zondag 26 augustus 2012

Prezzi dei carburanti

We zijn er uit. Tenminste, dat denken we. Misschien niet helemaal, maar dan in ieder geval gedeeltelijk. En we willen het goede nieuws delen, zodat iedereen er zijn voordeel mee kan doen.
 
Het betreft hier een van de meer prangende vragen van het huidig tijdsgewricht. Betaal ik niet te veel voor mijn autobrandstof? Dit jaar des te meer prangend sinds de prijzen van brandstof in Italië meer dan pittig zijn gestegen. Eerst om de gevolgen van de crisis op te vangen en de tekorten van de staat te bestrijden. Daarna om eveneens de gevolgen van de aardbeving in Emilia op te vangen.

In Nederland hebben we een modus gevonden om niet te veel te betalen voor benzine: langs de snelweg wordt niet getankt. De benzinestations daar zijn een getto geworden voor leasebakbestuurders. En zelfs zij voelen nu de zachte drang van de boekhouders om het vulgedrag aan te passen. Een fatsoenlijk mens, zo weten we allen, tankt in of aan de rand van de bebouwde kom alvorens de snelweg op te gaan. Dat scheelt een kleine tien cent per liter. En Nederland is klein genoeg om voor het leeg raken van de tank de snelweg al weer verlaten te hebben.

In Italië is dat bij lange afstanden niet altijd haalbaar. Bovendien is hier niet zo aantoonbaar sprake van een enkelvoudige directe relatie tussen het soort tankstation en de prijs van de brandstof. Van Frankrijk afgekeken pogingen om een transparante snelwegmarkt te creëren door borden langs de weg te plaatsen waarop in real time (tempo reale) de prijzen van de eerstvolgende vijf stations worden gemeld kunnen op zijn best halfslachtig worden genoemd. Vier van de vijf prijzen zijn meestal niet ingevuld. Vermoedelijk geeft alleen de eigenaar van de goedkoopste pomp de prijs door. Maar of dat de prijs van heden is, of van drie maanden geleden blijft te raden.

Maar ook binnen de bebouwde kom is het een wirwar van prijzen. Zelfs (en dat was voor ons het meest opvallende) kunnen bij hetzelfde tankstation (hier chic aangeduid als distributore) de prijzen dramatisch heen en weer flipperen. Dacht je een goedkope pomp gevonden te hebben en sta je drie dagen later vol vertrouwen de tank te vullen, mag je ineens de hoofdprijs betalen.

We zijn er nu achter dat bij een deel van de tankstations (die blij aangeven 24 ore aperto te zijn) sprake is van een bemenst en een onbemenst tarief. Het verschil kan oplopen tot zo’n 20 cent per liter. Vandaar ons welgemeende advies: tank bij voorkeur na zonsondergang, als de pompbediende geniet van zijn welverdiende cena. Wel een beetje opletten, want niet alle tankstations doen aan deze actie mee. Het zijn meestal de wat grotere stations een beetje aan de rand van de stad. Ze zijn te herkennen aan het zuiltje tussen de pompen waaraan vooraf betaald moet worden. Die werken op Italiaanse bankpassen en op contant geld.

Het is dan ook aan te raden vooraf een beetje conservatief in te schatten hoeveel liter er in de tank past. En het is ook heel handig (nuttige tip!) altijd voldoende biljetten van tien of twintig Euro beschikbaar te hebben. Wisselgeld wordt niet gegeven. En het voordeel is weg als je vijftig Euro hebt gegeven en er past maar voor vijfenveertig in de tank.

Beste lezer, wat zijn uw ervaringen aan de Italiaanse pomp? Helpt het bovenstaande een beetje? En hebt u nog meer nuttige tips, zoals de locatie van de goedkoopste pompen en meer van dat moois? Laat het ons weten.

dinsdag 21 augustus 2012

Far’ la coda

We zijn dus op weg naar het feest van Sant’Anna, dat is uit een vorig bericht al duidelijk geworden. Als wij het feestterrein bij de Pieve di Gravago betreden doen we dat niet door een gouden poort. Wel is speciaal voor de gelegenheid zo’n opblaasding neergezet waar de renners van de Tour de France ook altijd onderdoor rijden bij het passeren van de laatste tien kilometer. Heel indrukwekkend, alleen dit exemplaar is blauw en wij komen net van een andere kant binnen, zodat we er niet onderdoor hoeven. Ook het begin als festa-ganger is moeilijk.
De pieve di Gravago

Het festivalterrein, een met oude bomen begroeide weide, is verrassend uitgebreid. Even verrassend voor ons is het feit dat naast de Pieve een heel dorp is opgetrokken dat vanaf de doorgaande weg eigenlijk totaal onzichtbaar is. Uit de kerk klinken gezang en andere indicaties van religieuze activiteit. We gaan dan ook maar niet naar binnen voor seculier toeristisch geslenter. Uit de kerk komt een jonge vrouw naar buiten wankelen. Tranen stromen over haar gelaat. Ze neemt plaats op een bankje naast haar vriendin om getroost te worden. Binnen is blijkbaar sprake van diepreligieuze gewaarwordingen die er bij een gevoelige ziel stevig inhakken.

