Bloemen
houden van mensen (hoewel Poetin dat op dit moment niet helemaal lijkt te
beseffen), maar reeën houden van bloemen. Of dat aangeleerd gedrag is of een
natuurlijke neiging laten we hier maar even in het midden. Misschien heeft het
ook wel te maken met het feit dat er dit jaar wel erg veel reeën zijn. En dat
er sprake is van reeënstress, waardoor die beesten malle dingen gaan doen.
Laten we de zaken
maar even op een rijtje zetten. Het eerste dat ons dit voorjaar opviel is dat
de buurvrouw het muurtje dat haar tuin van de onze scheidt aan het rechttrekken
was. Of liever gezegd (ze deed het echt niet zelf) dat ze een klusjesman aan
het werk had gezet om dat voor haar in orde te maken. Dat werkje is nu af, en
het ziet er strak uit.
Tevens viel ons op dat er aan onze kant van het muurtje, bij het lage gedeelte, een provisorisch hekwerkje was neergezet van bamboe en gaas. We dachten nog dat het bedoeld was om de dorpskatten iets duidelijk te maken, maar gelukkig kwam de buurvrouw het ons even later zelf uitleggen. Wat bleek? Het hekje was niet mooi, dat vond ze zelf ook wel, maar het was een tijdelijke oplossing. De bedoeling was een mooi, stevig, permanent hekwerk, een ware verfraaiing voor de hele omgeving. En het was niet bedoeld om ons op afstand te houden, zeker niet, dat moesten we niet denken. Maar een maand eerder was op een nacht een troep reeën via onze tuin naar die van haar geklommen en die beesten hadden de hele tuin kaalgevreten. Dat wil zeggen, alle prachtige bloemen die ze met zoveel geduld en liefde aan het grootbrengen was waren in één keer allemaal vermalen en doorgeslikt.
Tevens viel ons op dat er aan onze kant van het muurtje, bij het lage gedeelte, een provisorisch hekwerkje was neergezet van bamboe en gaas. We dachten nog dat het bedoeld was om de dorpskatten iets duidelijk te maken, maar gelukkig kwam de buurvrouw het ons even later zelf uitleggen. Wat bleek? Het hekje was niet mooi, dat vond ze zelf ook wel, maar het was een tijdelijke oplossing. De bedoeling was een mooi, stevig, permanent hekwerk, een ware verfraaiing voor de hele omgeving. En het was niet bedoeld om ons op afstand te houden, zeker niet, dat moesten we niet denken. Maar een maand eerder was op een nacht een troep reeën via onze tuin naar die van haar geklommen en die beesten hadden de hele tuin kaalgevreten. Dat wil zeggen, alle prachtige bloemen die ze met zoveel geduld en liefde aan het grootbrengen was waren in één keer allemaal vermalen en doorgeslikt.
Dat leek ons een
sterk verhaal. Waarom zouden reeën zich vergrijpen aan geraniums, petunia’s en
dergelijk spul als onze tuin, twee meter verder en duizend vierkante meter puik
hoogopgeschoten gras voor een uitgebreide maaltijd beschikbaar is? Maar als
mensen gelukkig worden van het plaatsen van hoogwaardig hekwerk zijn wij de
laatsten om ze dat uit het hoofd te gaan praten.
De hele zomer viel
ons vervolgens de grote aanwezigheid van reeën op. Je ziet ze op de meest
ongebruikelijke tijden en op plaatsen die ze normaal mijden. Midden op de dag,
in plaats van in de schemering. Dat is ons tot nu toe alleen overkomen in een
jaar dat het extreem warm en droog was, en de arme beesten voortdurend op zoek
waren naar water. Aan water echter dit jaar geen gebrek, en echt heet kun je
het ook niet noemen. Het zal (denken we nu) wel eens te maken kunnen hebben met
de zachte winter die we achter de rug hebben. Veel reeën hebben de winter
blijkbaar overleefd, hebben vervolgens veel kindertjes gekregen en zijn daarna
tot de ontdekking gekomen dat het nu wel erg vol is geworden. En wat doe je
dan? Dan moet er nieuw territorium worden ontgonnen. Dan ga je naar plaatsen
die je normaal gesproken zou mijden en begin je dingen te eten die tot dan toe
niet op het menu stonden. Maar bloemen is wel het laatste waaraan je zou
denken.
Een paar dagen
geleden gingen we op een avondje naar de pizzeria. Hieruit kan worden afgeleid
dat in ons geval geen sprake was van het eten van dingen die normaal niet op
het menu staan. Maar dat is echter niet het punt dat we willen maken. We aten
onze pizze. We dronken er wat bij. We
keerden terug naar huis in het pikkedonker en we gingen daarna tevreden naar
bed.
De volgende ochtend hadden we, op ons terras gezeten, een licht gevoel van vervreemding. Er klopte iets niet, maar wat? Het had te maken met het ontbreken van kleur in onze ooghoeken. Een gebrek aan rood. Na een tijdje kregen we in de gaten wat er aan de hand was. Onze bokaal met geraniums, de trots van ons terras, was zorgvuldig kaalgevreten. We telden zeventien vermiste rode bollen. De eenzaam achtergebleven steeltjes vertoonden sporen van scherpe tanden.
Terwijl wij genoeglijk aan onze pizze zaten, hadden ongenode gasten zich tegoed gedaan aan de plaatselijke specialiteit in onze tuin. Onze buurvrouw had blijkbaar gelijk gehad! Onwaarschijnlijke verhalen berusten toch op waarheid.
Gelukkig voor ons
zijn reeën blijkbaar erg luie eters. De geraniums in de wat hoger gelegen
bakken, waarvoor je je nek moet uitsteken, waren onaangeroerd en volbloemig
achtergebleven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten