donderdag 16 juni 2016

Monteverdi in Mantua



Omdat we net het Monteverdi-festival in Cremona hadden gemist en de daarbij behorende tweedaagse muzikale boottocht op en neer naar Venetië iets te veel van het goede vonden konden we de vierde editie van Trame Sonore, het kamermuziekfestival van Mantua, niet voorbij laten gaan. Dus stonden we zondag 5 juni vroeg op om nog net de laatste dag mee te kunnen pikken.

Een bezoek aan Mantua, zo bleek maar weer toen we door de stad liepen en ons onderdompelden in het festivalgevoel, is altijd de moeite waard. Cees Nooteboom heeft eens (in 1981 al weer) een heel mooi verslag over Mantua gepubliceerd en sinds we dat lazen zijn we verkocht. “Waarom ben ik hier?” vraagt Cees zich retorisch af. “Een maand geleden was ik in Londen en bezocht de grote Japanse tentoonstelling, kunst uit de tijd van de Tokugawa-shoguns. Tegelijkertijd was er in het Victoria and Albert een tentoonstelling over de Gonzaga’s, heersers van Mantua van de veertiende tot de achttiende eeuw. Tokugawa’s, Gonzaga’s, absolute heersers, samoerai en condottiere, hoven die zich met schittering aanzien wilden verschaffen en kunstenaars naar zich toe trokken, iets in die overeenkomst trof me. De twee tentoonstellingen gaan over de heersers, niet over de kunstenaars, maar het is de kunst waar we naar komen kijken, niet naar de verpulverde heerser.”

Prachtige taal. En wat te denken van de zinnen  waarmee hij zijn verslag begint: “Het is natuurlijk onzin wat ik doe: een stad uitlopen om er weer naar terug te keren, maar het is wat ik doe. Terwijl ik loop kijk ik niet om, anders zou alles vervluchtigen, smelten, verdwijnen. Het gaat om een alsof. Alsóf ik te voet, uit de lage, kille Lombardijse vlakten aan kom zetten, een figuur in de mist. Ik moet mij verbeelden dat ik lang getrokken ben door het landschap van de Mincio, de rivier van Vergilius, en dat ik aan het eind van mijn reis een visioen zal zien, het silhouet van Mantua. Ik hoor mijn eigen stappen op de lange brug. Links en rechts een wijde watervlakte, het Lago Superiore, het Lago di Mezzo. Twee vissers als een Japanse tekening op hun boot in de nevel. Alles is heel stil. Ik ga een eindweegs de weg naar Verona op, dan word ik een echte reiziger en draai mij om en nader de stad van de Gonzaga’s.”
Het silhouet van Mantua vanaf de weg naar Verona

Maar het is niet de bedoeling van dit stukje om uit te wijden over Cees. Wie zijn beschouwing Op haar gebeente bouwden zij Mantua wil lezen kan bij Google Books terecht.

Wij arriveren per auto, vanaf het zuidwesten en parkeren heel prozaïsch in een garage aan de rand van het centrum. Op het gevoel begeven we ons naar de Basilica di Santa Barbara, waar om mezzogiorno het Ricercare Ensemble een (herhaald) concert geeft met muziek van Monteverdi en Mozart. Monteverdi, omdat je als Mantuees koor natuurlijk niet om de grote meester heen kunt. En Mozart, omdat dat het thema is van het festival van dit jaar. Muzikaal helemaal in orde, en bijzonder door de gewaarwording dat je je op historisch terrein bevindt. Eens, het kan haast niet anders, moet ook Monteverdi in deze kerk zijn geweest. Misschien om er op te treden, misschien (maar dat is niet waarschijnlijk) om dezelfde muziek uit te voeren die nu weerklinkt vanuit de hoogten van de orgelomgang halverwege de kerk.

Na een half uurtje zingen daalt het koor af om het applaus in ontvangst te nemen en op de begane grond als toegift het Ave Verum Corpus van Mozart te vertolken. Tot op de draad versleten en bijna een cliché, ongeveer door elk Nederlands amateurkoor met klassieke inslag wel gezongen. Deze uitvoering vindt echter plaats met accordeonbegeleiding en, het moet gezegd, zelden hebben we een accordeonist zo ingetogen, subtiel en gevoelig bezig gehoord.