Op het feest zelf is de stemming echter volledig aards. En ze zit er ook nog eens een keertje goed in. Er is een podium waarop een bandje tijdloze dansbare feestmuziek produceert . De dansvloer is vol. In het internationale repertoire herkennen we flarden Abba. Over het terrein  is een aantal barretjes verspreid, waarbij tamelijk exotische feestdrankjes van het type cocktail en breezer kunnen worden aangeschaft (en vooruit: ook bier). Verder is er een grote tentachtige constructie, waarin zich de centrale bar en de keuken bevinden. Verreweg het mooist is echter de centraal opgestelde, bontgekleurde kassawagen. Het oogt allemaal behoorlijk professioneel. Aan alle voorzieningen lijkt gedacht. De enthousiaste crew van vrijwilligers die dit feest mogelijk maken is zelf goed herkenbaar aan hun zwarte t-shirt, waarop aan de voorzijde St Anna en aan de achterkant Staff staat. Ook een internationaal, Angelsaksisch georienteerd publiek hoeft hier niet te verdwalen.

Dan begint voor ons de typische festa-activiteit, die door ervaren festa-gangers wordt aangeduid met far’ la coda. Dat lijkt rond etenstijd toch een beetje de kern van het festa-bezoek te worden. Eerst nemen we plaats in de rij voor de kassawagen, waar we in ruil voor ons geld bonnetjes kunnen krijgen voor voedsel en drank. Wat de drank betreft overigens alleen voor de centrale bar, want de andere barretjes op het terrein hanteren een afwijkend systeem genaamd contante betaling. De bonnetjes dienen ingeleverd te worden bij verschillende loketten, want denk maar niet dat je in een keer de gekochte waar kunt afhalen. Voor wijn gaat u naar loket 1, voor het voorgerecht naar pastaloket 2 en voor het hoofdgerecht naar vleesloket 3 dat zich tussen de loketten 1 en 2 bevindt.

loket 2 in actie
Gelukkig blijkt de professionele uitstraling voor een belangrijk deel slechts schijn. Hier geen Zwitserse precisie. Evenmin een strikte toepassing van de eetlogistiek. Het hoofdgerecht (carnivore op grill bereide dingen) blijkt eerder beschikbaar dan het voorgerecht (pasta en risotto). Daar staan we dan met zijn allen in de coda voor de primi, terwijl de rij van achter groeit en van voren niet korter wordt en de carnivore dingen op de grill dreigen te verschroeien omdat zich geen eters melden. Met Italiaans improvisatievermogen wordt de rij voor loket 2 dan dus ook maar voor een deel omgeleid via loket 3.

Omdat we (beginnersgeluk!) iets te vroeg in de rij zijn gaan staan (dat mag je eigenlijk pas doen als het bandje is gaan pauzeren) kunnen we na een minuutje of twintig met ons eten aan een lange houten tafel plaatsnemen (de wijn is tijdens het wachten al opgegaan) om op ons gemak en met een gevulde maag waar te nemen hoe een steeds langere rij zich over het festivalterrein begint te kronkelen. De sfeer blijft gemoedelijk.
De coda vormt zich
Far’ la coda wordt met Italiaanse elegantie opgepakt en uitgevoerd. Want eigenlijk kent iedereen elkaar natuurlijk, dus je kunt tijdens het wachten helemaal bijkletsen. En aan het eind van de avond is al het eten op en zijn alle magen gevuld. Volgend jaar is er weer festa.

Bij een festa, zo begrijpen we steeds beter, gaat het ook om gemeenschapszin. Dat je met elkaar als dorp al die honderden gasten ontvangt en ervoor zorgt dat ze gelaafd en gevoed worden. Daar wil je met elkaar best je best voor doen. In Bardi, een paar kilometer verderop, wordt in het kader van het jaarlijkse Festa dell’emigrante e delle genti della Valceno op het centrale plein voor 1500 personen gedekt. Het is zo omstreeks half augustus dan ook stervensdruk in Bardi. Ook tijdens dit festa zal ongetwijfeld het far’ la coda intensief worden beoefend. Misschien gaan we daar volgend jaar eens kijken.

donderdag 16 augustus 2012

Festa di Sant’Anna

Elk jaar vindt eind juli in de Val Noveglia (preciezer gezegd: in Pieve di Gravago) het tweedaagse feest van Sant’Anna plaats. Een hoogtepunt van het jaar. Vijftig kronkelige kilometers stroomafwaarts, in Fornovo, zie je de aankondigingen al hangen. Aankondigingen op kloek formaat die duidelijk maken dat het hier geen lokaal feestje betreft, maar iets dat de hele vallei aangaat. En trouwens ook de zonen en dochters die het gebied verlaten hebben, en vanuit elders in Italië, Europa of de wereld de geboortegrond weer eens opzoeken om vakantie te vieren of oude bekenden te treffen.

