zondag 5 december 2010

Podere Benelli

Je hebt overnachtinghotels en je hebt de Podere Benelli (1). Als Dante het gemiddelde Novotel zou plaatsen in de vierde cirkel van de hel, dan zette hij vermoedelijk de Podere Benelli bovenop de louteringsberg. Tenzij Dante gek was, wat niet geheel onwaarschijnlijk is.

Beide (Podere Benelli en Novotel, niet Dante, want die was de weg gewoon helemaal kwijt) zijn gemakkelijk vanaf de snelweg te bereiken, maar daar houdt de overeenkomst wel op. Toch zou je eens kunnen overwegen als je op doorreis bent dieper Italië in om de Podere voor een of enkele nachten aan te doen. Dat kan heel goed als je via de A15 van Parma naar La Spezia Italië doortrekt. Neem de afslag Pontremoli, in het noordelijkste puntje van Toscane, en binnen een paar minuten beland je, boven op de berg, bij de Podere. Gewoon, zodra je de afrit af bent, tien meter naar rechts, dan links afslaan een landweggetje in en de bordjes volgen naar de borgo Oppilo waar de Podere gevestigd is. Met wat goede wil zou je kunnen zeggen dat de borgo de Podere is, maar dat is niet helemaal waar, want er wonen ook nog wat andere gezinnen. Een groot deel van de borgo behoort echter tot het bezit van meneer Benelli.

In 1898 hebben zijn voorouders daar hun boerenbezit verworven, en een aantal jaren geleden is meneer Benelli in zijn voorouderlijk bezit (na een loopbaan in een onduidelijke andere richting) zich gaan bezighouden met wijn en zwijn (in deze volgorde van importantie) en daar beleeft hij grote voldoening aan. Om het preciezer te benoemen: druiven tot wijn transformeren, ander boerengedoe (er worden jaarlijks enkele varkens op ambachtelijke wijze tot salume en aanverwante zaken omgetoverd), gasten huisvesten in enkele gastenkamers (B&B genaamd) en tenslotte, in een fraaie combinatie van het bovenstaande, gasten en bezoekers de traditioneel bereide producten laten proeven. Dat laatste heet degustazione, en dat moet je vooral uitproberen als je eenmaal in Oppilo bent aangeland.

Op het wereldwijde web zwerft een jonge Italiaan rond die zich met enkele van zijn vrienden heeft gebombardeerd tot gastronauten en uit dien hoofde door het land zwerft op zoek naar plaatsen om lekker te eten en te drinken. Een leuke woordspeling, overigens (ook al raakt hij terminologisch in de war door gastronauten met Jason en het Gulden Vlies op een hoop te gooien, wat een taalkundig correcte argonaut hem vast kwalijk zal nemen). Ook hij heeft de podere gevonden, blijkens zijn ontboezemingen op de babbelsite viaggi.ciao.it, en het is hem heel goed bevallen. Vol lof is hij over Signore Benelli en het lucullisch (of is het luculliaans, de Wikipedia geeft geen uitsluitsel, dus dames en heren gastronautische classici/ae: doe uw best!) maal dat hij kreeg voorgezet (“Il pasto è decisamente luculliano”).

De foto’s van zijn hand die een en ander moeten ondersteunen zijn van een ontroerend slechte kwaliteit. Een kunst op zich, gezien de mogelijkheden van de hedendaagse digitale camera’s, ook dat moet gezegd worden. Het zal te maken hebben met de inname van teveel pollera en/of durella, want daar nodigt de degustazione wel toe uit.

Alleen zelfbeheersing houd je op de been, hebben we uit eigen ervaring mogen ondervinden, je wordt niet tegengehouden bij het consumeren. Integendeel, ook signore Benelli zet zijn enthousiaste toelichting over zijn wijnen regelmatig kracht bij door een glas voor zichzelf in te schenken, terwijl intussen de schalen met hapjes binnen worden gedragen. Drinken gaat in Italië altijd samen met eten, en daar wordt niet op een dozijn hapjes meer of minder gekeken. Als vegetariërs bedankten we vriendelijk voor de salume, en dat gaf aanleiding tot talloze ‘mi dispiaces’ van de zijde van de gastheer, omdat hij deze mogelijkheid niet voorzien had. Maar binnen no time werd deze onvolkomenheid rechtgezet en stonden de schalen zonder varkensbestanddelen op tafel naar ons te glimlachen. Mooi trouwens, die prachtige ouderwetse Berkel-snijmachine die in het proeflokaal staat en nog dagelijks wordt gebruikt. Een soepel wonder van mechanische techniek, werkend op louter handkracht!

Één nadeel weet de gastronaut slechts op te sommen over deze hemelse plek, en die is ook weer betrekkelijk:  il posto è in sè molto piccolo e l'agriturismo per i suoi proprietari è più un Hobby che un lavoro vero e proprio e quindi spesso quando si chiama per prenotare ci si sente rispondere frasi stile: "ho già aperto per una cena ieri sera e oggi non ho voglia di lavorare"...praticamente quello che tutti sognano di poter rispondere (de plek zelf is tamelijk klein en voor zijn eigenaren meer een hobby dan echt werk en derhalve krijg je vaak als je wilt reserveren een antwoord in de trant van: ik was gisteren al open voor een avondmaal en heb vandaag geen zin om te werken” … eigenlijk iets dat iedereen droomt te kunnen antwoorden).

En ach, vermoedelijk valt dat ook wel weer mee als je je aanmeldt voor een paar overnachtingen. Met een beetje oprechte belangstelling voor het bedrijf heb je al snel je degustazione geregeld. En dan krijg je vermoedelijk ook nog het hele verhaal te horen achter de grote foto aan de muur, waarop op de voorgrond stijfjes een jonge vrouw staat bij een beladen muildier, met op de achtergrond een oudere man bij een tweede beladen beest. Dat blijkt de moeder van signore Benelli te zijn, in 1943 midden in de oorlog, op het punt te vertrekken voor een winterse tocht over de Apennijnen, om in Parma olijfolie en andere ‘mediterrane’ producten te gaan ruilen tegen de tarwe van de Povlakte. Drie dagen onderweg door de kou en de sneeuw, op schoenen waar de gaten in vallen.

(1) Voor engelstalige info over de Podere: klik hier.