwens best lastig omheen te werken. Gelukkig waren er ook voldoende ambachtelijke producenten van hoogwaardige koffie, zonder smaak- en smeermiddelen, met aandacht voor het milieu en de rechten van vrouwen in de derde wereld. Kortom: met de koffie zat het wel goed tijdens ons bezoek.

Ook in de afdeling Siciliaanse hapjes was er veel te genieten. De beste half gedroogde tomaatjes ever geproefd. En wat waren de jams en marmelades van Mama uit Aci Sant'Antonio in de provincie Catania, onder de rook van de Etna toch overheerlijk! (http://www.mamaweb.it/home.htm).


En dan de variëteit die er bij de productie van Mozzarella di Bufala mogelijk blijkt. Uitgebreid werden we ingewijd in de verschillen tussen de Bufala uit Campania en die uit Lazio. En als je er kleine stukjes truffel doorheen doet ontstaat een nieuw en subtiel smaakpatroon.

Serieus werd het bij de afdeling olijfolie. Daar werd een heel college aan gewijd door een streng meisje. Een beetje losjes aan de olijfolie frummelen was niet toegestaan. Halverwege afhaken evenmin. En zo kregen we een uitgebreide olijfolieles.


Eerst opwarmen, dan ruiken, en daarna pas proeven. En natuurlijk in de juiste volgorde der olijfoliën. Beginnen bij een enigszins neutraal instapmodelletje, en dan langzaam toewerken naar de intense varianten. Peperexplosies achter de huig. Een licht brandende slokdarm. Happen naar adem bij iets te nonchalant doorslikken. Dat olijfolie een mens zoveel kan bieden! Een wereld ging, kortom, voor ons open.

Bij de wijn kwamen we weer een beetje op adem. Met wijnproeven hebben we gelukkig al enige ervaring. Zo zagen we bekende gezichten uit Nizza Monferrato die we al in onze kelder hebben liggen, en gingen we enige bio-bedrijven langs waar de intenties soms beter waren dan het resultaat. Gelukkig liepen we ook tegen de sympathieke Griek Tsoukras Stavros aan, van origine ingenieur die aan het eind van het vorig millennium het roer had omgegooid en een wijnbedrijf was begonnen, de azienda San Gabriele Arcangelo in de gemeente Cinigiano, midden in de Toscaanse Maremma (http://www.cuccuvaia.com/en/). Een plek waar we niet elke dag komen, dus was het mooi meegenomen dat we hem hier troffen met een collectie wijnen die goed op weg lijken naar een eervolle vermelding in de wijngids van de Slow Food beweging①.

Toen werd het weer ouderwets en vertrouwd wijnverhalen aanhoren en vooral proeven. Prima spul, dat onder de naam Cuccuvaia (afgeleid van de Griekse naam  κουκουβάγια, dat uil betekent) de fles wordt ingestopt. Mocht iemand in zijn Italiaanse omzwervingen daar eens in de buurt terecht komen, dan kan hij onze groeten overbrengen.De Bellavita Expo kunnen we, kortom, iedereen aanbevelen, maar voor de eerstvolgende editie moet je wel naar Chicago afreizen.



①Voor de liefhebbers van feitelijkheden: Zie voor de dikke Italiaanse versie van de slow wine gids http://www.slowfoodeditore.it/it/guide-slow/slow-wine-2016-9788884993809-588.html en voor de dunnere Engelstalige variant http://www.slowfoodeditore.it/it/foreign-corner/slow-wine-2016-english-edition-9788884993700-478.html.

zondag 25 oktober 2015

Tartufato

Resultaat van de truffeljacht
Dames en heren, we hebben ze! Meteen het einde van een zekere onzekerheid. We zijn met Luigi in de auto met klanten onderweg om enkele huizen te bekijken als het bericht binnenkomt. Niet helemaal in de vorm van een persconferentie, maar op de smartphone verschijnt wel een foto waarop de slachtoffers staan afgebeeld. Beter bewijs lijkt niet mogelijk.

