maandag 12 december 2022

Het geheim van Manta

Wat is het geheim van Manta? Dat weten we niet. En dat maakt een geheim een groot geheim. Mogelijk wordt ontkend dat het geheim bestaat, wat het geheim alleen maar geheimer maakt. Iedereen mag er het hare of het zijne van denken, wij lichten hier alvast een tikje van de sluier op.

Het oude centrum van Saluzzo met zijn terracottakleurige daken en vele steegjes behoort tot de meest idyllische van Piemonte. Mijn Italiaanse tante noemt Saluzzo charmant (https://mijnitaliaansetante.nl/plaatsen/saluzzo/). Dat de betreffende dame familie van ons is, is totaal uit de lucht gegrepen. Dat kunnen wij niet helpen, want het gerucht is door iemand anders de wereld in geholpen. Ook Ineke is in Saluzzo geweest (https://metinekeinitalie.nl/saluzzo.html) en was er zeer over te spreken. Alle reden voor ons om er ook eens te gaan kijken. De aanrijroute is zonder meer saai, eeuwigdurende velden met appelboompjes, monocultuur, daar moet de stad het niet van hebben. 

Met Saluzzo zelf is gelukkig niets mis. Tegenwoordig zie je het er niet meer vanaf, maar eeuwenlang speelde de stad zijn eigen rol op het internationale toneel, een beetje een grootmacht in het klein, zoals op bijgaand kaartje uit 1494 is te zien. Nu gebeurde dat in die tijd wel vaker, het maakt de pret niet minder. En de sporen van een groots verleden zijn nog zichtbaar in de bovenstad, die ronduit middeleeuwse trekjes vertoont, terwijl het aangename sociale leven zich naar de benedenstad verplaatst heeft, waar zich rondom de Corso Italia en de Via Silvio Pellico de terrassen bevinden.

Dit begint gevaarlijk op toeristische folder lectuur te lijken en daarvoor zijn we niet op aarde. Want interessanter nog dan de bekoorlijkheden van het stadje Saluzzo zijn de verrassingen in het nabijgelegen Manta. Daar bevindt zich een waarachtig Castello, en daar wordt het verhaal pas echt interessant. In termen van toeristische folders dienen we vooral aandacht te hebben voor de wel uiterst bijzondere Sala Baronale die zich daar op de bovenverdieping, vlak onder de pittoreske zolder bevindt. Die laatste bijzonderheid memoreren we niet voor niets, want daar begint (zoals we verderop uit de doeken zullen doen) onze grote verwarring. Eerst maar eens even iets over die Sala Baronale zelf, want die is de voornaamste reden om het Castello della Manta met een bezoekje te vereren. Wereldberoemd, voor de schare liefhebbers die van heinde en verre komt aangereisd, door de prachtige muurschilderingen die daar in het begin van de vijftiende eeuw zijn aangebracht door een grootmeester die gemakshalve wordt aangeduid als de Maestro del Castello della Manta. In die tijd was het nog geen algemene gewoonte om als kunstenaar je werk te signeren. 

Fresco's derhalve, voor minder doen we het niet. Ze zijn echt prachtig en van hoge kwaliteit. We gaan dan al snel vergelijkingen maken en komen uit in de buurt van Cimabue. Dat geeft meteen een heel aardige positionering, omdat het duidelijk maakt dat de betreffende schilder enerzijds een uiterst bekwaam vakman was, maar niet gekarakteriseerd kan worden als een hemelbestormend vernieuwer. Als we naar de inhoud van de schilderingen kijken dan zijn die heel goed te duiden. Daar is kunsthistorisch uitgebreid over nagedacht. Wij hebben aan ons bezoek aan het Castello een kloek plaatjesboek overgehouden, waarin op die inhoud uitputtend wordt ingegaan. Aan de raamzijde bevindt zich, grof geschetst een samengesteld tafereel dat de bron van de jeugd verbeeldt, en aan de andere kant achttien van kruin tot teen weergegeven figuren. Negen mannen en negen vrouwen, de Nove Prodi e Nove Eroine (Wat je zou kunnen duiden als de Negen Besten en hun vrouwelijke tegenhangers). Die Negen Besten zouden trouwens weleens een Nederlandse uitvinding kunnen zijn, door Jacob van Maerlandt in of omstreeks 1291 de wereld in geholpen. Toch leuk om te bedenken, al heb je er praktisch weinig aan.