Of we ook gaan, wordt ons gevraagd. We zitten er immers maar een paar kilometer van af. En omdat het bezoeken van een typisch Italiaans zomerfeest alweer een paar jaar op ons programma staat (we hebben een groot talent bij dit soort gelegenheden net iets te vroeg of te laat te zijn) gaan we er op zondagavond iets voor etenstijd naar toe.

Hier passen enige intermezzi.

Intermezzo 1: Waarom bijvoorbeeld net voor etenstijd? Het antwoord op deze vraag komt van de Engelse schrijfster Annie Hawes, die in haar guitige boekjes Extra Vergine en Rijp voor de pluk de eigenaardige regelmatigheden van het Italiaanse sociale leven uit de doeken doet en er in dit kader op wijst dat feesten synoniem zijn met ‘buiten eten aan lange houten tafels’. Zelfs indien we rekening houden met het feit dat Annie uit Engeland komt en een daardoor per definitie vertekend beeld van de wereld heeft; en met het feit dat zij de situatie in de provincie Imperia beschrijft (waar iedereen zijn eigen wijn meeneemt omdat die fabrieksrommel niet te vertrouwen is) terwijl wij in Parma verblijven is dit een verstandige manier van doen.

Andere intermezzianistische vraag: Wie is in hemelsnaam die Sinte Anna wier feest we gaan vieren? Hiertoe wenden we ons tot het Heiligennet (http://www.heiligen.net) dat ons vertelt dat er maar liefst 35 heiligen zijn waarvan de naam begint met Anna. Na enige introspectie houden wij het op de heilige Anna van Jeruzalem uit het jaar nul, de moeder van Maria en daarmee de oma van Jezus.

In dit kader zij vermeld dat het maar een haartje had gescheeld of de wereldgeschiedenis had een totaal andere loop gekregen. Het heiligennet vertelt ons namelijk dat Anna en haar man Joachim er lange tijd niet in slaagden om nageslacht voort te brengen. Op zich natuurlijk al verdrietig genoeg, niet alleen voor de christenheid, maar primair natuurlijk voor Anna en Joachim zelf, maar de zaak werd ook nog eens verergerd door de manier waarop de lokale hotemetoten met het gegeven omgingen. Het heiligennet vertelt op pakkende wijze: ‘Bij gelegenheid van het feest van de tempelwijding trok Joachim … naar de tempel om een offer op te dragen. Anna bleef thuis. Maar toen de hogepriester hem tussen de andere joden in zag staan, sprak hij smalend: "Hoe durf jij, Joachim, tussen al die anderen te gaan staan? God heeft je immers gestraft door je geen kinderen te geven. En dacht je dan dat Hij je offer zou aannemen? Zorg eerst maar dat die schande van jou uit ons midden wordt weggenomen, dan mag je terugkomen om weer te offeren. Beschaamd maakte Joachim dat hij wegkwam. Hij durfde ook niet meer naar huis, bang dat hij daar met de vinger zou worden nagewezen. Hij verborg zich tussen de herders van Bethlehem.
Met zulke vrienden heb je geen vijanden nodig. Laten we echter niet stil blijven staan bij deze bekrompen intolerantie maar ons concentreren op het vervolg. Met onze kennis achteraf weten we immers dat het goed kwam. En gelukkig kwam het ook nog eens goed op een mysterieuze en verrassende manier. Ook hier door tussenkomst van een engel. De engel dirigeerde het paar naar een zogenaamde Gouden Poort en aldaar vond in no time de bezwangering van Anna plaats. Fluitje van een cent, zogezegd. Stel je het tafereel voor. Knap symbolisch, zo’n Gouden Poort. Bedenk de wijze waarop Joachim de Gouden Poort binnengaat. Geen seks in de echtelijke sponde, maar in de openbare ruimte. Spannend! Opwindend! En met een verbluffend resultaat.

Zo zijn we dus, over ruim twintig eeuwen heen, verrassend goed geïnformeerd omtrent de omstandigheden waaronder de heilige maagd werd geconcipieerd. Bij welke beroemde wereldbewoners van laten we zeggen de laatste honderd jaar is dat in gelijke mate het geval? Ondanks de penetratie van massamedia, camera’s, commerciële televisie (de 25 meest spraakmakende…), Facebook en Twitter?

We dwalen echter af. Sterker nog: we zijn al behoorlijk afgedwaald (onbehoorlijk afgedwaald?). Laten we het er voor nu op houden dat door deze gebeurtenissen de oude Anna in de heiligenstand werd verheven en dat we daardoor ook in 2012 nog in staat zijn het feest van Sinte Anna te vieren

Meer daarover echter in een volgend bericht.