De dag ervoor hadden we het er al even over gehad: het eten van truffels, exquise lekkernij in de oktobermaand. Truffels (tartufi), is dat niet het exclusieve voorrecht van Toscana (waar de zwarte truffel floreert) en Piemonte (waar Alba de hoofdstad is van de nog exclusievere witte truffel)? Dat blijken we toch verkeerd te zien. Ook in de valleien van de Taro en de Ceno is de truffel in opmars. En als de vrienden van bar/pizzeria Speedy in Bedonia morgenochtend de juiste paden inslaan is het ’s avonds truffeltijd.

Dus voegen we ons na een dagje rondrijden en huizen laten zien bij onze makelaarsvrienden (en vrouwen, en kinderen) om eens helemaal los te gaan op truffels. Of we ze in Nederland ooit eten? Het staat ons niet bij dat ooit gedaan te hebben. Komen ze dan niet in Nederland voor? We kunnen ons niet herinneren ze ooit tegengekomen te zijn, behalve in chocoladevorm. Wanneer het de laatste keer was dat we ze gegeten hebben? We pijnigen onze hersens. Waar was dat ook al weer? En hoeveel jaar geleden? We komen niet veel verder dan die keer in Arezzo, op de dag dat daar de Mille Miglia voorbijkwam. En dat was een hoeveelheid truffel waarvoor je een vergrootglas nodig had.

Polenta met truffel
Dat vergrootglas blijkt dit keer niet nodig. De gehele maaltijd wordt voorzien van royale hoeveelheden truffel. En vers nog bovendien. Hoe vaak kom je het tegen dat de truffels ongeveer direct (om niet te zeggen stante pede)  vanuit de aarde op je bord belanden? Als antipasto worden we voorzien van polenta met truffel. Heerlijke polenta trouwens, zo subtiel en sappig hebben we het nog nooit gehad. En de verse truffel is daarmee bijzonder aardig in gesprek geraakt. Zo aardig zelfs, dat we in culitaal dreigen te verzanden en flauwe woordspelingen gaan gebruiken om onze ervaringen te beschrijven.

Tagliatelline met truffel
Daarna volgen de primi en komen achtereenvolgens grote schalen puik gemaakte tagliatelline met tartufo en gnocchi met tartufo onze kant op. Het kan niet op! Vervolgens gaat het gewoon door met de secondi. Het geeft niet wat (de carne cruda slaan we over), als er maar truffel overheen kan. Alleen het toetje (in ons geval semifreddo met chocola) weten we tartufovrij te houden.
Gnocchi met truffel

Spiegelei met truffel
En of we ons wel bewust zijn, zo wordt er gemijmerd bij de koffie, dat in de streek ook andere bijzondere paddenstoelen de aandacht meer dan waard zijn. Hebben we al eens het genoegen gehad om kennis te maken met de prugnoli? Ook die zijn niet te versmaden, maar daarvoor moeten we nog even wachten tot begin mei.

maandag 13 april 2015

Omgeslagen sentiment

In het voorjaar begint het altijd te kriebelen. Als de narcissen geel gaan kleuren krijgen we een onbedwingbare dwang om te gaan kijken hoe ons Italiaans droomhuis de winter heeft overleefd. Met pasen namen we daarom een vlucht met de vaderlandse luchtvaartmaatschappij. We vertrokken met ruim een uur vertraging. We mochten van geluk spreken, want voor hetzelfde geld waren we door een zware storm op een enkele reis richting Geannuleerd terecht gekomen. In Milaan landden we in de zon, en (dubbel geluk) daarna liep de temperatuur op tot boven de twintig graden. En als we de weersverwachting mochten geloven zou het de komende vijf dagen onafgebroken zonnig blijven.

In huis waren we snel klaar om alles van winterstand naar bewoonbare staat te brengen. Daarna gingen we bij onze Italiaanse makelaarsvrienden op de koffie om bij te praten. En passant maakten we van de gelegenheid gebruik een paar huizen te gaan bekijken. Eigen waarneming werkt nog altijd het beste om te bepalen welke huizen voor Nederlandse klanten het meest aantrekkelijk zijn.

Achter de koffie troffen we een gelukkige makelaarsvriend aan. Hij had net de afgelopen twee weken ongeveer evenveel huizen verkocht als het hele jaar daarvoor. Het sentiment was omgeslagen, zo luidde zijn stellige overtuiging. Het dal was gepasseerd. De bodem bereikt. De weg omhoog gevonden. Dat soort terminologieën.

Hoe dat zo gekomen was kregen we er meteen gratis bijverteld. Grofweg kwam het er op neer dat mensen weer bereid waren de portemonnee te trekken voor onroerend goed. Geld was op zich ook tijdens de crisis niet het grootste probleem geweest, maar er was de afgelopen jaren weinig bereidheid geweest het in stenen te stoppen, als die stenen vervolgens steeds minder waard werden. Dat was nu een beetje voorbij, misschien niet in de steden waar de markt nog steeds behoorlijk op zijn gat lag, maar wel op het platteland.

Het beeld was ongeveer als volgt:
  • Bij de Italianen was de overtuiging gegroeid dat de regering Renzi wel eens een blijvertje zou kunnen zijn. En een beetje stabiele regering is altijd prettig. Het geeft vertrouwen.
  • Van de beurs moesten de Italianen het nog niet hebben. Die zou alle kanten op kunnen, en dat was een reden om niet al te enthousiast in aandelen te gaan.
  • Geld beleggen in veilige staatsobligaties was evenmin een feest. Veel te weinig rente, en na aftrek van de jaarlijkse kosten was de kans groot dat je er geld op had toegelegd.
  • Misschien hield dat ook wel verband met het feit dat Mario Draghi de Europese geldpers had aangezet. Er was gewoon te veel geld, wat wel het voordeel gaf dat de banken eindelijk weer bereid waren om geld uit te lenen. Een behoorlijke hypotheek krijgen was een stuk makkelijker dan een jaar geleden.


Waar dan met je geld naar toe? Het antwoord leek hem duidelijk. Huizen waren een aantrekkelijk alternatief om geld een beetje te laten groeien. Lage huizenprijzen die gelukkig niet meer lager werden. Mogelijkheden om aan geld te komen, als dat nodig mocht zijn. En kopen omdat je zelf een leuk tweede huisje op het platteland wilt hebben. Of om het gemiddeld anderhalve kind op eigen benen te zetten. Of als investering, omdat de prijzen eigenlijk maar één kant op zouden kunnen gaan. Ja, het sentiment was echt omgeslagen. Onze makelaarsvriend zag het allemaal heel erg zonnig in.


Toen we weer buiten stonden bleek het sentiment niet het enige dat was omgeslagen. Ook het weer was omgeslagen en bleek zich weinig van de voorspellingen aan te willen trekken. Net nu we de paraplu hadden thuisgelaten. Maar ach, na regen komt zonneschijn en ook dan kan het eigenlijk maar één kant op. Het lentegevoel houd je niet tegen. Over een paar weken gaan we gewoon nog een keer.

zondag 1 maart 2015

Italië door de digitale verrekijker

Als de winterse omstandigheden er niet naar zijn om zelf in Italië te verblijven wordt een mens al snel gelokt naar internet om daar naar Italiaanse dingetjes op zoek te gaan. Via het stellen van op zich onschuldige zoekvragen aan Google kwamen we zo terecht op de pagina https://www.justlanded.com/nederlands/Italie/Just-Landed-Gids/Cultuur/De-Italianen, waarin ons een inleiding tot de Italiaanse mentaliteit beloofd wordt. “Wie zijn de Italianen? Hoe zijn ze?” steekt het wervend van wal. “Deze tekst geeft een beter zicht op de Italiaanse mentaliteit en hopelijk lezen de Italianen dit niet.” Dat belooft wat.

Het aantal Italianen dat een Nederlandse tekst gaat lezen zal vermoedelijk beperkt zijn. En wijselijk is de Italiaanse versie achterweg gelaten. Want we krijgen vervolgens een miraculeuze opeenstapeling van tamelijk oudbakken cliché’s, om niet te zeggen uiterst bekrompen vooroordelen voor de kiezen. Beseffen wij bijvoorbeeld wel voldoende dat een typische Italiaan “beleefd, trots, losbandig, sloom, temperamentvol, onafhankelijk, gezellig, adellijk, individualistisch, onstuimig, jaloers, bezitterig, opgewekt, gepassioneerd, spontaan, sympathiek, creatief, sociaal, demonstratief, vervelend, charmant, agressief, gewichtig, vrijgevig, vrolijk, ontwikkeld, onbetrouwbaar, eerlijk, extravert, onstuimig, opzichtig, eigenaardig, driftig, artistiek, een fijnproever, onbestuurbaar, elegant, onverantwoordelijk, genotzuchtig, lui en ijverig (tegenstrijdig), anarchistisch, informeel, eigenzinnig, corrupt, laks, flexibel, patriarchaal, frustrerend, inventief, sensueel, praktisch, onweerstaanbaar, ongeduldig, boeiend, vlot, vriendelijk, seksistisch, muzikaal, gevoelig, grappig, praatziek, pruilerig, macho, luidruchtig, gelukkig, vurig, hartelijk, een slechte rijder, decadent, religieus, chauvinistisch, een uitstekende kok, sierlijk, bureaucratisch, waardig, loyaal, extrovert, verdraagzaam, beheerst, een belastingontduiker, onbevreesd, ruzieziek, partijdig, iemand die houdt van schandalen, een bon viveur, conservatief, nachtelijk, energiek, overtuigd van zichzelf, wereldwijs, knap en een voetballiefhebber” is? Dat maakt meteen veel duidelijk, maar meer over de schrijver dan over het object van studie.

Nog meer gemeenplaatsen van de allerdomste soort:

“Italianen zijn nog al eens bekend om hun ondeskundigheid en stellen zich nalatig op bij het betalen van een rekening of het gebruik maken van de post. Italianen zijn over het algemeen ongeorganiseerd en het enige wat voorspelbaar is, is dat ze onvoorspelbaar zijn.”

En:

“Verwacht echter niet dat werknemers stipt zijn. Als ze toch naar het werk gaan hebben ze niet hun juist werkgerief bij zich. Ook zijn zij slecht in het halen van deadlines. Vaak houden ze geen rekening met spoedheid, afspraken nakomen, data, openingsuren en deadlines (de voetbalmatch is het enige evenement dat op tijd begint).”

Onjuist werkgerief, dat moet een mens niet willen. We citeren nog even verder:

“In het dagelijkse leven heeft men veel te maken met omkoperij (la bustarella) en alles en elke Italiaan heeft een prijs”.

“Italianen hebben een passie voor voedsel. Ze eten voornamelijk pasta met tomaten, look en olijfolie. Het zijn als het ware vleeseters en eten alles dat wandelt, loopt, kruipt, zwemt of vliegt – vooral het verdwijnende Italiaanse wild. Zoals andere Zuid-Europeanen eten zij de voedselrestjes dat andere mensen wegsmijten, inclusief voeten, oren, staart, hersenen, darmen en reproductieve organen (Italianen zou men nooit scrupuleus kunnen noemen).”

“Men beweert wel al eens dat Italianen de liefde bedrijven wanneer ze niet eten noch drinken (of zingen of kijken naar de voetbal). Italiaanse mannen hebben de reputatie meesterminnaars te zijn. Hun mannelijkheid wordt echter niet bijgestaan door het geboortecijfer, aangezien dit het laagst is in de wereld. Italiaanse vrouwen zijn knap (totdat ze trouwen tenminste). Ze weerstaan echter niet aan vettige, zingende moederkindjes die op hun knieën komen smeken.”

En zo gaat het onverdroten voort. Lasciate ogni speranza, voi ch'entrate, zou een moderne Dante kunnen denken bij het naderen van de Italiaanse grens. De stompzinnigheid van de inhoud wordt hier en daar alleen overtroffen door de klungeligheid van de gebruikte taal. Het lijkt wel of een verkeerd toegepaste Vlaamse variant van Google translate is losgelaten op een tekst in Swahili.

Wat is dat voor portal dat met droge ogen zulke stupiditeiten debiteert?  Nou, vindt Just Landed zelf, “Just Landed werd gecreëerd in 2003 om mensen te helpen die naar het buitenland verhuizen. Tot op heden zijn er meer dan 170 miljoen mensen die in het buitenland wonen, werken en studeren.” Dat laatste is nog maar helemaal de vraag, want vanuit Nederlands perspectief zijn er veel meer mensen die in een buitenland wonen, werken en studeren. Denk bijvoorbeeld alleen maar eens aan al die Chinezen in China.

