vrijdag 29 april 2011

Lorenzo Lotto in Rome

Iedereen heeft zo zijn voorkeuren als hij op vakantie is. Toen wij in Rome waren stond een ontmoeting met Lorenzo Lotto op het programma. Lorenzo was toevallig ook in Rome, terwijl hij normaal in de provincie verblijft. Voor wie hem ook wil ontmoeten in de eeuwige stad: dat kan nog tot 12 juni.

Rome heeft Lorenzo Lotto weer in haar hart gesloten. Tenminste: dat kun je opmaken uit de teksten die recentelijk op internet zijn verschenen. In ieder geval is er, in de Scuderie del Quirinale (de voormalige paardenstallen van het Quirinaalpaleis), een wondermooie tentoonstelling aan hem gewijd.

Bij zijn leven was de relatie van Lotto met Rome heel wat minder hartelijk. Hij was begin zestiende eeuw naar Rome gekomen om mee te schilderen aan de pauselijke glorie, maar hield het al snel weer voor gezien. De sfeer van uiterlijk vertoon en kosmopolitische oppervlakkigheid stond hem blijkbaar niet bijzonder aan.

Hij vertrok al weer snel naar een aantal verspreid in Italië gelegen behoorlijk provinciale omgevingen (een overzicht vind je op de site over de Terre di Lotto) en kwam ook nog eens berooid en miskend als armenbroeder aan zijn einde. Dat komt ervan als je het netwerken en de career planning veronachtzaamt!

Wat hij ons heeft nagelaten is een heel eigen oeuvre dat in de eerste plaats opvalt door zijn exuberante kleurenpracht. De kleuren spetteren van zijn werk af, zeker bij de schilderijen die recent zijn gerestaureerd. Als je de tentoonstelling binnenloopt word je werkelijk overdonderd door kleur. Zelden een tentoonstelling gezien die zo fantastisch is uitgelicht.

Op een dieper niveau is er de eigenzinnigheid van de thematische benadering. De relatie met Dürer wordt vaak gelegd, zeker waar het de vele portretten betreft die hij heeft geschilderd. Maar ook zijn behandeling van traditioneel Bijbelse thema’s wijkt sterk af van de gebaande paden. In dat opzicht wordt wel eens de vergelijking met Caravaggio gemaakt, maar de vergelijking op zich zegt weinig over de manier waarop Lotto zijn eigen manier van vertellen en uitdrukken heeft vormgegeven.

Neem bijvoorbeeld de annunciatie uit 1534-1535 die een komische toets paart aan een scherp individuele beleving van de eigenaardigheid van de situatie. Je zult maar een pas getrouwd meiske zijn (uitgehuwelijkt aan een veel oudere man, laten we dat niet vergeten) en plotseling komt een hemels creatuur jouw kamertje binnendonderen. Dat is behoorlijk schrikken! Ook het hemels creatuur toont een hoge mate van vervreemding. Je zult door de schepper maar op zo’n rare missie gestuurd worden, om ver van de hemel in een vreemd land een kosmisch-spirituele bezwangering te gaan aankondigen bij een wicht dat er kennelijk geen raad mee weet. Let ook even op de strenge god die regieaanwijzingen geeft. Delegeren lijkt niet zijn grootste kwaliteit. Klaarblijkelijk heeft hij weinig vertrouwen in een goede afloop. Het meest treffende is toch wel de scharminkelige kat (levend in een arm huis op een dieet van schaarse muizen) die doet wat alle katten doen als het niet pluis is: een hoge rug, een dikke staart en luid gekrijs. Het tafereel is mijlenver verwijderd van de reguliere vroeg renaissancistische kerkelijke propaganda.

Van een heel andere intensiteit is de aanbidding van de herders uit ongeveer dezelfde tijd. Hier is sprake van verstilling en devotie. Wat echter het meeste opvalt, is dat Lotto het accent heel sterk heeft gelegd op de aanwezigheid en de beleving van de herders. De pionnen in het schaakspel van de religieuze vertelling worden hier, heel ongebruikelijk in de heldenrol geplaatst. Helden tegen wil en dank. Ze worden bijna door de engelen naar het kind toe geduwd. “Daar! Heilig kindje! Aanbidden! En voorzichtig met dat schaap!” Maar kijk eens naar de geconcentreerde aandacht van die twee eenvoudige mannen van het land. Kijk eens hoe voorzichtig ze met hun sterke ruwe handen het schaap bij de baby houden, zodat die het kan aaien. De overige figuren op het schilderij steken flets af bij hun aanwezigheid en doorleefdheid, alsof ze niet meer zijn dan figuranten.

Geen wonder dat Lorenzo zich slecht op zijn gemak voelde bij de pracht en praal van het Vaticaan, waar later Michelangelo met zijn vleeshompen nog eens in de overtreffende trap overheen zou gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten