zaterdag 28 september 2013

Area servizio

Omdat we deze zomer voor de verandering eens besloten hadden niet via allerlei handige zijroutes Italië te betreden maar gewoon de Koninklijke weg te nemen, gingen we dus op herhaling via de A9 van Como naar Milaan. Dat beviel goed, overigens, want het was woensdagavond en de weg was rustig. En verbreed tot twee maal drie rijstroken. We misten eigenlijk alleen de pittoresk krappe bocht waarop je vroeger bij Lainate de A8 opgeslingerd werd, vanuit bijna stilstand meteen op de linkerrijbaan met rechts drie rijen voortrazend verkeer. Dat is nu West-Europees veranderd in een ruime bocht waarbij je keurig rechts uitkomt.

Maar dat is niet het thema van deze aflevering, want eigenlijk willen we het over koffie hebben. Of misschien wel enige bijna antropologische opmerkingen plaatsen over culturele diversiteit. Hoe dan ook: als we na een lange reis vanuit Nederland eindelijk in Italië zijn gearriveerd hebben we altijd erg veel trek in een echt lekker kopje koffie en houden we halt bij de eerste de beste koffietent.

Zo ook deze keer bij de Area servizio Lario ovest. Normaal zou je zeggen: bij de autogrill langs, maar laat nou net Lario ovest aan een concurrent vergeven zijn. Nu is de Italian way op punten wat anders dan, laten we zeggen, de manier waarop in Nederland de dingen geregeld zijn. In Nederland heb je bij tankstations langs de snelweg altijd eerst de pomp om de auto te voeden, en daarna kom je pas als mens aan de beurt. In Italië gaat mens voor auto en is de volgorde andersom: eerst de bar/ristorante om de inwendige mens te laven en dan pas is de auto aan de beurt. We mogen dan wel vinden dat Italianen behoorlijk autogek zijn, maar hieruit spreekt toch een juist gevoel voor verhoudingen.

Wie vaker in Italië is geweest is bekend met het fenomeen dat je voor een kopje koffie eerst bij de Cassa de bestelling afrekent en daarna met het bonnetje in de hand aan de bar de bestelling plaatst. In Lario ovest ziet de opmerkzame beschouwer echter scheuren in deze strenge orde der dingen. Bleke noorderlingen uit verre streken (Engels, Amerikaans, dat soort volk) , vers in Italië gearriveerd (eerste pomp na de grens!) lopen enigszins verwilderd rond. Met verbijstering proberen ze de vreemde zeden van dit zuidelijk volk te doorgronden. Waarom wordt mij niet gewoon een kopje koffie geserveerd? Waarom zijn de kopjes zo klein? Dat soort dingen.

Zelf hebben we onze koffie al ontvangen. Het koffiesysteem langs de snelwegen is snel en efficiënt. En ook voor vreemdelingen die het allemaal niet zo goed snappen schiet de behulpzame Italiaanse volksaard te hulp. Of de geachte vreemdeling wellicht caffè americano blieft? Verdomd, naast het blinkende espressoapparaat staat een laf potje filterkoffie. Gespannen kaken ontspannen zich. Je hoort de opluchting de ademhaling binnensluipen. Alleen nog even bij de cassa een bestelling plaatsen, geachte vreemdeling. En denk eraan: vraag om caffè americano. Dat is de speciale koffieservice van Lario ovest. Nu maar hopen dat bij de volgende stop de beginnerschrik er een beetje af is en er overgegaan kan worden op echte koffie. Als dan the heartland of tourism, Toscane bereikt is zijn de zorgen echt voorbij. Als je daar als buitenlander om caffè vraagt moet je nog wel eens uitleggen dat je toch echt espresso bedoelt.

Aan de andere kant is het ook weer zo dat een echte koffiedrinker zich tamelijk ontheemd voelt bij het betreden van een Starbucks. Daar is koffie in essentie een flauwe smoes om allerlei zoete rommel in grote bekers te gieten. In Italië heb je er gelukkig weinig mee te maken, maar in Nederland rukken ze onweerstaanbaar op, vooral op knooppunten van openbaar vervoer.

Bij het betreden van een Starbucks voelt de koffiedrinker zich bijna een antropoloog op bezoek bij een exotische stam met vooralsnog onverklaarbare religieuze gebruiken. We proberen het eens bij de vestiging op Den Haag Centraal. Wat opvalt is het grote aantal personeelsleden en het ontstellend lage tempo waarmee de bestellingen worden afgehandeld. Als je een trein wilt halen moet koffiedrinken hier resoluut worden ontraden. Voor de mens zonder haast: de espresso is goed te drinken, we hoeven wat dat betreft niet overdreven snobistisch uit de hoek te komen en neer te kijken op de Amerikaanse cultuurbarbarij die overal rommel van maakt.


De naam is bijna goed,
maar het is de intentie die telt.
2E staat voor dubbele espresso
Maar het proces van het afhandelen van een bestelling is regelrechte derde wereld kwaliteit. Ontroerend (wat een persoonlijke aandacht!) is dat het kind achter de kassa mijn naam wil weten. Dat is nodig om de bestelling te realiseren. De naam wordt vervolgens met een viltstift op een bekertje geschreven. Toch leuk dat in het digitale tijdperk het schrijven zo gestimuleerd wordt. Het bekertje wordt overgedragen aan een collega. Die zet het neer in de buurt van de koffiemachine. Vervolgens is een team van twee drie minuten bezig om de dame voor mij van een bekertje te voorzien. En dan is daar eindelijk de koffie, verpakt in het persoonlijke bekertje met de waarschuwende tekst Careful, the beverage you’re about to enjoy is extremely hot.

Onbedoelde humor, gezien het tempo van bereiden. En het slaat ook helemaal nergens op, blijkt bij het drinken. Gelukkig wordt de boodschap pas gelezen als de koffie al lang en breed op is (of kort en smal, want espresso blijft tenslotte espresso). Maar het geeft wel aanleiding tot overpeinzing. Wat passen NS en Starbucks toch goed bij elkaar. Ze bezigen beide dezelfde taal. Hitte is bij Starbucks even snel extreem als noodweer bij de NS.

zaterdag 21 september 2013

De kracht van drie



Het is een ontegenzeggelijk feit dat Italiaanse wegbegeleiders erg hechten aan het getal drie (3). Drie behoort nog tot het domein van de suggestiviteit, van kwalitatieve duiding van omvang, lengte of volgordelijkheid (een, twee, drie, klaar) zonder de koele redelijkheid van het exacte getal. Drie geeft indicatie en gevoel zonder de dringende impuls om naar het meetlint te grijpen.
 
Zoals bekend geven verkeersborden vaak een indicatie van een bijzondere gesteldheid. Een sierlijk springend hert bevroren in een waarschuwende driehoek. We voelen wat het aanduidt: de kans dat bij het berijden van het na het bord volgende weggedeelte het elegant springend zoogdier met een plof op de motorkap belandt en aldus aanzienlijke schade aanricht, dan wel ongelukken veroorzaakt.
 
Meteen dringt de vraag zich op hoe lang wij op onze hoede moeten zijn voor dergelijk ongerief. Ondanks het feit dat het gedrag van de Italiaanse bambi's maar moeilijk voorspelbaar is wensen we een vorm van geruststelling. Met fijn gevoel voor psychologie vertelt het onderbord er dan bij dat deze specifieke situatie van noodzakelijke alertheid een drietal kilometers zal duren. Nu weten we waar we aan toe zijn.
 
Soortgelijke vormen van Beruhigung treden ook op in de situaties waarin sprake is van bovengemiddelde bochtigheid, dan wel van hobbels of vergelijkbare niet optimale asfaltkwaliteit. Ook in deze gevallen is sprake van situaties van attentie die drie kilometer duren. Om tegemoet te komen aan de spanningsboog van de gemiddelde automobilist wordt de melding overigens na gemiddeld een kilometer herhaald. Maar ook hierbij wordt consistent gemeld dat de situatie zich de komende drie kilometers zal voordoen. U snapt het bedoelde effect: het gaat niet om het verschaffen van exacte informatie, maar om het overbrengen van urgentie. Wij wegberijders dienen in de juiste state-of-mind te worden gebracht.
 
Dat alles aan maat gebonden is bewijst wel het feit dat zelfs bij waarschuwingsborden waarbij sprake is van tuimelende rotspartijen (caduta massi) het onderbord met de drie kilometers aanwezig is. Hier zien we dat zelfs bij een clash aan prioriteiten het metrische aspect een grote invloed heeft. Drie kilometer kans op een rotsblok op jouw voertuig is weliswaar erg veel voor de mentale weerbaarheid van de gemiddelde automobilist (hartfalen, doorrijfobie), maar de kans dat het rotsblok valt terwijl de argeloze rijder in zijn geest al was teruggekeerd naar een staat van vrij ademhalen en luchthartigheid moet hoe dan ook vermeden worden.






 
 

vrijdag 13 september 2013

Second home


Het zal niemand verbazen als wij op deze plaats verklappen dat we het de afgelopen paar jaar als Droomhuis Italië nogal rustig hebben gehad. De markt lag, om het simpel te zeggen, behoorlijk op zijn gat. Dat je dan ook weer aan andere dingen toekomt is vervolgens mooi mee genomen, maar daar willen we het in dit bericht niet over hebben.
 
Waarover dan wel? Over ons vermogen om in een glazen bol te kijken en vervolgens de toekomst te voorspellen? Daarover koesteren we in het geheel geen illusies. We hebben geen behoefte om ons in het valse koor van zelfverklaarde deskundologen te scharen en te gaan verklaren dat de bodem bereikt is en het daarom de beste tijd is om in te stappen. Deskundologen zeggen altijd dat het nu het beste moment is om in te stappen en aan die flauwekul doen wij dus niet mee. We zijn maar eenvoudige helpers en begeleiders, en de lezers van dit blog zijn mans (mens?) genoeg om hun eigen oordeel te vormen.
 
We houden het daarom simpel en zeggen op deze plaats gewoon maar even wat ons opvalt.
  • Economisch gesproken lijkt er weer enig vertrouwen te ontstaan. Dat zuigen we niet uit onze duim, maar dat merken we aan verzoeken om informatie die we ontvangen. Daar zit weer beweging in. Het is allemaal nog voorzichtig en pril, maar het lijkt erop dat mensen hun droom om een tweede huis in Italië te verwerven weer een beetje uit de ijskast aan het halen zijn.
  • Dat is in lijn met andere indicaties die de laatste maanden steeds meer in de media opduiken. Aandelen die in de lift lijken te zitten (aandelen hebben de neiging een beetje voor te lopen op de echte economie). Beginnende groei in naburige landen als Duitsland. En nog wat van die dingen. Van onze eigen regering hoeven we het niet zo te hebben, naar het lijkt, maar dat maakt in de praktijk gelukkig weinig uit.
  • De banken blijven zeurpieten en zuurpruimen eerste klas. Ze blijven (ook in Italië) moeilijk doen bij vragen over hypotheken. Anders gesteld: zonder eigen geld in de portemonnee red je het niet. Maar er bestaan nog steeds mogelijkheden voor aanvullende financiering.
  • Er zit een grote bult in het aanbod. De laatste tijd is er veel bijgekomen en weinig afgegaan. Iedereen die regelmatig rondneust op sites van Italiaanse makelaars kan dat zelf constateren. Als koper heb je de woningen voor het uitkiezen.
 
Over dat laatste nog even wat meer, en dan toegespitst op het stukje aarde waar wij het beste kijk op hebben, de valleien van de Taro en de Ceno. Dat is nog steeds of the beaten track en ver van alle toeristische excessen. Nooit het terrein geweest van projectontwikkelaars en troosteloze, nooit afgebouwde vakantiegetto’s. Met vakantiewoningen voor eigen gebruik (in de regel dan, want we kennen een paar mensen die succesvol ook aan andere vakantiegangers verhuren). En in toenemende mate met een heel betaalbaar aanbod, want er lijkt de laatste tijd een kentering te zijn ontstaan in de prijsstelling van plattelandshuisjes (rustici in pietra). Lang is die prijs aardig op niveau gebleven, niet omdat er daadwerkelijk zoveel verkocht werd, maar omdat de noodzaak om voor een lagere prijs te verkopen niet direct aanwezig was. Dat is nu aan het veranderen. Niet voor alle huizen, maar wel voor een groeiend aantal. Gevolg: een deel van het aanbod is nu scherp aan de prijs, en wie daar oog voor heeft kan voor weinig geld iets moois aanschaffen.
 