Maar toch (en daar gaat het hier om), Just Landed neemt zichzelf heel serieus. Het is een regelrecht internationaal platform, in stand gehouden door talrijke gemotiveerde mensen die ons willen helpen. Of we nu (wederom in de eigen Just Landed woorden) uitwisselingsstudent, professioneel of  pensioener zijn - de informatie, bronnen en diensten helpen ons bij de vestiging in het buitenland. En opgericht, voegen we er voor de volledigheid maar even aan toe, door een maffe Engelsman en een doorgedraaid ogende Duitser die zichzelf voornamelijk heel erg serieus lijken te nemen.


Misschien motiveren de uitwassen waartoe dit aanleiding geeft ons om nog eens wat verder in de psychotisch geconstrueerde belevingswereld van Just Landed te duiken. Houd deze blog maar in de gaten. Overigens zijn we ook heel nieuwsgierig naar ervaringen van lezers die Just Landed zijn gaan beschouwen als een verrijking van hun leven, dan wel als een praktisch en onmisbaar hulpje om, al dan niet als vakantiehuiseigenaar, expatgewijs native te gaan in een buitenland.

donderdag 19 februari 2015

Eters aan tafel (onder tafel?)


In de mistige Nederlandse winter heb je licht de kans om weg te dromen naar Italië. Een Italië dat voortdurend warm en zomers is. Het zonnetje schijnt. Je rijdt over pittoreske wegen door een vriendelijk landschap. En dan is het (zoals altijd, eigenlijk) weer een beetje etenstijd en besluit je de reis te onderbreken op een prettig terras.

In een klein, schilderachtig dorp (verdomd! het is echt gebeurd, maar wat lijkt het al weer lang geleden) belanden we op deze wijze bij de Ca d’Fantin, dat zijn aanwezigheid op een simpel en robuust uithangbord internationaal kenbaar maakt. Onze nostalgische opvatting ergens off the beaten track in een nog nooit opgemerkte oase een unieke ontdekking te hebben gedaan wordt achteraf volkomen gelogenstraft als we op het wereldwijdeweb ontdekken hoe Trip Advisor in alle talen van de wereld de Ca aan zijn boezem heeft gedrukt.

Maar goed: op het terras blijkt het goed toeven. En het eten is helemaal wat je van een totaal nieuw ontdekte restaurantervaring zou mogen verwachten.


Dat wordt niet anders (en daar gaat dit blogbericht eigenlijk over) als we in de gaten krijgen dat we te maken hebben met charmante maar ongenode gasten aan tafel. Of, beter gezegd, onder tafel. Want daar duikt plotseling een erg nieuwsgierig en elegant poezenbeest op dat ons met twee tamelijk afwijkende ogen nieuwsgierig staat op te nemen.
En een metertje verderop, onder een bankje, bevindt zich haar poezenkind. En potverdrie, de gelijkenis is sprekend!

De afloop laat zich raden. Het werd een lunch vol geanimeerde aandachtvragerij. En bedelen om eten. De vers uit de tuin geplukte boontjes en tomaten mochten we geheel voor ons zelf houden, maar het smakelijke stukje parelhoen (eet je, in dit geval de betere niet geheel vegetarische helft van Droomhuis Italië, toch ook niet elke dag) werd volgens alle regelen van eerlijk proportioneel delen door twee monden genuttigd. Strikt genomen door een mond en een bekje, maar een kniesoor die daar op let.


Want ach, het was mooi weer. Zoals altijd als je weg droomt naar Italië. En een fijn glas wijn bij de maaltijd doet wonderen. En daarna gingen we vol goede moed verder, een tevreden moeder en kind achterlatend.

woensdag 4 februari 2015

Zware dreun voor de betrekkingen?

Normaal gesproken houden we als Droomhuis Italië een prettige distantie tot de actualiteit en de waan van dag, maar soms voelen we toch een noodzaak om ergens iets van te vinden. Vandaag werden we opgeschrikt door het nieuws dat het Italiaans er in Amsterdam binnenkort mee ophoudt.

Strikt genomen is dat een lichte vorm van overdrijving (populisme, demagogie), maar we zijn dan ook danig van ons stuk gebracht door het voornemen van de Universiteit van Amsterdam (UvA) om de studie Italiaans als zelfstandige studie op te doeken. Dat is, zo meldt ons Het Parool, in ‘houtskoolschets’-vorm uitgelekt. Zelfs de wijze van formulering van dit nieuws draagt bij aan onze ambivalentie (wie schetst onze verbazing?), want houtskool lekt in de regel niet. Daar hebben we vloeistoffen voor.

Voordat we echter in beeldspraak kopje onder dreigen te gaan (nog meer beeldspraak!) ondernemen we niettemin een poging de feiten op een rijtje te krijgen. Ook ontmoedigend nieuws krijgt onze journalistieke geneigdheid er niet onder. Als we het correct formuleren  heeft de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA het voornemen om de kleine talenstudies op te heffen, waarbij de opleidingen Arabisch, Hebreeuws, Servisch-Kroatisch, Tsjechisch, Pools, Italiaans, Scandinavisch en Nieuw-Grieks als zelfstandige studies verdwijnen. Dat werpt een aantal vragen op, zoals:
  • Wat kwalificeert een taal als kleine taal? Anders gesteld: hoe groot moet je zijn als taal om in Amsterdam zelfstandig te blijven?
  • Is hier sprake van koude sanering, of biedt de alma mater een alternatief?
  • Als Italiaans in Amsterdam wordt gemarginaliseerd, naar welke enclaves van verlichting kunnen de studieuze liefhebbers van la bella lingua dan nog uitwijken?


Wat de omvang van het Italiaans betreft is het een algemeen bekend feit (want ontleend aan Wikipedia) dat wereldwijd ongeveer 63 miljoen Italiaans sprekenden rondlopen. Dat betreft dan wel uitsluitend mensen die het Italiaans verdomd goed machtig zijn, want de welwillende amateurs waartoe we ook onszelf rekenen zijn in dit getal niet opgenomen. Amsterdam trekt dus wel een grote broek aan: op deze manier lijken alle argumenten aanwezig om bij tegenvallende belangstelling ook het Nederlands als zelfstandige studie op te heffen.

Er gaat ook iets voor in de plaats komen, zo wordt beloofd. Het Italiaans zal nog  als regiostudie  en minor kunnen worden gevolgd. Los van het feit dat hier belachelijk en onbegrijpelijk universitair jargon wordt gebezigd is dit natuurlijk een huiveringwekkend toekomstbeeld. Italiaans wordt dan net zo iets als Fries en Limburgs. De ‘provincialen’ uit Rome, Milaan en Napels zullen het Amsterdams universiteitsbestuur dankbaar zijn.

Voor studenten lijkt niets meer te resten dan zelf uit te wijken naar de provincie. Naar het schijnt bevinden zich ook studies Italiaans in Leiden en Utrecht. En Groningen heeft, als bijna alle hoop vervlogen lijkt, nog iets grappigs als een brede studie Europese talen en culturen (ETC) waarin je ook Italiaans mag spreken.

In het kader van de vlucht vooruit kiest faculteitsdecaan Frank van Vree ook nog eens voor een persoonlijke aanval op de studenten door ze te beschuldigen van luiheid. Studenten studeren gemiddeld slechts 26 uur per week (wie heeft de stopwatch vastgehouden om het feit te registreren?), terwijl er 42 uur voor staat gepland. Ze gebruiken de rest van hun tijd om andere vakken te volgen of om zich buiten hun studie te ontwikkelen. Dat is inderdaad een sluitend bewijs voor verregaande luiheid.We zien de beteuterde bureaucraat  helemaal voor ons. Ontwikkeling buiten de studie, het zou verboden moeten worden! Boekhoudkundig is de opleiding helemaal volgepland met een gemiddelde studiebelasting van 60 EC per studiejaar. Dat is academisch jargon voor 1680 studie-uren per jaar. Studenten mogen 12 weken per jaar op vakantie. En dan slagen die verdomde studenten er in om met een gemiddelde werkweek van drie dagen die twaalf weken ook te pakken. Een nachtmerrie.

Uit eigen ouderlijke ervaring zijn we bekend met het fenomeen. 50% van onze eigen kleine steekproef studeerde ooit op de UvA en slaagde geesteswetenschappelijk op soortgelijke manier. Psychologie is makkelijk als avondstudie te doen naast een baan, mocht dat nodig blijken. De andere 50% diende in Delft technisch georiënteerd stevig aan te poten. Dat verschil echter, beste Frank, is de regelrechte consequentie van de stompzinnige manier waarop in Amsterdam het onderwijs is georganiseerd. En misschien ook wel van de docenten die het allemaal al snel mooi genoeg vinden. Hand in eigen boezem,  misschien?


