dinsdag 21 augustus 2012

Far’ la coda

We zijn dus op weg naar het feest van Sant’Anna, dat is uit een vorig bericht al duidelijk geworden. Als wij het feestterrein bij de Pieve di Gravago betreden doen we dat niet door een gouden poort. Wel is speciaal voor de gelegenheid zo’n opblaasding neergezet waar de renners van de Tour de France ook altijd onderdoor rijden bij het passeren van de laatste tien kilometer. Heel indrukwekkend, alleen dit exemplaar is blauw en wij komen net van een andere kant binnen, zodat we er niet onderdoor hoeven. Ook het begin als festa-ganger is moeilijk.
De pieve di Gravago

Het festivalterrein, een met oude bomen begroeide weide, is verrassend uitgebreid. Even verrassend voor ons is het feit dat naast de Pieve een heel dorp is opgetrokken dat vanaf de doorgaande weg eigenlijk totaal onzichtbaar is. Uit de kerk klinken gezang en andere indicaties van religieuze activiteit. We gaan dan ook maar niet naar binnen voor seculier toeristisch geslenter. Uit de kerk komt een jonge vrouw naar buiten wankelen. Tranen stromen over haar gelaat. Ze neemt plaats op een bankje naast haar vriendin om getroost te worden. Binnen is blijkbaar sprake van diepreligieuze gewaarwordingen die er bij een gevoelige ziel stevig inhakken.

Op het feest zelf is de stemming echter volledig aards. En ze zit er ook nog eens een keertje goed in. Er is een podium waarop een bandje tijdloze dansbare feestmuziek produceert . De dansvloer is vol. In het internationale repertoire herkennen we flarden Abba. Over het terrein  is een aantal barretjes verspreid, waarbij tamelijk exotische feestdrankjes van het type cocktail en breezer kunnen worden aangeschaft (en vooruit: ook bier). Verder is er een grote tentachtige constructie, waarin zich de centrale bar en de keuken bevinden. Verreweg het mooist is echter de centraal opgestelde, bontgekleurde kassawagen. Het oogt allemaal behoorlijk professioneel. Aan alle voorzieningen lijkt gedacht. De enthousiaste crew van vrijwilligers die dit feest mogelijk maken is zelf goed herkenbaar aan hun zwarte t-shirt, waarop aan de voorzijde St Anna en aan de achterkant Staff staat. Ook een internationaal, Angelsaksisch georienteerd publiek hoeft hier niet te verdwalen.

Dan begint voor ons de typische festa-activiteit, die door ervaren festa-gangers wordt aangeduid met far’ la coda. Dat lijkt rond etenstijd toch een beetje de kern van het festa-bezoek te worden. Eerst nemen we plaats in de rij voor de kassawagen, waar we in ruil voor ons geld bonnetjes kunnen krijgen voor voedsel en drank. Wat de drank betreft overigens alleen voor de centrale bar, want de andere barretjes op het terrein hanteren een afwijkend systeem genaamd contante betaling. De bonnetjes dienen ingeleverd te worden bij verschillende loketten, want denk maar niet dat je in een keer de gekochte waar kunt afhalen. Voor wijn gaat u naar loket 1, voor het voorgerecht naar pastaloket 2 en voor het hoofdgerecht naar vleesloket 3 dat zich tussen de loketten 1 en 2 bevindt.

loket 2 in actie
Gelukkig blijkt de professionele uitstraling voor een belangrijk deel slechts schijn. Hier geen Zwitserse precisie. Evenmin een strikte toepassing van de eetlogistiek. Het hoofdgerecht (carnivore op grill bereide dingen) blijkt eerder beschikbaar dan het voorgerecht (pasta en risotto). Daar staan we dan met zijn allen in de coda voor de primi, terwijl de rij van achter groeit en van voren niet korter wordt en de carnivore dingen op de grill dreigen te verschroeien omdat zich geen eters melden. Met Italiaans improvisatievermogen wordt de rij voor loket 2 dan dus ook maar voor een deel omgeleid via loket 3.

Omdat we (beginnersgeluk!) iets te vroeg in de rij zijn gaan staan (dat mag je eigenlijk pas doen als het bandje is gaan pauzeren) kunnen we na een minuutje of twintig met ons eten aan een lange houten tafel plaatsnemen (de wijn is tijdens het wachten al opgegaan) om op ons gemak en met een gevulde maag waar te nemen hoe een steeds langere rij zich over het festivalterrein begint te kronkelen. De sfeer blijft gemoedelijk.
De coda vormt zich
Far’ la coda wordt met Italiaanse elegantie opgepakt en uitgevoerd. Want eigenlijk kent iedereen elkaar natuurlijk, dus je kunt tijdens het wachten helemaal bijkletsen. En aan het eind van de avond is al het eten op en zijn alle magen gevuld. Volgend jaar is er weer festa.

Bij een festa, zo begrijpen we steeds beter, gaat het ook om gemeenschapszin. Dat je met elkaar als dorp al die honderden gasten ontvangt en ervoor zorgt dat ze gelaafd en gevoed worden. Daar wil je met elkaar best je best voor doen. In Bardi, een paar kilometer verderop, wordt in het kader van het jaarlijkse Festa dell’emigrante e delle genti della Valceno op het centrale plein voor 1500 personen gedekt. Het is zo omstreeks half augustus dan ook stervensdruk in Bardi. Ook tijdens dit festa zal ongetwijfeld het far’ la coda intensief worden beoefend. Misschien gaan we daar volgend jaar eens kijken.

1 opmerking:

  1. Hallo Yolanda en GertJan,

    Inmiddels sinds de koop van ons Italiaanse huis enige gemeenschapsfeesten meegemaakt in Borgo val di taro...... de door jullie geschetste logisitieke desorganisatie is herkenbaar en treffend beschreven en is en blijft voor ons gestructureerde nederlanders uitermate komiek. dank voor jullie leuke blog hierover... een feest van herkenning......

    BeantwoordenVerwijderen