Home, sweet second home, kortom. Of, zoals al jaren ons motto is: Uw droomhuis in Italië is dichterbij dan u denkt!!! Op onze virtuele second home beurs http://www.droomhuisitalie.nl/ is het allemaal goed te volgen. En wie daarna nog vragen heeft kan altijd bij ons terecht via info@droomhuisitalie.nl.

zaterdag 7 september 2013

Fette

Omdat de helft van Droomhuis Italië stamt uit een traditioneel ontbijtend gezin is er sprake van een levenslange betrokkenheid bij ontbijtkoek en beschuit op de vroege morgen. Zo’n gewoonte slijt niet meer, en dat eist enig passen en meten tijdens het Italiaans verblijf.

Traditioneel wil niet zeggen dat er geen ruimte is voor ontwikkeling. Het witte beschuitje margarine suiker van de jaren vijftig is vervangen door een variant met jam. Het volkoren en veelgranen beschuit heeft zijn intrede gedaan. Maar niettemin…. Geen ontbijt compleet zonder ontbijtkoek (what’s in a name?) en beschuit. In deze volgorde, en dat luistert nauw.

Nu zal het de Italië-ganger niet zijn ontgaan dat ontbijtkoek en beschuit van nature niet in Italië voorkomen. Je zou ze kunnen omschrijven als exoten die geen deel uitmaken van la vita Italiana. En wat doe je dan? Hoever gaat het vermogen tot aanpassen? Gaan we in Rome doen wat de Romeinen doen? Voor ontbijtkoek heeft altijd gegolden: importeren of negeren. Voor beschuit kon ter vervanging gegrepen worden naar de fette biscottate.

Als je de emotie uitschakelt zou je fette biscottate ergens best wel kunnen beschouwen als een vorm van beschuit. Er kleven echter twee nadelen aan: ze zijn niet rond en ze zijn te dun. Daar heeft de eetbeleving onder te lijden. Het vult de mond onvoldoende en het smeert minder lekker in de hoekjes. Het feit dat ze tegenwoordig in allerlei gezonde en vezelrijke varianten als huismerk te verkrijgen zijn kan dat onvoldoende compenseren.

Maar gelukkig is Italië een modern land met een open attitude naar aanpalende culturen. Dus hebben nu de Fette Biscottate Olandesi de schappen van de supermercato bereikt. Speciaal in Nederland met puik 00-meel gemaakt voor de Italiaanse markt. Voor deze blog schaften we een pak aan en probeerden we het uit. Kraken ze zoals ze smaken? Kraken ze überhaupt (of per se)? Is hier sprake van een diep ontroerende ontbijtbeleving?


Laten we het simpel zeggen: de test leverde geen tienen of zelfs maar dikke voldoendes op. Waar de echt-Nederlandse beschuit voornamelijk wordt aangeprezen met termen als ‘bros’ (in sommige varianten worden zelfs rozijnen verstopt, het moet niet gekker worden), kiest de Italiaanse variant voor het luxe gevoel van ultieme zachtheid. Elke verwijzing naar vezel is verwijderd door het gebruik van superfijn dubbelgemalen meel. Elke noodzaak tot kauwen is verdwenen. In de mond valt de fetta spontaan uiteen tot een zeer fijn poeder dat voornamelijk veel vocht nodig heeft voor de doorslik. Zo valt de dag niet goed te beginnen. Dan liever de dunne rechthoekigheid van de Italiaanse variant. Met een beetje aandacht komt de jam ook best in de hoekjes terecht.