En bovendien (laten we wel wezen): Is de ontspannen houding van de studenten ten aanzien van de zogenaamde studielast niet tevens een mooi en treffend voorbeeld van de bijzonder Italiaanse attitude van il dolce far niente? Die studenten, beste Frank, zijn eigenlijk verdomde goed bezig zich de wezenskenmerken van de Italiaanse mentalità eigen te maken. Ze studeren geen Italiaanse cultuur. Ze leven Italiaanse cultuur. Zegt immers jouw eigen digitale studiegids niet treffend: "Italië is een goede voedingsbodem voor creativiteit"?

vrijdag 30 januari 2015

Modern bankieren

Als het een kenmerk van een goede blogger is dat hij over elk onderwerp wel een leuk verhaaltje kan schrijven en elke dag iets te melden heeft, dan hebben wij van Droomhuis Italië nog veel te leren. Met name in de winter, als we ver van Italië in Nederland een beetje mistroostig uit het raam staren en ons afvragen wanneer we met goed fatsoen weer eens naar het zuiden kunnen, wil de inspiratie wel eens opdrogen.

Dan moet je gewoon de tijd een beetje door zien te komen en maar hopen dat het ooit lente gaat worden. Praktisch gesproken gaat het leven natuurlijk gewoon door, en ook betalingen blijken zich niets van de loop der seizoenen aan te trekken. Gelukkig is wel het digitale bankieren tot het hedendaagse Italiaanse vakantiehuisleven doorgedrongen en kun je, als je inlogt op de plaatselijke bank door te kiezen voor moderne servicevormen als Banca semplice on-line of Now Banking Online, weer even de sfeer van het echte Italiaanse leven opsnuiven. Op de brede rijbanen van de digitale snelweg kun je dan regelen dat de tributi voor het huisvuil of de rekening voor de elektriciteit moeiteloos worden betaald terwijl je ter plaatse niet eens huisvuil produceert of elektriciteit afneemt. Gemak dient de mens.

Deze digitale communicatie verhindert echter niet dat de bank je ook via de oude, vertrouwde communicatiekanalen blijft benaderen. In Nederland valt nog regelmatig een envelop op onze deurmat met een overzicht van de transacties van de laatste drie maanden. En eens per jaar een magnifiek overzicht waarin alle Elementi per il conteggio delle competenze worden opgesomd. Zodat we een goed inzicht verwerven in de Riassunto scalare, die zich in ons geval (voor 100% op de dimensie der Creditori) beweegt tussen de getallen 317,55 op 03.03.2014 en 22695,10 op 30.06.2014. We staan open voor elke suggestie van de zijde van onze lezers over de betekenis van deze getallen. Euro's zijn het in ieder geval niet, zo kunnen we met de hand op ons hart verklaren.


Omdat de vooruitgang echter niet te stuiten is liet de bank ons in dezelfde envelop delen in de blijdschap dat we over kunnen stappen op de nieuwe CBILL (http://www.cbill.it/), een soort Italiaanse variant van de FinBOX. Juichende teksten als "Con CBILL dai un contributo importante alle politiche di sostenibilità. CBILL. Le tue bollette online. Completo, facile, sicuro." En ook nog, wat de bank betreft: gratuito. GRATIS!!!!!!! Wie wil dat nu niet? We klikten meteen door op de lijst met deelnemende organisaties, de elenco fatturatori (deze blog begint trekjes te vertonen van een Italiaanse les van onbestemd niveau) en daar belandden we meteen weer met twee benen op de grond. Vijf (cinque!) organisaties hebben zich al aangesloten, en als je in Arezzo woont heb je geluk wanneer je wilt CBILLen voor de AZIENDA USL 8 AREZZO

Voorlopig blijven we nog even bankzaken doen op de oude, vertrouwde manier. En als we weer in Italië zijn gaan we ongetwijfeld nog een keertje een verregende rekening voor het water uit de brievenbus vissen die we eerst te drogen leggen en daarna bij het postkantoor gaan betalen.