Dan is het weer voorbij, en moeten we naar een volgende afspraak, ver buiten Mantua. Volgend jaar komen we hier terug om veel meer muziek te gaan genieten. Op prachtige historische locaties, en voor een groot deel gratis of voor een habbekrats.  Leve het Europees parlement, dat het festival zo fijn heeft gesponsord. En ook de Japanse ambassade willen we om dezelfde reden bedanken.

woensdag 8 juni 2016

Un ponte che non va



In Italië heb je nationale feestdagen waarop iedereen vrij is en als zo’n dag gunstig valt wordt er een dagje aan vastgeplakt zodat er een minivakantie ontstaat. Zo’n tussendag wordt een ponte (bruggetje) genoemd. Dit jaar viel het Festa della Repubblica op een donderdag en was de ideale ponte een feit. Italië trok er dus massaal op uit, bij voorkeur naar de zee.

Omdat wij goed van vertrouwen zijn (en ons heel vaak van geen kwaad bewust) hadden we het advies van achterneef Marco opgevolgd om familiebezoek in Rimini op donderdag te mijden en ons afzijdig te houden van de minivakantie. Zondag zou, naar ons idee, geen problemen opleveren, omdat we gingen rijden op een moment dat de gemiddelde Italiaan ligt uit te buiken van de uitgebreide zondagse pranzo. Welgemoed zoefden we dus over de prettig lege autostrada richting Bologna, een befaamd epicentrum van dikke files.

Nadat we vlot de splitsing waren gepasseerd waar de snelwegen naar Rome en Ancona zich scheiden viel het ons op dat het in tegenoverliggende richting minder goed gesteld was met de doorstroming. Anders gesteld: het verkeer stond daar helemaal, drie rijen dik, vast. Kan gebeuren, dachten wij, twee snelwegen die bij elkaar komen geven wel vaker enige congestie. Aan de andere kant van Bologna stond het verkeer echter nog steeds in de stilstand en begonnen we enige compassie te voelen met de Milanezen die vroeg naar huis waren vertrokken om op tijd te zijn voor de burgemeestersverkiezing van die dag.

Om een lang verhaal kort te houden: wij reden de hele weg naar Rimini op maximumsnelheid door en de tegenliggers stonden de godganselijke afstand vast of sukkelden in wandeltempo door naar de volgende stilstand. Meer dan honderd kilometer file! Het moet echt een goede poging zijn geweest om het wereldrecord file te verbeteren. En na Rimini ging het met de file gewoon door, dus waarop het record is uitgekomen kunnen we helaas niet melden. Toen we bij onze Italiaanse nicht melding maakten van onze verkeerservaringen was haar antwoord: Nu al file? Meestal wordt het ’s avonds pas echt druk.

Over ons verblijf in Rimini is verder niet zo heel veel te zeggen. Rimini is Rimini, en daar kan iedereen zich wat bij voorstellen. Maar juni is helemaal geen gekke tijd. De stad ruikt heerlijk naar voorjaarsbloesems en de hotels zijn (buiten de ponte dan) niet al te vol en goed betaalbaar. We moesten erg lachen over de melding op onze hotelkamer (uit 2013 al weer) dat het hotel een maximumprijs van achthonderd euro per nacht wenste te kunnen rekenen. Keep on dreaming, zo dachten we. Als het echt gebeurt wordt vermoedelijk het dagblad voor Rimini uitgenodigd om een foto te komen maken. Verder viel ons nog op dat het toerisme massaal is over gegaan op Russen. Toeristische meldingen worden gedaan in vier talen: Italiaans, Engels, Duits of Frans en Russisch. Gelukkig waren de vele Russen die we tegenkwamen in de regel erg rustig.