De frescocyclus die de bron van de jeugd verbeeldt is verreweg de leukste. Het thema komt in die tijd wel vaker voor (ook Lucas Cranach de Oude heeft er ooit een zwembad vol blote meisjes van gemaakt) maar het blijft natuurlijk de vraag wat die plastische uitdrukking van een wereldlijke obsessie te doen heeft met de hoogverheven figuren aan de overzijde. Ook daar is kunsthistorisch uitputtend over nagedacht en dat heeft allerlei kunstig uitgewerkte theorieën opgeleverd waarin deugdzaamheid en memento mori figureren, en ons ook een spiegel wordt voorgehouden. Echt heel knap om het zo te interpreteren, zeker als je zelf voor het tafereel staat en met eigen ogen ziet hoe vastbesloten oude mannen en vrouwen zijn om in de bron van de jeugd te mogen springen om zich daarna weer eens ouderwets te kunnen bezighouden met activiteiten waarvoor een zekere gioventù benodigd is en die weinig te maken hebben met deugdzaamheid en memento mori

Het geheimzinnige motto: lijden of leiden?

Dat ons een spiegel wordt voorgehouden is niet uitgesloten, maar dan toch een heel andere. Kortom: wij werden bij ons bezoekje aan het Castello bevangen door een zekere argwaan, een Dan Brown achtig gevoel. We begonnen mysterie te bespeuren en naar betere verklaringen te zoeken, vanuit de overtuiging dat hoe onwaarschijnlijker de verklaring op het eerste gezicht ook moge zijn, hoe hoger vermoedelijk het waarheidsgehalte is.

Het begint al met de positie van de Sala Baronale binnen het Castello. The devil is in the details. De Sala bevindt zich, zoals al gememoreerd, op de bovenverdieping, vlak onder de pittoreske zolder. Dat is op zich niet raar (een zaal moet toch ergens zijn) maar wel onbegrijpelijk in het licht van de heersende theorieën, die ons willen doen laten geloven dat de Sala Baronale de officiële, publieke ontvangsruimte was van de vijftiende eeuwse heersers. In de traditionele ordening der dingen, in ieder geval van de adellijke huizen, bevinden zich de werk- en opslagruimten op de begane grond. Daar heb je ook de grote trap naar de eerste verdieping, de piano nobile, waar de familie ontvangt en waar het officiële leven zich afspeelt. 

Daarboven bevinden zich dan weer op één of meer verdiepingen de privévertrekken ten behoeve van het huiselijke leven en mogelijk, helemaal bovenin, de kamertjes voor het personeel, weggestopt onder de hanenbalken. Waarbij (om zelfs zonder bron van de jeugd begrijpelijke redenen) ook de variant denkbaar is dat de mannelijke knechten zo laag mogelijk slapen (bij de stallen bijvoorbeeld), terwijl de meisjes en vrouwen zo hoog mogelijk worden opgeborgen. Maar, hoe dan ook, een ruimte voor publieke ontvangsten die boven de privévertrekken zou liggen is nagenoeg ondenkbaar.

Dus waarom hier dan wel? Een antwoord op die vraag kom je nergens tegen en dat moet noodzakelijkerwijs leiden tot de conclusie dat de Sala Baronale voor een ander doel is ingericht. Een doel dat (gezien de positie) met een zekere geheimzinnigheid omgeven moet zijn. Een zaal, niet bestemd voor een algemeen publiek, maar voor een select gezelschap. Mensen die je als aanzienlijke familie wel over de vloer wil hebben, bijeen (want de zaal is bedoeld voor grotere gezelschappen) om samen iets te delen wat niet algemeen bekend hoeft te zijn. Nu houd je een fors verblijf met exquise aankleding natuurlijk niet totaal verborgen. Je kunt immers niet voorkomen dat iemand wel eens een opmerking maakt en een ander dat oppikt terwijl het niet de bedoeling is. En het nieuwtje dan doorspeelt naar de betreffende instanties. Zoals tegenwoordig een 'spion' dat aan Yvonne Coldeweijer verklikt. Maar gelukkig was Yvonne er in die tijd nog niet, en hoefde je dus minder over je schouder te kijken dan tegenwoordig. Je kunt niet alles voorkomen, maar je moet het ook niet van de daken schreeuwen. Er moet ruimte zijn om de machthebbers in de positie te laten om elke actieve herinnering te ontkennen. La bella figura in stand te houden, en tegelijkertijd niet hinderlijk in de weg te lopen en de politie er op af te sturen. Het hoogste gezag (dat moet natuurlijk de almachtige Rooms-katholieke kerk zijn) de ruimte te geven het allemaal voor te stellen als een onschuldige hobby van de betreffende kasteelheer. Gun de goede man ook een pleziertje.

Wat levert dat allemaal op? Dat kan niet anders zijn dan een geheim genootschap, een geheimzinnige orde die tegen de gevestigde macht aanschurkt maar waarvan het bestaan zorgvuldig wordt ontkend. Omdat die schijn van non-existentie zo bevorderlijk is voor de effectiviteit ervan. Misschien geen dingen die het daglicht niet kunnen verdragen, maar toch minstens zaken die in nevelen gehuld moeten blijven. Dat is het mysterie dat ontrafeld moet worden. In dit verband moet toch minimaal gewezen worden op het militaire karakter van de negen helden. Het zijn mannen van het zwaard, niet van de pen

 

Dat ook negen heldinnen worden afgebeeld, de meesten eveneens met symbolen van het krijgsbedrijf in de hand impliceert dat het vrouwelijke aspect nauw met het mannelijke verbonden is. Dat het vrouwelijke zijn dus als essentieel voor het karakter van de geheimzinnige orde moet worden gezien. Wat hebben mannen en vrouwen samen? Het kost weinig moeite daarop, vanuit het perspectief van de onbetwiste mannelijke overheersing van die tijd een antwoord te geven. Het hele tafereel rond de bron van de jeugd laat daarover natuurlijk geen enkele twijfel. De beeldentaal wijst op een universum waarin jeugdige kracht wordt verheerlijkt, en het militaire aspect wordt gesublimeerd. Helemaal geen deugdzaamheid en memento mori, veel meer carpe diem, en een maatschappelijk gewenste uitlaatklep voor seksualiteit en geweld. Misschien niet helemaal conform de moraal die de kerk aan de gewone stervelingen wenste op te leggen, maar wel instrumenteel aan de doelen van de heersende macht in de woelige late middeleeuwen (en daarna, want als een institutie eenmaal in leven is geroepen gaat na verloop van tijd de last van de traditie gelden).


We zien het allemaal voor ons, tot aan de exuberante rituelen die periodiek in de Sala Baronale werden opgevoerd en waarin de bron van de jeugd tot leven werd gewekt. We wachten alleen nog met spanning op de kundige literator die deze geheimzinnige orde in een grote roman tot leven kust.

zondag 4 december 2022

Chiese a porte aperte

Omdat we best wel van tijd tot tijd een fijne portie kunst en cultuur tot ons willen nemen en we de neiging hebben om de uitdagingen van de moderne digitale wereld met onbevangenheid tegemoet te treden hebben we ons dit jaar eens aan de Chiese a porte aperte gewaagd. Echt een belevenis voor fijnbesnaarde liefhebbers van oud en pittoresk.

Chiese a porte aperte. In de woorden van de prettige en goed gedocumenteerde websiteun progetto sperimentale per aprire e visitare autonomamente i beni culturali ecclesiastici del Piemonte e della Valle d’Aosta con l’ausilio delle nuove tecnologie.” En daardoor “Una nuova opportunità per scoprire l’arte sacra in Piemonte e in Valle d’Aosta!

Modern geluid: druk op de knop

Nieuw is het zeker. Stond je tot voor kort voor een gesloten deur en moest je op zoek naar de juiste persoon met de sleutel (die mogelijk even niet beschikbaar was of van een welverdiende pranzo wilde gaan genieten). Nu kun je zelf de deur open doen als je via de juiste digitale kanalen over de sleutel beschikt. Verfrissend modern kortom. Je hebt alleen de bijzonder hedendaagse app voor de smartphone nodig die via de reguliere app-store valt te downloaden (scarica l'app!). Daarna is het niet meteen hosanna en hoezee, want eerst moet enige administratie worden gedaan die tot doel heeft voor de broodnodige authenticatie te zorgen. Bent u wel wie u zegt dat u bent, zoiets. Voor je wordt losgelaten op de kleine pareltjes van religieuze cultuur moet je jezelf even aan de hand van je paspoort identificeren. Als het ware een beetje om te voorkomen dat iedereen zomaar gaat binnenlopen. Het systeem om dat te bewerkstelligen vertoont echter verfrissend grote gaten en gaat onbeschaamd uit van goed vertrouwen. Vermoedelijk vertrouwen in het feit dat mensen die midden op het platteland oude kerkjes willen bekijken in de regel niet uit een voetbalwedstrijd met verhoogd risicoprofiel komen. En zich eerlijk en naar waarheid zelf inschrijven. En ook wel in het besef dat loslopende religieuze parafernalia vooraf zijn verwijderd. De inrichting oogt daarmee tamelijk Spartaans, maar (het moet gezegd) het interieur is keurig opgefrist en opgeknapt en daarna voorzien van een puike licht- en geluid-installatie.