En, om weer even terug te komen op drukte, volgend jaar valt het Festa della Repubblica op vrijdag, meteen gevolgd door Pinksteren. Dus iedereen met rijplannen omstreeks 2 juni 2017 is vast gewaarschuwd. De volgende feestdag dit jaar is natuurlijk de Ferragosto op 15 augustus. En die dag valt dit keer op een maandag.

zaterdag 4 juni 2016

Eindelijk kersen!



Als je op het platteland van Italië een huis koopt, heb je een goede kans dat je er een aantal fruitbomen bij krijgt. In een boerentuin is weinig te vinden dat er gewoon voor het mooi is geplant, dus ook de bomen in de tuin hebben het nuttige en productieve doel om bij te dragen aan de voedselproductie.

Dat kan aanleiding geven tot dilemma’s, bijvoorbeeld als je als blije koper plotseling de beschikking krijgt over een boomgaard met vijftig perzikbomen die in de loop van de zomer allemaal vol blijken te hangen met goed eetbaar fruit. Als je het dan niet kan aanzien dat al die perziken nodeloos op de grond gaan vallen is het hard werken geblazen. En meer fruit eten dan vermoedelijk menselijk mogelijk is.

Meestal beperkt zich het bomenbezit tot enkele bomen en een fruitproductie die is toegesneden op de menselijke maat. Dan nog is een zekere selectiviteit niet ongewenst, want we hebben het in ons geval geprobeerd met appels en peren waaraan op geen enkele wijze enige eer te behalen viel. Niet te eten, kortom. En evenmin geschikt om te worden veranderd in appelmoes of stoofpeer.

Met de pruimen hebben we het beter getroffen. Hoewel het onderscheid tussen prugne en susine nooit helemaal duidelijk is geworden hebben we er al jaren goede ervaringen mee en zijn we iedere zomer wel een aantal uren bezig met ontpitten, koken en in potjes stoppen. Dat levert een uiterst smakelijke pruimensaus op die het goed doet in toetjes. We gaan bescheiden om met de geleersuiker, zodat het geen jam wordt en de smaak zijn frisheid blijft behouden.

Kersen is een verhaal apart. kersen hebben namelijk een bijzonder slecht gevoel voor timing. In de meivakantie zien we de veelbelovende kersenbloesem de bomen aantrekkelijk wit kleuren. In de zomer, als we een tweede keer komen, kunnen we de kersenpitten van het terras vegen. Bovendien is dan de boom een tamelijk deprimerende verschijning geworden die met slap afhangende blaadjes de hele zomer staat uit te stralen dat het werk erop zit en de beste tijd alweer achter ons ligt.

Dit jaar zijn we echter eind mei al aangekomen en voor het eerst zien we nu de kers zoals de kers bedoeld is. Vol aantrekkelijk fruit dat met de dag roder en gezonder oogt. De eerste geplukte kersen smaakten bovendien meer dan prima. Bovendien is het ons ook mogelijk de zoete kers (ciliegia)van haar bittere zusje de amarena te onderscheiden, omdat de amarena in het rijpingsproces een aantal weken achter de ciliegia aanhobbelt.  Allemaal goed nieuws dus. Niets dat ons tegenhoudt om dit keer eens goed met de kers aan de slag te gaan.

lekker veel kersen
Toch kennen ook wij onze dilemma’s. Want het zijn wel lekker veel kersen, maar hoe krijgen we ze allemaal als frisse kersensaus onze potjes in? Of, want daar gaat het natuurlijk om: hoe krijgen we de pitten er uit? Voor het ontpitten van pruimen draaien we onze hand niet meer om, maar (zo wees een kleine test uit) het ontpitten van kersen is andere koek. En tenslotte: hoe krijgen we de kersen op ordentelijke wijze de boom uit? Want (om in jargon te blijven) we hebben niet bepaald te maken  met laagstamfruit. Onze kersenboom is van een zodanig indrukwekkend formaat dat de meeste kersen niet bepaald voor de plukkende hand liggen. En stevig schudden, wat bij rijpe pruimen tot een behoorlijk resultaat leidt, maakt op een boom met een stam van vijftig centimeter dik geen grote indruk.