Na registratie kun je meteen aan de slag. In de app kun je moeiteloos zien welke objecten zich in de nabijheid bevinden en hoe je er kunt komen. Daarna kun je een tijdslot voor bezoek selecteren. Naar onze ervaring is elk tijdslot beschikbaar, want rijen voor de deur zijn we niet tegengekomen. Zelfs als je de ingang al hebt gevonden kun je probleemloos beginnen met reserveren en daarna direct naar binnen. Zodra je de digitale sleutel toegestuurd heb gekregen. Even de ingebouwde scanner van de app op de qr-code richten, en sesam open u. Dat is de theorie, en verdomd, we hebben het zien werken.

Calamandrana: moderne uitlichting van fresco.

Op 25 mei waagden we een eerste poging. Zo'n dag waarop de dreiging van regen in de lucht hangt en je beter maar op pad kunt omdat het ergens anders vast wel droog blijft. Vlak bij Calamandrana kwamen we niettemin in een fikse regenbui terecht en alleen met behulp van onze paraplu slaagden we er in enigszins droog de deur van de Cappella di San Giovanni alle Conche (https://www.cittaecattedrali.it/en/bces/619-cappella-di-san-giovanni-alle-conche) te bereiken. Moeiteloos openden wij de deur met onze zojuist verworven elektronische sleutel. Alles verliep zoals het moest verlopen. Alleen vonden wij de blikkerige uitweidingen (die we overigens zelf hadden aangevraagd) niet alleen nogal langdradig maar ook tamelijk onverstaanbaar. Het zal aan onze oren hebben gelegen, maar de akoestiek hielp niet mee.


Calamandrana

Vol goede moed vertrokken we daarop naar de Chiesa di San Felice van Cinaglio. Pas toen we, en route, in de Bar Nazionale aan de doorgaande weg in Serravalle probeerden onze online kaartjes te reserveren kregen we in de gaten dat de Chiesa tijdelijk niet beschikbaar was voor bezoek. Onversaagd gingen we daarom door naar Montiglio Monferrato, waar echter de deur van de Chiesa di San Lorenzo Montiglio (https://www.cittaecattedrali.it/it/bces/591-chiesa-di-san-lorenzo-montiglio) hermetisch gesloten bleef. We vonden de juiste deur (aan de rechter zijkant). Onze scanner scande. De vertrouwde klik van een slot dat van het slot gaat weerklonk. Maar de deur bleef potdicht. Vermoedelijk omdat de lokale koster het nog niet over zijn hart had kunnen verkrijgen de ouderwetse ijzeren sleutel in te leveren. Vertrouwen is goed, maar controle is beter, je weet maar nooit. Alle begin is moeilijk.

Een paar maanden later, toen we hoogzomer weer eens onderweg waren, waagden we een nieuwe poging. Dit keer hadden we onze zinnen gezet op het pittoresk op een heuveltje gelegen Santuario della Madonna del Tavoletto (https://www.cittaecattedrali.it/it/bces/277-santuario-della-madonna-del-tavoletto). Helemaal de moeite waard. En de techniek liet ons deze keer niet in de steek. Een heerlijk gevoel, kortom, om je routinier te wanen op het gebied van de open kerken. 


 


We hadden wel een andere bijzonderheid van de Italiaanse manier om tot ruimtelijke ordening te komen over het hoofd gezien, het feit namelijk dat het santuario aan een strada vicinale lag. Op het wereld wijze web is voldoende over dit type straat te vinden, en een algemene definitie luidt ongeveer als volgt:

“La strada vicinale, o strada interpoderale, è una strada di proprietà privata e d'interesse locale posta fuori dal centro abitato”. 

Wegdek, 20% stijgen.

Hier hadden we de begaanbaarheid van de strada vicinale niet goed ingeschat. Wie zijn immers de vicini die van deze straat gebruik maken? De madonna heeft geen straat nodig om zich te verplaatsen, en voor de rest zijn het boeren die naar hun velden willen. Met tractoren. Die met dikke banden elke helling en elk type wegdek aankunnen. Halverwege de helling hadden we dat pas echt in de gaten. Maar ja, halverwege de helling blijft alleen de mogelijkheid over om stevig gas te geven en te hopen dat je niet stilvalt door tegenliggers of ander ongerief. We kwamen boven, en daar was warempel een echte parkeerplaats. Blijkbaar zijn er ook anderen die zich op dit punt niet alle consequenties realiseren. En hoe dan ook: als je eenmaal veilig boven bent is het best een leuke plek.